11-03-2008

Interne competitie ronde 22

Twee maanden geleden
 
Wat kan er toch veel gebeuren in twee maanden. Op een saaie januarinacht verloor ik van Tom de Ruiter en zat ik me af te vragen waarom ik dit spelletje nog deed. Op diezelfde avond speelde Willem Weitjens zijn laatste wedstrijd in het Denksportcentrum. Gelukkig won hij die partij nog. Vorige week vrijdag overleed hij na een kort ziekbed. Hoe kon die man die twee maanden geleden nog zo vitaal was nou dood zijn?!
 
De tweeëntwintigste ronde van de IC werd echter een mooie. De nummers één en twee, Leon Pliester en Ewood, deden niet mee. Misschien was het Loensreptiel nog van streek door zijn nederlaag van zaterdag. Ewood wilde vanwege zijn tentamens liever niet schaken. Hij gaf nog les, speelde nog een potje weggeefschaak en een potje "gewoon" schaak tegen mij en vertrok weer.
 
Het "leukste" moment van de avond was nog wel toen iedereen opstond om WW te herdenken. Terwijl er doodse stilte heerste, klonken er voetstappen op de trap. Coen kwam binnen en trok de meest onnozele kop die je maar kunt bedenken. Een striptekenaar had drie vraagtekens boven z'n hoofd getekend.
 
Ik bedacht me trouwens nog dat ik WW schandalig weinig heb genoemd in welk verslag dan ook. Misschien dat ik z'n naam bij het doorspitten van de archieven nog een keer vind. Slechts één keer ging het over hem:
 
Clubblad BSG, 15 september 2006. Het was eigenlijk de reactie van de witte waarin hij ter sprake kwam.
 
Schaken
Maar goed, nu het schaakgedeelte...
Hmmm, ik weet hier effe geen inleiding voor...
De indeling was in ieder geval als volgt:
 
H van der Poel - R Weidema
E Wüstefeld - C van der Heijden
T Slisser - J de Groote
B Kieboom - Le Ootes
M Kuperus - T de Ruiter
B Balke - G Pijl
 
Terwijl de partijen begonnen, zag ik dat Le - net als ik - een soort Nimzo-achtige opening speelde. Hij op zijn manier, ik op mijn manier. Een veel voorkomende truc is dat de loper op b4 nog wel eens kwetsbaar wordt door een geniepig schaakje op a4. Ik had m'n loper al gauw geruild, maar Le wilde de loper nog op het bord houden. Ach ja, Yge Visser is ook nog grootmeester geworden...
 
Hoe dan ook, Le deed ergens ...d5 en kon na Da4+ ophouden. Au...
Le zei dat-ie stil was geworden van mijn artikelen, waarin ik eens had geschreven dat -ie heel goed wist hoe je niet verliest. Toen stond ik daar met n bek vol tanden... ;)

Om de tijd te doden, ging Le nog even snelschaken, waarna hij onder het genot van enkele biertjes de hele avond bleef kijken.
 
Ook FM Henk leek iets raars te doen in de opening. Hij deed 1.e4 c5 2.Pf3 g6 3.d4 (dit speelde ik gister op Playchess ook, btw), maar na 3...Lg7 deed hij 4.dxc5?! Da5+ 5.c3 Dxc5 6.Pa3 en na 6...Lxc3+ kon hij in de denktank.
Wit had compensatie voor de pionnen en het bleek genoeg te zijn om toch nog vrij snel te winnen.
 
Zelf speelde ik juist een heel positionele partij. Na 1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 Lb4+ deed Theo 4.Pc3?!
Ik dacht aan wat Ewood me laatst vertelde, dat je iets moet bereiken, bijvoorbeeld je tegenstander een dubbelpion geven. Dus ik deed 4...Lxc3+, voordat wit bijvoorbeeld 5.Dc2 kon doen. Het leek mij de beste manier om wits gekke zet af te straffen.
Daarna deed Theo - in mijn ogen - wat mindere zetten, zoals 6.Lg5?! en 8.Pd2. 8.Pd2 vond ik nog wel wat hebben; wit speelt opeens op veld e4. Maar na 9.e4?! probeerde ik in het voordeel te komen. Met 10...Da5 probeerde ik het initiatief te pakken. Toen Theo nog zijn dubbele c-pion isoleerde, stond ik positioneel gewonnen.
Het uitbuiten was nog niet zo simpel, want Theo verdedigde best goed; hij deed de zetten die ik het moeilijkst te kraken vond. Uiteindelijk wikkelde ik af naar een toreneindspel wat mij voordelig leek. Net als tegen Le vorige week won de sterkste partij.
 
Daarmee was ik blij dat ik na die moeizame partij in december 2006 gewonnen had. Toen werd ik zelf met wit (!) positioneel weggevaagd, maar op het laatst gaf hij een toren weg. Ik maakte er maar remise van, wat nog altijd een halfje meer was dan waar ik recht op had. Ik dacht toen: "met zwart win ik de volgende keer." Ik was blij dat het lukte, temeer omdat Theo met de externe competitie goed scoort met wit. Hij ligt me wel met zwart.
Ik had in ieder geval een goed gevoel overgehouden aan de partij.

De partij tussen Emiglio en Coen was voor mij onnavolgbaar. Ik vatte er niet veel van. Uiteindelijk had Emiglio gewonnen, geen idee hoe, maar het was fijn voor hem.
Een andere onnavolgbare partij speelden Bert Balke en Gert Pijl. De Sopper kwam weer eens een potje spelen en deed op 1.d4 b6. Vincent Rothuis kent de finesses vast. Na 2.e4 Lb7 3.Ld3 f5 4.exf5 Lxg2 5.Dh5+ staat het bord in brand. Uiteindelijk wist BB de partij te winnen en dat vond ik knap.
Max Kuperus en Tom de Ruiter speelden een wat rustigere partij. Op het laatst kwam er een pionneneindspel waarin Tom de betere kansen leek te hebben. Door een onnauwkeurigheidje werd het echter remise.
 
Door de uitslagen zakte Ewood naar de vierde plaats, nog geen vier punten achter Tom de Ruiter, de nummer twee. Behirder staat negende, maar de zesde plaats is nog in zicht. De zesde plaats zal dit jaar wel het maximum worden. Datzelfde geldt voor Le, nu zevende. Coen is uit zicht geraakt.
Het tevreden gevoel overheerste. Tijd voor een eindsprint!
 
Resultaten:
H van der Poel - R Weidema 1-0
E Wüstefeld - C van der Heijden 1-0
T Slisser - J de Groote 0-1
B Kieboom - Le Ootes 1-0
M Kuperus - T de Ruiter ½-½
B Balke - G Pijl 1-0
 
Beker
Overigens zei Rik Weidema nog tegen me dat ik een ronde verder was in de beker, omdat m'n buurman de laatste tijd niet is gekomen. Zo makkelijk gaat dat dan. Ook wel jammer, met een "makkie" had ik nog wat op de ranglijst kunnen stijgen. Maar goed, een overwinning tegen Slisser levert meer op.
 
Binnenkort: analyses van schaakpartijen

5 opmerkingen: