BSG blijft winnen
Vandaag was weer een grote dag voor de amateurschaker. Het Rode Loper-rapidtoernooi werd gespeeld! Voor de "echte" schaker zijn er belangrijker dingen: De vierde ronde van de KNSB-competitie stond vandaag op het programma.
De ochtend begon zoals in zoveel weekenden: Om een uur of tien was ik wel genoeg wakker en ging ik naar beneden. Al snel hoorde ik m'n pa iets zeggen over Bonkie. Ze liep helemaal mank en ging onder de tafel liggen. Toen m'n moeder beneden was, gingen we Bonkie in zo'n reismand stoppen. Ze liep er zelf in en vermaakte zich er prima. Even later liep ze er weer gewoon uit alsof er niks aan de hand was.
Dit is Bonnie/Bonkie/Bonkje/Boogey/Bonnetje/oliebol/kleine poes/Bon/ lelijke vlek/...
Na dit avontuur ging ik croissanten en KitKats halen, om vol energie een potje te schaken. Daarna gingen Ewood en ik steeds met de bal op elkaar schieten, wat ook wel lachen was.
Dan nu het serieuze gedeelte...
Ik fietste voor Ewood uit naar het Denksportcentrum. Bij de laatste kruising haalde Ewood me in en hij kwam erachter dat de deur van de fietsenstalling dicht was. De wtte kwam net op dat moment aanfietsen en pakte de sleutel. Bleek dat de hele steeg al vol stond met fietsen. Ik koos eieren voor mijn geld en parkeerde de fiets bij de boom waar Ton zijn fiets altijd aan vastbindt.
Bij de ingang kwamen we Sjonnie Markus nog tegen. Hij vertelde nog over zijn Essenttoernooi, waar hij "ziek" was. Na een geweldige score van 1½ uit 6 had hij het daar wel gezien.
In het Denksportcentrum zelf was al een hele delegatie van VAS aangekomen. De match van vandaag was een soort massakamp, met BSG 1 tegen VAS 1 en BSG 2 tegen VAS 3. VAS 2, dat vorig jaar promoveerde (als ik me niet vergis), speelt dus in een andere klasse. Ik vraag me nu dus af of de KNSB deze indeling expres heeft gedaan (BSG 1 en VAS 1 in dezelfde klasse en BSG 2 en VAS 3 in dezelfde klasse proppen) om zodoende leuke massakampen te organiseren.
Volgens Large was een "massakamp" een "concentratiekamp". Vervolgens begon hij over allerlei dingen met massa's en concentraties, waardoor hij zich meer op het terrein van Le begaf. Hij bevond zich dus op glad ijs, maar Le verzuimde het zetje te geven.
Dan nu de wedstrijd...
Om één uur werden de spelers verzocht hun plaatsen op te zoeken. Ik ga nooit voordat de opstelling is opgelezen aan m'n bord zitten. Je weet maar nooit... De wedstrijdleider was Marc Jongerius, geen onbekende voor ons. Hij begon de opstellingen op te lezen. Geen makkie, met al die dezelfde achternamen. En dan had hij nog geluk dat Le in het tweede speelde.
De opstelling
De slag om de beste opstelling te maken werd gewonnen door VAS. Aan bord één offerden ze Cyriel Pex op tegen Hans Ree. Aan bord twee speelde Emile Wüstefeld tegen Niek Oud ("what's in a name", zeggen ze tegenwoordig, geloof ik), waar ook een groot elo-overschot was voor BSG.
Aan bord drie had VAS Rob Hartoch opgesteld tegen Leon Pliester. Een slimme zet, omdat Hartoch bijna nooit verliest.
John Markus, onze ex-clubgenoot, met de hoogste rating van heel VAS (geloof het of niet), speelde aan bord vijf tegen Ton van der Heijden. Een interessant duel.
Op de onderste borden was VAS iets sterker. Invaller Chris Kooijman speelde aan bord acht (hij vond bord zes wat te hoog), ondergetekende speelde aan bord negen tegen de beroemde Lex Jongsma. Je komt nog eens bekende namen tegen als je in de KNSB-competitie speelt... Le was overigens nogal verbolgen over het feit dat ondergetekende nu met zwart speelde. Zelf speelde Le met wit aan bord twee van het tweede.
