Cadavre
Als ik mezelf schaaktechnisch zou vergelijken met Ewood, dan zou die vergelijking niet al te gunstig uitpakken. Schaken is een "behendigheidsspel", waarin het ook op kennis aankomt. Ewood heeft veel meer openingskennis, om maar bij het begin te beginnen. Ook op behendigheid scoort hij meer. Tactisch is hij beter en hij is ook sneller.
Deze introductie heeft een doel. Ik wil het namelijk hebben over internetschaak. Internetschaak is soms best leuk. Omdat ik niet goed tegen de extreme stress kan, speel ik vaak zonder rating. King unrated ben ik dan ook wel. Er zijn niet veel mensen die altijd unrated spelen. Ik doe het maar wel, omdat ik het idee heb dat de kans dat ik bakken met ratingpunten verlies als ik rated ga spelen zeer rexc3xabel is. Het is voor mij vaak een hele klus om punten te winnen, terwijl ik ze aan de andere kant zo kwijt ben.
Ewood speelt wel rated. Vaak speelt hij blitz, 3'+0'', op zijn account Cadavre. Ewoods bulletrating van 2500 is al vrij oud, Ewoods blitzrating ligt meestal rond de 2400. Aan het eind van de avond is zijn rating echter vaak gezakt tot 2300. Dat is jammer, want Ewood wil graag de 2500 halen. Helaas voor hem haalt hij dat niet. Als kibitzer zijn er interessante momenten:
Als ik mezelf schaaktechnisch zou vergelijken met Ewood, dan zou die vergelijking niet al te gunstig uitpakken. Schaken is een "behendigheidsspel", waarin het ook op kennis aankomt. Ewood heeft veel meer openingskennis, om maar bij het begin te beginnen. Ook op behendigheid scoort hij meer. Tactisch is hij beter en hij is ook sneller.
Deze introductie heeft een doel. Ik wil het namelijk hebben over internetschaak. Internetschaak is soms best leuk. Omdat ik niet goed tegen de extreme stress kan, speel ik vaak zonder rating. King unrated ben ik dan ook wel. Er zijn niet veel mensen die altijd unrated spelen. Ik doe het maar wel, omdat ik het idee heb dat de kans dat ik bakken met ratingpunten verlies als ik rated ga spelen zeer rexc3xabel is. Het is voor mij vaak een hele klus om punten te winnen, terwijl ik ze aan de andere kant zo kwijt ben.
Ewood speelt wel rated. Vaak speelt hij blitz, 3'+0'', op zijn account Cadavre. Ewoods bulletrating van 2500 is al vrij oud, Ewoods blitzrating ligt meestal rond de 2400. Aan het eind van de avond is zijn rating echter vaak gezakt tot 2300. Dat is jammer, want Ewood wil graag de 2500 halen. Helaas voor hem haalt hij dat niet. Als kibitzer zijn er interessante momenten:
Cadavre - Nevenuk [0-1] Zwart had op c5 een pion meegepikt, waarna wit met 17.La3 een kwaliteit won. Zwart stond echter prima met zijn actieve lichte stukken, die de d4-pion een vervelende tijd bezorgden.
Nevenuk - Cadavre [½-½] In tijdnood kwam Cadavre met de niet onaardige desperado 37...Dxd1. Wit besloot echter een tegen-desperado te doen met 38.Dxg5+? Na 38...hxg5 39.Txd1 Pxf3 stond zwart een stuk voor. Door de hevige tijdnood kon hij het echter niet verzilveren. Overigens had wit natuurlijk 38.Txd1 moeten doen, waarna hij op de volgende zet het paard op e5 slaat.
Wildas - Cadavre [1-0] Je moet het maar durven om zo'n gambiet met snelschaak te spelen. Een goede oefening is het wel en een overwinning telt extra hard. Maar ja, het was al laat. Na 16...Lb4+ 17.c3 Lc5 18.Lg3 had zwart het al niet makkelijk. Na 18...Lxd4?! 19.Txd4 staat zwart erg jammerlijk op de zwarte velden. 20.Pd6+ hangt in de lucht.
