Zaterdag 31-05
"Dat is de Europa Cup 5 van Feijenoord."
Bruce tegen MadU toen hij een pak drop in zijn handen kreeg met de dubieuze naam "bodemschatten", 31-05 2008.
De enige zaterdag van het veldwerk stond in het teken van een busreis naar het Geuldal. Dit is meer naar het oosten van waar we eerder geweest waren. Het was een beetje een saai dagje, al leverde het wel een mooie quote op. Gelukkig hebben we de foto's nog.
"Dat is de Europa Cup 5 van Feijenoord."
Bruce tegen MadU toen hij een pak drop in zijn handen kreeg met de dubieuze naam "bodemschatten", 31-05 2008.
De enige zaterdag van het veldwerk stond in het teken van een busreis naar het Geuldal. Dit is meer naar het oosten van waar we eerder geweest waren. Het was een beetje een saai dagje, al leverde het wel een mooie quote op. Gelukkig hebben we de foto's nog.
Foto 1: Weer een foto van een (foutieve-) informatiebord. Foto 2: Een kuil waarvan ik de naam alweer ben vergeten. De inzakking heeft in ieder geval te maken met die orgelpijpen. Foto 3: De A van Aniel.
Foto 4: Nog een bord. Foto 5: Een holle weg. foto 6: Daar moet je maar eens een blik op werpen.
Foto 7: Frank stak de Geul over om een zinkviooltje te bemachtigen. Foto 8: Mark B was er maar al te blij mee.
Foto 9: Wéér een bord. Foto 10: Een plaatje van de Geul op een rustig punt. Let op de erosie in de buitenbocht.
Foto 11: Een ontsluiting, waar de kalk aan de oppervlakte komt. Het was bijzonder glad. Foto 12: Daarom maakte Robbert een trapje, waar ik dankbaar gebruik van heb gemaakt. Foto 13: De technische details.
Dat was dus een samenvatting van de dag. We zaten vooral in bosrijk gebied. Hoogtepunt was uiteraard het zinkviooltje. Door ernstige industriële verontreinigingen gingen alle planten aan de Geul dood, behalve het zinkviooltje, dat - zoals de naam al doet vermoeden - kan overleven bij hoge zinkconcentraties. Toen de verontreiniging ophield, kreeg het zinkviooltje het lastig. Het plantje dreigde uit het gebied te verdwijnen, dus greep Natuurmonumenten (of iets in die richting) in. Ze creëerden een gebied waar de zinkviooltjes konden groeien. Zo'n plantje doet namelijk denken aan "grootmoeders tijd". Vandaar dat er een plekje was waar de plantjes groeiden. Frank stak de rivier over, klom door de löss en plukte een plantje. Mark B was er in ieder geval erg gelukkig mee.
Later die dag gingen we nog naar een ontsluiting, waar het kalksteen aan de oppervlakte kwam. Het was er wel onaangenaam glad en de tocht naar boven was niet zonder gevaar. Het was verder wel een rustig dagje en we kregen in de bus nog een smakeloos dropje als toegift.
Die avond was er eindelijk een schaakbord en ging ik nog een paar potjes spelen tegen Kampie. Anderen gingen "uit". Ik heb veel verhalen gehoord over gejatte zadels, dronken mensen en katers. Ik heb begrepen dat twee gozers de kroeg waren uitgezet omdat ze een Marokkaan voor de grap gingen versieren of zo. :P Ook hoorde ik verhalen over een verplichte fooi en zo. Turbulent avondje moet dat geweest zijn.
Zondag 01-06
"Heeft Roland eindelijk een kerk gevonden die bij zijn geloof aansluit?"
- "Ik geloof het wel."
Kampie en Paul C, 01-06 2008.
Zondag was de rustdag. Rolex was al vroeg vertrokken naar een kerk. Ik lag nog lekker lang in m'n nest te ronken. Dat was aan de ene kant wel lekker, aan de andere kant bleef ik een beetje als enige over. Zeker toen ik nog meedeed aan voetbal. We deden kampioentje of zo en ik was keeper. (Ik had het getal onder de zeven geraden. Het bleek vier te zijn.) Het was snikheet in de brandende zon en toen ik nog even veldspeler was geweest, gingen we weer naar het hotel. Ik besloot om maar eens te gaan douchen.