Coen, met nul uit twee, speelde gezellig naast me aan bord tien.
De wedstrijd
Echt veel kan ik niet over de wedstrijd zeggen; ik was immers zelf bezig. De eerste remise viel - zoals verwacht - aan bord drie, waar Hartoch remise aanbood en Pliester het gretig aannam. Na afloop liet Ton de partij zien. In een heel slap systeem wist Hartoch met maffe positionele zetten een geweldige stelling te bereiken. En dat al in vijftien zetten of zo. En dat tegen een redelijk sterke IM. Bizar.
In de openingsfase regende het vooral remises. De hoogste borden waren gek genoeg het snelst klaar. Emiglio mocht na twee nederlagen eindelijk weer het zoet van de overwinning proeven. Hans Ree had wel een pionnetje meer tegen Cyriel, maar moest desondanks genoegen nemen met remise. Zijn vierde inmiddels. Ook FM Henk speelde remise, zodat de stand 2½-1½ was.
Ondergetekende kwam weer eens aan de negatieve kant van het scorebord voor. De opening verliep al niet heel lekker, met constant kleine probleempjes. Uiteindelijk bedacht ik een pionoffer voor tegenspel. Zoals ik het speelde leverde het niet bijster veel op en verloor ik nog een tweede pion, waarna mijn dreigingen verder uitdoofden. Genoeg voor een nul, derhalve.
Later analyseerde ik nog wat met het Loensreptiel. Hij was dus al snel klaar en kon de hele middag iedereen de les lezen. Wat hij dus ook deed. Misschien had hij zijn capaciteiten productiever kunnen laten zien door te winnen, maar dit was ook wel grappig. Hij zag nog een dameoffer (ik zag op 't laatst helemaal niks meer), wat er wel kansrijk uitzag. Er zaten in ieder geval stellingen bij die ik niet hoefde te verliezen.
De stand was gelijk, wat niet veranderde toen Chris Kooijman remiseerde. Volgens Ewood stond hij zelfs beter. De stand was dus 3-3, maar toen moest het middenveld nog komen. Het zijn Ton, Large en Ewood die BSG steeds weer laten winnen. Dit zijn dit jaar de spelers waar het team op drijft. Ook vandaag wonnen ze alle drie weer. Ewood is (door het halfje van het Loensreptiel) de enige met 100%. Ton (3½ uit 4) en Large (3 uit 4) zijn nog steeds ongeslagen en brengen belangrijke punten binnen.
Tegenover deze drie goede spelers staat ook een minder goede speler. Coen van der Heijden leek een makkelijk punt te gaan binnenhalen (zwart moest met de koning op d7 slaan), maar overspeelde zijn hand. Zwart consolideerde en nam de aanval zelfs over. Uiteindelijk verloor Coen en tot overmaat van ramp viel het Loensreptiel hard naar hem uit:
"Als je niet naar dameruil hebt gekeken, dan is er iets helemaal mis met je!"
In die stelling gaf dameruil nog goede remisekansen. Wat Coen deed verloor heel snel. Coen verdedigde nog dat hij twee pionnen achterstond en dat-ie daarom niet aan dameruil dacht. Bovendien vond hij het resterende toreneindspel nog niet zo makkelijk remise. Het loensreptiel gaf zowaar een regel prijs:
"Zwart heeft vier geïsoleerde pionnen. Dan win je er altijd één terug."
Zoiets zei hij.
Die arme Coen zal nog wel een spannende terugrit hebben meegemaakt bij Leon. Zelf kon hij het ook niet verklaren. "6½ uit 7 in de interne competitie en 0 uit 3 in de externe competitie." FM Henk, die mij al wat bemoedigende woordjes toefluisterde: "Je kan het beter andersom hebben." Om te vervolgen: "Al is 0 uit 7 in de interne ook wel erg."