Cadavre - Barganax [0-1] Zelf kan Cadavre natuurlijk ook offeren. Hij offerde een kwaliteit voor een aardig ogende aanval, maar op dit moment lijkt wit te zijn uitgepraat. Wit had hier 23.Dxe6!? kunnen spelen, waarna hij in een eindspel komt met een kwaliteit tegen een pion minder. Ewood koos voor het objectief misschien zwakkere 23.Pf3, waarna het nog een tijd spannend bleef.
Recoba - Cadavre [1-0] Dit was de laatste partij van de avond. Ewood had een thematisch offer op c3 gepleegd en daardoor oa. een vrije a-pion gekregen. Wit speelde een slechte zet, namelijk 21.c4? Dat vraagt om 21...a2, waarna zwart weer een kwaliteit terugwint. Er volgde echter 21...Le5, wat f2 aanvalt. Wit reageerde wederom niet optimaal met 22.Ke2. Na 22...Dg4+ gaat er het een en ander mis bij wit, na het gespeelde 22...a2 ook. Wit negeerde consequent de a-pion en kwam na 23.f3 Da8 24.c5? a1D gewoon een stuk achter. In tijdnood gaf Ewood het wéér weg.
Tijdens het observeren van Ewoods partijen verzocht Pinda me om er een artikel over te maken. Tijdens het observeren vielen namelijk dingen op:
* Ewood denkt vaak lang na over kleine dingen
* Als hij minder dan tien seconden heeft, begint -ie pas snel (en vaak ook nog goed!) te spelen
* De tegenstanders vluggeren vaak (dramatisch slecht) mee
* Niet zelden wint Ewood een lastige stelling in tijdnood of komt hij alsnog gewonnen te staan
Hieruit concluderen wij dat Ewood pas in die laatste tien seconden van zijn bedenktijd zijn volle kracht laat zien. Als hij dat de hele partij zou doen, zou hij misschien nog wel veel hoger staan. Ook is het opmerkelijk hoe slecht sommige tegenstanders spelen in tijdnood. Als ze de buit al bijna binnen hebben, schieten ze soms de gekste bokken. Het kan daarom wel eens helpen als je steeds snel zet, zodat de tegenstander minder kan nadenken. Het is ideaal als je een voordeel in tijd en stelling krijgt.
Overigens is het afmaken van een goede stelling niet simpel. "Niets is moeilijker dan het winnen van een gewonnen partij" , luidt het gezegde. Daar zit een kern van waarheid in. Als je gewonnen staat heb je de volgende (luxe)problemen:
* Je tegenstander kan alles-of-niets spelen; opletten dus
* Hoe kom je door de stelling heen? Vaak zijn daar trucs voor nodig
* Als verdediger zie je vaker hoe het onheil op je af komt/kan komen, als aanvaller is dat vaak lastiger te zien
In "gewoon" schaak zal dit niet zo gauw een probleem zijn. Een "gewone" schaker zal deze problemen in een gewone partij meestal wel het hoofd weten te bieden als -ie echt gewonnen staat. Echt goede schakers kunnen dit met weinig tijd vaak ook. Hun hoofd zit vol "schaakverbindingen", die de stellingsaspecten razendsnel met elkaar kunnen combineren. Het scheelt inderdaad als je bijvoorbeeld een "mat in vier" in één oogopslag ziet, dan dat je het met veel moeite uit een stelling kan destilleren. Het scheelt veel bedenktijd en het vergroot je "horizon". Zeker met snelschaken is het fijn als je je tegenstander eenvoudig een probleem kunt "geven" en eenvoudig problemen kunt oplossen. De meerwaarde van sterke spelers is soms zo groot dat ze schaaktechnisch gezien heel snel over een smal koord kunnen lopen zonder eraf te vallen.
Cadavre
Terug naar Cadavre. Zijn partijen nodigen uit tot nadenken over praktisch spel. Praktisch spelen is vaak heel simpel spelen. Liever met een simpel trucje een pion winnen, dan met een lastige combinatie een toren winnen, zo extreem kan het misschien zijn. Afwikkelen naar een "saaie remisestelling" en dan proberen "op techniek" te winnen. Dat is iets minder extreem. Nog minder extreem is het streven om niet te veel op materiaal te letten, maar vooral op actieve stukken. Helemaal leuk is misschien om een hele variant tot zet dertig te pluggen, al valt dat buiten het praktische aspect.
De bedenktijd indelen is ook een lastig punt. Wat is je doel bij het spelen van een partij? Winnen? Een perfecte partij spelen? Ratingpunten winnen?