Daar aangekomen was er bijna niemand meer. Alleen de jongens waar ik mee had gevoetbald waren er nog. Iedereen ging naar Maastricht, om daar lekker uit eten te gaan. De dag nam een drastische wending voor mij toen de voetballers besloten om te gaan fietsen. Ik wilde uiteraard niet als enige overblijven, dus ik besloot maar om mee te gaan. Ik hoorde van Le snelle dat we iets van drie uur nodig zouden hebben voor de heenreis, dan nog twee uur eten en dan nog drie uur terug. Het klonk als een zware beproeving. We zouden pas om tien uur terug zijn.
Maar goed, ik had dan in ieder geval gegeten, dacht ik. Helaas bleek het allemaal op een misverstand te berusten. De jongens wilden gaan scheuren met de fietsjes. Heuvel op, heuvel af. Het ging in een behoorlijk tempo en ik kon het niet meer bijbenen. Ik werd steeds meer het blok aan hun been. Ik moest slipstreamen, maar zelfs dan hield ik het niet vol. En dan nog die heuvels, waarvan ik dacht dat ze niet veel konden voorstellen. De zwaartekracht bleek weer eens bruut. Omhoog lukte me soms gewoon niet. De eerste versnelling was gewoonweg te lang. Ik kon nog net genoeg koppel genereren om nog een kleine voorwaartse kracht over te houden, maar dat schoot niet op. Ik kon beter gaan lopen.
De afdalingen gingen niet veel beter. Je gaat al gauw levensgevaarlijk snel. Ik wilde niet op m'n vrije dag verongelukken, dus deed ik het rustig aan. Ver voor mijn neus gebeurden twee ongelukken, die gelukkig nog goed afliepen. Het eerste ongeluk gebeurde bij een (in onbruik geraakte?) spoorweg, waar wat jongetjes bij stonden. Eentje stond net na een bocht op de weg. Mathieu moest hem op topsnelheid ontwijken en gleed een berm in. Behalve wat jeuk (hij viel op brandnetels) hield hij er weinig aan over. Hij mag god dankbaar zijn.
Het andere ongeluk gebeurde op de terugweg. Het was minder erg van aard en het kwam toen iemand zich "vertrapte" toen de fiets opeens in een andere versnelling schoot. Het gebeurde ironisch genoeg op een kaarsrecht fietspad.
Nee, het gevaarlijkste hadden we toen allang gehad. Eerst gingen we de beruchte Keutenberg beklimmen, om er later achter te komen dat we de andere kant op moesten. Dan maar weer terug. Op een bordje was aangegeven dat fietsers maar beter konden afstappen. Ik wist waarom: de helling werd naar onder toe steiler. Ik fietste daarom maar rustig van de helling af. Ik remde veel, dat wel. Ik kwam erachter dat de remvertraging net groot genoeg was om de helling te weerstaan.
De anderen doken als gekken naar beneden. Ik hoorde achteraf wat voor capriolen ze hadden uitgehaald. Ze mogen god nog steeds danken dat ze er niks aan hebben overgehouden.
Later gingen we nog eten bij een snackbar. Niet erg lux, maar het was beter dan niks. Op de terugweg kwamen we Rolex nog tegen. Hij had me steeds gebeld (en ik had hem volgens mij nog de verkeerde kant opgestuurd ook :$) waar we waren en toevallig reden we op precies hetzelfde moment dezelfde straat in. Ik kon het vanaf dat moment rustiger aandoen.
Toen ik weer bij het hotel kwam, had ik het wel weer gehad. Helemaal uitgeput van een rustdag.
- "Ik geloof het wel."
Kampie en Paul C, 01-06 2008.