Terwijl Hans Ree en Cyriel Pex waren gestopt met analyseren en laatstgenoemde ging schaken tegen Vincent Ouwendijk, bekeek ik de analyse van Tons partij. Hij speelde een zeer keurige partij. Won een lelijke pion in de opening, rotzooide het zodanig dat die pion een mooie vrijpion werd. Uiteindelijk wikkelde hij af naar een gewonnen pionneneindspel.
Het is hier natuurlijk al zeker dat Ton in ieder geval het beslissende halfje gaat binnenhalen. Zwart heeft zojuist geruild op e1 en maakt het keurig uit met 1...f4! en het zesde bordpunt was binnen.
Ondertussen was het tweede nog bezig. Het team liep op zijn laatste benen. De staartborden verloren bijna allemaal. Slechts Pieterse wist een halfje te scoren met zijn 1.b4, wat met ...c6 en ...Db6-achtige dingen werd "weerlegd".
Bord 5 t/m 7 leverden louter nullen op aan de BSG-kant. Allereerst Bert Balke, die voor het laatst teamleider is (?). Hij verloor vanuit goede stelling (naar eigen zeggen) van Milo Bogaart, die een beetje op Daniel Stellwagen lijkt. Ook de witte kreeg een nul te slikken. Een kansloze nul, aldus de jeugdleider.
De nederlaag van Haenen heb ik helemaal niet gezien. Tegenover deze drie nullen stond slechts één overwinning. Het was Theo Slisser die het enige punt scoorde. Aan de hoogste borden speelden Tom de Ruiter en Bert Kieboom remise, terwijl Lennart baalde dat hij een goede stelling verklooide. Het zit BSG 2 ook niet mee.
Het was inmiddels zeven uur, dus tijd om te vertrekken. Leon Pliester bemoeide zich nog met de analyse van Lennarts partij. Ton en Henk gingen lekker een hapje eten. Samen met de andere trainingsgenoten daalde ik af, de nacht in. De bridgers vroegen nog hoeveel het geworden was, maar terwijl ik nadacht om het antwoord te herinneren, werd ik naar buiten geduwd.
Wéér verloren, dacht ik. Maar het team won, da's fijn. Alle lof voor EB, die van een kibbelend team, waar iedereen met mekaar zowat over straat rollebolde, een hechte eenheid heeft gesmeed. De sfeer is veel beter en de resultaten ook (8 MP uit 4 duels; in 2004-2005 7 uit 9 en degradatie).
De eerste doelstelling is waarschijnlijk al gehaald: klassebehoud. Dus nu moeten we een stapje verder proberen te komen, namelijk promotie! (Die flauwe grappen van de Schaakmaat toen we anderhalf jaar geleden de promotie misten hebben ons niet klein gekregen!)
BSG 1, een heerlijk team!
Uitslagen:
BSG [2194] - VAS [2139] 6-4
1. H Ree [2439] - C Pex [2093] ½-½
2. E Wxc3xbcstefeld [2256] - N Oud [1996] 1-0
3. L Pliester [2378] - R Hartoch [2201] ½-½
4. H van der Poel [2307] - A Köhler [2204] ½½
5. T van der Heijden [2190] - J Markus [2258] 1-0
6. La Ootes [2166] - V Ouwendijk [2169] 1-0
7. E de Groote [2178] - H Sinke [2222] 1-0
8. C Kooijman [1943] - P Ghijsen [2090] ½-½
9. J de Groote [1966] - L Jongsma [2093] 0-1
10. C van der Heijden [2112] - G Visser [2059] 0-1
BSG 2 [1899] - VAS 3 [1991] 2½-5½
11. T de Ruiter [2070] - E Straat [2080] ½-½
12. Le Ootes [1974] - J van Vuure [2092] 0-1
13. B Kieboom [1968] - F Smit [2057] ½-½
14. T Slisser [2049] - H Westerman [1909] 1-0
15. B Balke - M Bogaard [1982] 0-1
16. J Witkamp [1776] - D Kleeman [2052] 0-1
17. T Haenen [1730] - B Drewes [1806] 0-1
18. M Pieterse [1782] - S Greeuw [1951] ½-½