Zelf probeer ik een perfecte partij te spelen. Daarbij ga ik vaak voorbij aan de opening. Ik weet van mezelf dat ik vaak "maar wat doe" in de opening. Zeker in schuifstellingen heb ik weinig theoretische bagage. Maar daarna wil ik sterk spelen. Als de tegenstander slecht speelt, wil ik hem er als een computer afgooien.
Helaas lukt dat tegen zwakke spelers vaak al niet. Tegen sterke spelers lukt het spelen van een goede partij bijna nooit.
Het onpraktische aan "perfect" willen spelen is dat je soms lang gaat nadenken omdat er "iets" in de stelling moet zitten. Misschien moet je jezelf gewoon dwingen elke seconde een zet te doen met "bullet". Met blitz heb je veel meer bedenktijd, maar ook dan kan het geen kwaad de gemakkelijkste weg te zoeken. Simpel spelen en dan op het eind toeslaan. Het dillemma is vaak dat je dan wel eens verloren komt te staan en dat je dan niet veel hebt aan je bedenktijd. Ook dat maakt schaken moeilijk...
Hoe het zou moeten
Positioneel spelen is met snelschaak soms best goed. Rustig schuif je iemand van het bord, zonder dat -ie er veel tegen kan doen. Toch wordt er vaak gezegd: "bullet = tactiek". Dat is ook waar, maar iedereen mist wel eens een "grapje". Als je aan de "goede" kant zit, kun je echter vaker iemand trucen. Een goede stelling bezitten is dus ook wat waard. Met snelschaak zijn er eigenlijk maar twee dingen die je moet doen:
* Maak een plan
* Controleer of je tegenstander wat dreigt [tactiekcheck]
* Zo ja, verhinder het; zo nee, ga door met je plan [planuitvoer]
In sommige stellingen, waarin een plan niet meer is dan "loop met je pionnen naar voren", moet je dus alleen je tegenstanders dreigingen verhinderen. Sommige dreigingen komen echter in de stelling na een eigen zet. Die zijn het lastigst. Patroonherkenning is een belangrijk woord. Zie wat je tegenstander dreigt en zie hoe de schaakpuzzel in elkaar zit - welke zetten kunnen wel en welke niet? Daar gaat soms best wat tijd in zitten en die tijd heb je niet met schaken. Gelukkig kun je dus wel patronen gaan herkeenen als je een bepaalde stelling vaak speelt.
Ik hoop dat hiermee duidelijk is geworden voor Cadavre hoe hij de internetschaaktop gaat bereiken. Als "professionele" schaker moet hij natuurlijk wel een Playchess-GM zijn. ;)
Tijdens het observeren van Ewoods partijen verzocht Pinda me om er een artikel over te maken. Tijdens het observeren vielen namelijk dingen op:
* Ewood denkt vaak lang na over kleine dingen
* Als hij minder dan tien seconden heeft, begint -ie pas snel (en vaak ook nog goed!) te spelen
* De tegenstanders vluggeren vaak (dramatisch slecht) mee
* Niet zelden wint Ewood een lastige stelling in tijdnood of komt hij alsnog gewonnen te staan
Hieruit concluderen wij dat Ewood pas in die laatste tien seconden van zijn bedenktijd zijn volle kracht laat zien. Als hij dat de hele partij zou doen, zou hij misschien nog wel veel hoger staan. Ook is het opmerkelijk hoe slecht sommige tegenstanders spelen in tijdnood. Als ze de buit al bijna binnen hebben, schieten ze soms de gekste bokken. Het kan daarom wel eens helpen als je steeds snel zet, zodat de tegenstander minder kan nadenken. Het is ideaal als je een voordeel in tijd en stelling krijgt.
Overigens is het afmaken van een goede stelling niet simpel. "Niets is moeilijker dan het winnen van een gewonnen partij" , luidt het gezegde. Daar zit een kern van waarheid in. Als je gewonnen staat heb je de volgende (luxe)problemen:
* Je tegenstander kan alles-of-niets spelen; opletten dus
* Hoe kom je door de stelling heen? Vaak zijn daar trucs voor nodig
* Als verdediger zie je vaker hoe het onheil op je af komt/kan komen, als aanvaller is dat vaak lastiger te zien
In "gewoon" schaak zal dit niet zo gauw een probleem zijn. Een "gewone" schaker zal deze problemen in een gewone partij meestal wel het hoofd weten te bieden als -ie echt gewonnen staat. Echt goede schakers kunnen dit met weinig tijd vaak ook. Hun hoofd zit vol "schaakverbindingen", die de stellingsaspecten razendsnel met elkaar kunnen combineren. Het scheelt inderdaad als je bijvoorbeeld een "mat in vier" in één oogopslag ziet, dan dat je het met veel moeite uit een stelling kan destilleren. Het scheelt veel bedenktijd en het vergroot je "horizon". Zeker met snelschaken is het fijn als je je tegenstander eenvoudig een probleem kunt "geven" en eenvoudig problemen kunt oplossen. De meerwaarde van sterke spelers is soms zo groot dat ze schaaktechnisch gezien heel snel over een smal koord kunnen lopen zonder eraf te vallen.
Cadavre
Terug naar Cadavre. Zijn partijen nodigen uit tot nadenken over praktisch spel. Praktisch spelen is vaak heel simpel spelen. Liever met een simpel trucje een pion winnen, dan met een lastige combinatie een toren winnen, zo extreem kan het misschien zijn. Afwikkelen naar een "saaie remisestelling" en dan proberen "op techniek" te winnen. Dat is iets minder extreem. Nog minder extreem is het streven om niet te veel op materiaal te letten, maar vooral op actieve stukken. Helemaal leuk is misschien om een hele variant tot zet dertig te pluggen, al valt dat buiten het praktische aspect.
De bedenktijd indelen is ook een lastig punt. Wat is je doel bij het spelen van een partij? Winnen? Een perfecte partij spelen? Ratingpunten winnen?
Zelf probeer ik een perfecte partij te spelen. Daarbij ga ik vaak voorbij aan de opening. Ik weet van mezelf dat ik vaak "maar wat doe" in de opening. Zeker in schuifstellingen heb ik weinig theoretische bagage. Maar daarna wil ik sterk spelen. Als de tegenstander slecht speelt, wil ik hem er als een computer afgooien.
Helaas lukt dat tegen zwakke spelers vaak al niet. Tegen sterke spelers lukt het spelen van een goede partij bijna nooit.
Het onpraktische aan "perfect" willen spelen is dat je soms lang gaat nadenken omdat er "iets" in de stelling moet zitten. Misschien moet je jezelf gewoon dwingen elke seconde een zet te doen met "bullet". Met blitz heb je veel meer bedenktijd, maar ook dan kan het geen kwaad de gemakkelijkste weg te zoeken. Simpel spelen en dan op het eind toeslaan. Het dillemma is vaak dat je dan wel eens verloren komt te staan en dat je dan niet veel hebt aan je bedenktijd. Ook dat maakt schaken moeilijk...
Hoe het zou moeten
Positioneel spelen is met snelschaak soms best goed. Rustig schuif je iemand van het bord, zonder dat -ie er veel tegen kan doen. Toch wordt er vaak gezegd: "bullet = tactiek". Dat is ook waar, maar iedereen mist wel eens een "grapje". Als je aan de "goede" kant zit, kun je echter vaker iemand trucen. Een goede stelling bezitten is dus ook wat waard. Met snelschaak zijn er eigenlijk maar twee dingen die je moet doen:
* Maak een plan
* Controleer of je tegenstander wat dreigt [tactiekcheck]
* Zo ja, verhinder het; zo nee, ga door met je plan [planuitvoer]
In sommige stellingen, waarin een plan niet meer is dan "loop met je pionnen naar voren", moet je dus alleen je tegenstanders dreigingen verhinderen. Sommige dreigingen komen echter in de stelling na een eigen zet. Die zijn het lastigst. Patroonherkenning is een belangrijk woord. Zie wat je tegenstander dreigt en zie hoe de schaakpuzzel in elkaar zit - welke zetten kunnen wel en welke niet? Daar gaat soms best wat tijd in zitten en die tijd heb je niet met schaken. Gelukkig kun je dus wel patronen gaan herkeenen als je een bepaalde stelling vaak speelt.
Ik hoop dat hiermee duidelijk is geworden voor Cadavre hoe hij de internetschaaktop gaat bereiken. Als "professionele" schaker moet hij natuurlijk wel een Playchess-GM zijn. ;)
2 opmerkingen: