Donderdag 05-06
"Zijn ze alweer naar hun bed? Want als dat zo is..."
- "Kom op Mark, je moet een beetje flexibel zijn. Ze hebben de hele week hard gewerkt."
Mark B en de leiding van het hotel, 05-06 2008.
De donderdag stond in het teken van de eindopdracht: een locatie voor een tweede ENCI-groeve. Wie weet waar de afkorting "ENCI" voor staat, weet ook dat het een beetje een tegnstrijdige naam wordt. Daarom noem ik het de TNCI.
We gingen dus kijken naar locaties voor de TNCI. Zelf leek het me heel handig als de formatie van Maastricht, met goede kwaliteit kalk, net of net niet aan de oppervlakte zou komen. We vonden drie veelbelovende locaties, op drie hele verschillende plaatsen. We bedachten er ook namen voor:
De Simgroeve bij Sibbe en Margraten,
De From-Berg-to-Daal-groeve bij Fromberg en Ransdaal,
De Sjouw-en-Smeergroeve bij Smeermaas.
Het was de bedoeling om foto's te maken van de gebieden. Dat kwam moeilijk van de grond, omdat Mark B ons profiel nog ging bespreken. Ons profiel kwam pas tijdens de middag aan de beurt, op het moment dat Mark het niet meer uithield. Hij moest nodig wat gaan eten. Daar gingen wij niet meer op wachten.
Dus om een uur of twee gingen Rolex en ik de drie locaties bezoeken. Het duurde allemaal wat lang, omdat onze locaties ver uit elkaar lagen en niet heel dichtbij het hotel in Berg en Terblijt.
De eerste locatie was bij Sibbe. Dat lag nog wel redelijk in de buurt. We reden op een weg langs wat akkers en Rolex wilde graag zien hoe het gebied over die heuvel eruit zag. Dus wij over zo'n pad tussen die akker en een boomgaard (of iets in die richting) lopen. Ik had m'n "bergschoenen" een keer niet aan en dat bleek niet heel handig. M'n schoenen bleven zo erg kleven aan de löss, dat ik een paar keer bijna uit m'n schoenen stapte.
We liepen vrolijk het terrein op, om wat foto's te schieten, toen we het idee hadden dat we langs de eigenaar liepen. Die was druk aan het werk en had ons blijkbaar niet gezien, maar we durfden niet meer terug. "Dan maar verder", was de gedachte. Terwijl de fietsen steeds verder onder de löss kwamen, liep het pad opeens dood. Wat doe je dan?
"Zijn ze alweer naar hun bed? Want als dat zo is..."
- "Kom op Mark, je moet een beetje flexibel zijn. Ze hebben de hele week hard gewerkt."
Mark B en de leiding van het hotel, 05-06 2008.
De donderdag stond in het teken van de eindopdracht: een locatie voor een tweede ENCI-groeve. Wie weet waar de afkorting "ENCI" voor staat, weet ook dat het een beetje een tegnstrijdige naam wordt. Daarom noem ik het de TNCI.
We gingen dus kijken naar locaties voor de TNCI. Zelf leek het me heel handig als de formatie van Maastricht, met goede kwaliteit kalk, net of net niet aan de oppervlakte zou komen. We vonden drie veelbelovende locaties, op drie hele verschillende plaatsen. We bedachten er ook namen voor:
De Simgroeve bij Sibbe en Margraten,
De From-Berg-to-Daal-groeve bij Fromberg en Ransdaal,
De Sjouw-en-Smeergroeve bij Smeermaas.
Het was de bedoeling om foto's te maken van de gebieden. Dat kwam moeilijk van de grond, omdat Mark B ons profiel nog ging bespreken. Ons profiel kwam pas tijdens de middag aan de beurt, op het moment dat Mark het niet meer uithield. Hij moest nodig wat gaan eten. Daar gingen wij niet meer op wachten.
Dus om een uur of twee gingen Rolex en ik de drie locaties bezoeken. Het duurde allemaal wat lang, omdat onze locaties ver uit elkaar lagen en niet heel dichtbij het hotel in Berg en Terblijt.
De eerste locatie was bij Sibbe. Dat lag nog wel redelijk in de buurt. We reden op een weg langs wat akkers en Rolex wilde graag zien hoe het gebied over die heuvel eruit zag. Dus wij over zo'n pad tussen die akker en een boomgaard (of iets in die richting) lopen. Ik had m'n "bergschoenen" een keer niet aan en dat bleek niet heel handig. M'n schoenen bleven zo erg kleven aan de löss, dat ik een paar keer bijna uit m'n schoenen stapte.