Zondag was de rustdag. Rolex was al vroeg vertrokken naar een kerk. Ik lag nog lekker lang in m'n nest te ronken. Dat was aan de ene kant wel lekker, aan de andere kant bleef ik een beetje als enige over. Zeker toen ik nog meedeed aan voetbal. We deden kampioentje of zo en ik was keeper. (Ik had het getal onder de zeven geraden. Het bleek vier te zijn.) Het was snikheet in de brandende zon en toen ik nog even veldspeler was geweest, gingen we weer naar het hotel. Ik besloot om maar eens te gaan douchen.
Daar aangekomen was er bijna niemand meer. Alleen de jongens waar ik mee had gevoetbald waren er nog. Iedereen ging naar Maastricht, om daar lekker uit eten te gaan. De dag nam een drastische wending voor mij toen de voetballers besloten om te gaan fietsen. Ik wilde uiteraard niet als enige overblijven, dus ik besloot maar om mee te gaan. Ik hoorde van Le snelle dat we iets van drie uur nodig zouden hebben voor de heenreis, dan nog twee uur eten en dan nog drie uur terug. Het klonk als een zware beproeving. We zouden pas om tien uur terug zijn.
Maar goed, ik had dan in ieder geval gegeten, dacht ik. Helaas bleek het allemaal op een misverstand te berusten. De jongens wilden gaan scheuren met de fietsjes. Heuvel op, heuvel af. Het ging in een behoorlijk tempo en ik kon het niet meer bijbenen. Ik werd steeds meer het blok aan hun been. Ik moest slipstreamen, maar zelfs dan hield ik het niet vol. En dan nog die heuvels, waarvan ik dacht dat ze niet veel konden voorstellen. De zwaartekracht bleek weer eens bruut. Omhoog lukte me soms gewoon niet. De eerste versnelling was gewoonweg te lang. Ik kon nog net genoeg koppel genereren om nog een kleine voorwaartse kracht over te houden, maar dat schoot niet op. Ik kon beter gaan lopen.
De afdalingen gingen niet veel beter. Je gaat al gauw levensgevaarlijk snel. Ik wilde niet op m'n vrije dag verongelukken, dus deed ik het rustig aan. Ver voor mijn neus gebeurden twee ongelukken, die gelukkig nog goed afliepen. Het eerste ongeluk gebeurde bij een (in onbruik geraakte?) spoorweg, waar wat jongetjes bij stonden. Eentje stond net na een bocht op de weg. Mathieu moest hem op topsnelheid ontwijken en gleed een berm in. Behalve wat jeuk (hij viel op brandnetels) hield hij er weinig aan over. Hij mag god dankbaar zijn.
Het andere ongeluk gebeurde op de terugweg. Het was minder erg van aard en het kwam toen iemand zich "vertrapte" toen de fiets opeens in een andere versnelling schoot. Het gebeurde ironisch genoeg op een kaarsrecht fietspad.
Nee, het gevaarlijkste hadden we toen allang gehad. Eerst gingen we de beruchte Keutenberg beklimmen, om er later achter te komen dat we de andere kant op moesten. Dan maar weer terug. Op een bordje was aangegeven dat fietsers maar beter konden afstappen. Ik wist waarom: de helling werd naar onder toe steiler. Ik fietste daarom maar rustig van de helling af. Ik remde veel, dat wel. Ik kwam erachter dat de remvertraging net groot genoeg was om de helling te weerstaan.
De anderen doken als gekken naar beneden. Ik hoorde achteraf wat voor capriolen ze hadden uitgehaald. Ze mogen god nog steeds danken dat ze er niks aan hebben overgehouden.
Later gingen we nog eten bij een snackbar. Niet erg lux, maar het was beter dan niks. Op de terugweg kwamen we Rolex nog tegen. Hij had me steeds gebeld (en ik had hem volgens mij nog de verkeerde kant opgestuurd ook :$) waar we waren en toevallig reden we op precies hetzelfde moment dezelfde straat in. Ik kon het vanaf dat moment rustiger aandoen.
Toen ik weer bij het hotel kwam, had ik het wel weer gehad. Helemaal uitgeput van een rustdag.
Wordt vervolgd
Gerelateerde artikelen:
Gerelateerde artikelen:
Veldwerk Limburg (2); 24-06 2008
Veldwerk Limburg; 10-06 2008
Geen opmerkingen:
Een reactie posten