Final-obstruent devoicing
Het studiejaar staat weer voor de deur. De komende tijd zal ik veel worden geconfronteerd met de Engelse taal. Hoewel Nederlanders de Engelse taal over het algemeen heel aardig beheersen (al ben ik waarschijnlijk de uitzondering die de regel bevestigt xD), maken ze onbewust uitspraakfouten. Een goed (!) voorbeeld hiervan is de Engelse (harde) "g", die door Nederlanders vaak als een "k" wordt uitgesproken. Een beter voorbeeld is echter de zogenaamde "eindklankverscherping" (final-obstruent devoicing) die onterecht wordt toegepast op Engelse woorden. Zo is een website een wepsite, jazz is djes en good is koet. De meeste Engelstaligen maken zich hier wel een beetje schuldig aan, maar Nederlanders die Engels praten doen het wel heel opzichtig. Zo val je natuurlijk direct door de mand.
Hoewel het Engels voor het grootste gedeelte een Germaanse taal is, is het naar mijn weten de enige Germaanse taal zonder final-obstruent devoicing. Er zal ook wel een reden voor zijn dat in het Nederlands wel FOD aanwezig is. Het is denk ik makkelijker om botweg "hant" te zeggen dan "hand", of "ik hep" in plaats van "ik heb". Een nadeel is er natuurlijk ook: de spelling gaat afwijken van de uitspraak. Bovendien krijg je gedrochten van spellingsregels, zoals we zo dadelijk zullen zien.
Het kofschip
De eindklankverscherping treedt op bij zgn. "stemhebbende" medeklinkers, die in een "stemloze" tegenhanger kunnen veranderen. Ooit weleens afgevraagd wat het verschil tussen de "v" en de "f" is? Hier is het antwoord. Je hebt die stomme kofschipregel immers niet voor niets uit je kop geleerd. Het kofschip lijkt te bestaan uit een willekeurige verzameling letters, die toevallig het woord "kofschip" (geen idee wat het is, eerlijk gezegd) vormen. Maar dat is het natuurlijk niet. Het kofschip bevat juist ALLE stemloze medeklinkers. Deze medeklinkers hebben een "harde" klank, die komt omdat de stembanden niet meetrillen wanneer ze worden uitgesproken.
De stemhebbende medeklinkers die door de eindklankverscherping worden aangetast zijn:
b -> p
d -> t
g -> ch
g -> k
v -> f
z -> s
Het verschil tussen de "b" en de "p" is meestal wel duidelijk te horen (behalve dus op het eind van een woord), net zoals het verschil tussen een "d" en een "t". Het verschil tussen de "z" en de "s" wordt door sommige sprekers (Amsterdam!) nauwelijks meer gemaakt, net als het verschil tussen de "v" en de "f" (zoals bij mij). Het verschil tussen de "g" en "ch" vond ik ook altijd moeilijk te ontdekken. Gelukkig biedt de FOD uitkomst: een "g" op het eind van een woord is altijd een "ch". In het woordje "gelukkig" is het verschil tussen de beide "g's" duidelijk te horen.
Daarnaast is er nog de "k". In het Nederlands komt zijn tegenhanger nauwelijks voor (het Nederlands koos ervoor om de wrijfklank te behouden, waar het Duits en Engels overgingen op de k-achtige g), wat in ieder een mogelijkheid tot FOD uitschakelt. De "Engelse" g komt in het Nederlands eigenlijk alleen voor in woorden als "zakdoek" en "dekbed" en natuurlijk in "goal".*
Clusters
Het onderscheid tussen stemhebbende en stemloze medeklinkers is van belang om de clustervorming van medeklinkers in onze taal te begrijpen. Waarom komt "sch" wel voor en "sg" of "zch" niet? De reden is dat medeklinkers graag overeen willen komen qua "stem". Zo worden de woorden "het vee" (een klassieker) als "het fee" uitgesproken, omdat de "t" van "het" als het ware heeft bepaald dat de volgende letter ook stemloos moet zijn. Ook in samenstellingen als raadzaam ("raatsaam") en dekbed ("degbed") beïnvloeden de medeklinkers elkaar. Daarom bevat een cluster als het even kan alleen maar stemloze medeklinkers:
School
Steen
Acht
De stemhebbende tegenhangers hebben minder de neiging te gaan clusteren. Overigens fungeren de stemhebbende (!) letters "l", "m", "n" en "r" als een soort lijm: zij kunnen overal bij geplakt worden:
Angstschreeuw
Schrift
Streep
Splijten
Kortom: de "l", "m", "n" en "r" hebben geen lastige spellingsregels nodig. Die zijn weggelegd voor het kofschip.
Spelling
Dat de Nederlandse spelling voor problemen zorgt, heeft naast FOD ook te maken met enkele lastige regels. Door de FOD kun je niet op je gehoor afgaan bij het bepalen van de spelling van bijvoorbeeld voltooid deelwoorden. Laten we eens kijken naar:
Hij hoort (stam+t)
Hij heeft gehoord (voltooid deelwoord: r -> rd)
In het geval van het voltooid deelwoord gaat de "stam+t" altijd naar het hulpwerkwoord. Het voltooid deelwoord krijgt ofwel een "d", ofwel een "t". Dit hangt weer af van het kofschip: na een stemloze letter komt de stemloze "t", na een stemhebbende letter komt een stemhebbende "d". Blijkbaar maakt het voor de spelling niet uit dat het Nederlands FOD heeft.
Problemen ontstaan er bij werkwoorden waarbij de FOD zich openbaart in de spelling. Dit zijn de werkwoorden waarbij de stam op een "v" of "z" eindigt. Blijkbaar is ooit besloten dat woorden in het Nederlands NOOIT op een "v" of "z" eindigen. De "v" en de "z" worden dus anders behandeld dan de "d", de "b" en de "g", die NOOIT worden vervangen door een "t", een "p" of een "ch".
De consequentie hiervan is dat er dit soort spellingsgedrochten ontstaan:
Verbazen, ik verbaas, ik ben verbaasd
Leven, ik leef, ik heb geleefd
De regel is immers dat de eindletter wordt bepaald aan de hand van de STAM van het werkwoord. Hierdoor klinkt de FOD wel door in de één-na-laatste letter van het woord, maar niet in de laatste letter, die ook niet eens overeenkomt qua "stem" met de voorgaande letter. De laatste letter moet in dit geval dus eigenlijk een "t" zijn!
Ergens is het raar dat de "v" en de "z" een aparte behandeling krijgen en in tegenstelling tot de "b", de "d" en "g" niet op het eind van een woord kunnen staan. Misschien komt dat doordat de "v" en de "z" probleemloos kunnen worden ingewisseld door de "f" en de "s" zonder dat er problemen ontstaan met de betekenis. Dat is bij de "g" en de "ch" juist wel een groot probleem. Denk maar aan lag en lach, ligt en licht.
Aan de andere kant ontstaan er door FOD ook weer problemen met de verledentijdsvormen. Heeft niemand ooit problemen gehad met:
Leggen, ik leg, ik legde
Leggen, ik le[ch], ik le[cht]e
Ik in ieder geval wel! Dit is volgens mij een mooi staaltje progressieve assimilatie: de "d" verandert in een "t" door de ch-klank ervoor. Het omgekeerde komt ook voor: door de uitgang -de wordt de voorgaande klank juist weer stemhebbend.
Wanneer FOD ervoor zou zorgen dat alleen nog de kofschipletters in plaats van hun tegenhangers op het eind van een woord geschreven mogen worden, betekent dat dus heel wat voor de spelling en uitspraak (!) van de verledentijdsvorm. Aangezien op school vaak is verteld dat het toch echt "legde" is en niet "lechte", zullen de meeste mensen ook wel "legde" zeggen in plaats van "lechte". In dit geval zorgt een spellingverandering niet voor een correcte weergave van de uitspraak. Aan de andere kant kan de spelling van voltooid deelwoorden er makkelijker van worden, zonder dat het ten koste gaat van de uitspraakweergave: in een voltooid deelwoord dat op een "d" eindigt, staat die "d" daar altijd maar voor de sier. Geen hond die de "d" ook als een "d" uitspreekt**, dus in dat opzicht zijn de vele d/t-regeltjes een beetje zielig. Misschien is het een idee om bij de volgende spellingsherziening de spelling wat meer aan te passen aan de FOD?
Conclusie
De spelling van een taal moet gebaseerd zijn op hoe de taal wordt uitgesproken en niet andersom. De Nederlandse spelling lijkt voorbij te gaan aan het feit dat Nederlanders hun eindklank automatisch verscherpen. Toch zijn er strikte richtlijnen of een woord nou op een "d" of "t" eindigt. Deze taalregels zijn niet op het gehoor te toetsen, waardoor Nederlanders er vaak mee de mist in gaan. FOD in de spelling laten doorklinken is een manier om deze spelfouten voor eens en voor altijd te elimineren.
* U begrijpt dat het hierbij om de uitspraak gaat en niet om de spelling.
** Al probeer ik dat sinds enkele maanden wel
Gerelateerde artikelen:
Nederlands, moeilijk?!; 04-12 2009
Geen opmerkingen:
Een reactie posten