We liepen vrolijk het terrein op, om wat foto's te schieten, toen we het idee hadden dat we langs de eigenaar liepen. Die was druk aan het werk en had ons blijkbaar niet gezien, maar we durfden niet meer terug. "Dan maar verder", was de gedachte. Terwijl de fietsen steeds verder onder de löss kwamen, liep het pad opeens dood. Wat doe je dan?
Je maakt foto's!
Ik besloot om van de nood een deugt te maken. Zo ziet het terrein er dus uit. Ik had de foto's, maar hoe kom je hier uit? Gelukkig wist ik dat alle ellende wel een keer over gaat. Het is een soort periodiciteit. De ene keer voel je je gelukkig, maar dat gevoel gaat ook wel een keer weg. Omgekeerd geldt het uiteraard ook. Misschien werden we wel gesnapt. Misschien moesten we wel mee naar het bureau. Misschien niet leuk, maar wel spannend. Je koopt dan eigenlijk je problemen af.
Maar toch, wat doe je? Ga je weer terug? Of ga je nog verder het land door? Nee, we gingen langs de rand van een akker, om even verderop weer via een pas terug te gaan. Hoewel de löss steeds verder in de fietsen ging zitten, lukte het plannetje: we kwamen ongezien (?) de akker uit. Daarna moesten we het lössprobleem oplossen.
Het probleem was namelijk dat de löss een dik pakket had gevormd op alle bewegende delen van de fiets. Gek genoeg zat er meer troep op "mijn" fiets (al had ik met Rolex geruild omdat die fiets van mij niet meer vooruit kwam). Misschien kwam dat omdat ik probeerde zo snel mogelijk te lopen. Ik zag namelijk dat de löss meer ging "plakken" als je langzaam rijdt. Daarom duwde ik die fiets zo hard als ik kon vooruit, maar misschien molde ik het ding daardoor alleen maar meer.
We gingen de löss uit alle holtes proberen te plukken. Daarna gingen we door plassen rijden. Het hielp een beetje, maar niet heel veel. Bij een bedrijf dat in een grot was gehuisvest, konden we die fietsen verder schoonmaken. Nog steeds waren ze smerig. Toen we onderweg nog een groepje medestudenten tegenkwamen, schaamde ik me best wel.
Het was al heel wat dat die fietsen weer reden. We gingen naar het oosten, naar de tweede locatie, toen we een tankstation tegenkwamen. Even later zagen de fietsen er weer zo uit:
Maar toch, wat doe je? Ga je weer terug? Of ga je nog verder het land door? Nee, we gingen langs de rand van een akker, om even verderop weer via een pas terug te gaan. Hoewel de löss steeds verder in de fietsen ging zitten, lukte het plannetje: we kwamen ongezien (?) de akker uit. Daarna moesten we het lössprobleem oplossen.
Het probleem was namelijk dat de löss een dik pakket had gevormd op alle bewegende delen van de fiets. Gek genoeg zat er meer troep op "mijn" fiets (al had ik met Rolex geruild omdat die fiets van mij niet meer vooruit kwam). Misschien kwam dat omdat ik probeerde zo snel mogelijk te lopen. Ik zag namelijk dat de löss meer ging "plakken" als je langzaam rijdt. Daarom duwde ik die fiets zo hard als ik kon vooruit, maar misschien molde ik het ding daardoor alleen maar meer.
We gingen de löss uit alle holtes proberen te plukken. Daarna gingen we door plassen rijden. Het hielp een beetje, maar niet heel veel. Bij een bedrijf dat in een grot was gehuisvest, konden we die fietsen verder schoonmaken. Nog steeds waren ze smerig. Toen we onderweg nog een groepje medestudenten tegenkwamen, schaamde ik me best wel.
Het was al heel wat dat die fietsen weer reden. We gingen naar het oosten, naar de tweede locatie, toen we een tankstation tegenkwamen. Even later zagen de fietsen er weer zo uit:
Foto 4: geluk bij een ongeluk! Na negen keer een muntje in zo'n automaat te hebben geknikkerd, waren die fietsen dan eindelijk schoon!
De tijd begon te dringen. We reden naar het oosten, richting Fromberg. Onderweg maakte ik wat aardige foto's:
Foto 5: De Geul, een woeste rivier. Foto 6 en 7: een migrerende boom.
De groeve zou in het gebied liggen tussen twee sporen. Nou, het spoor was gevonden:
Foto 8 en 9: de spoorweg. In de verte is de kruising - als het goed is - te zien.
Het begon laat te worden, maar we wilden nog graag die foto's hebben. Toen we het spoor hadden gevonden, gingen we nog verder omhoog, totdat we een mooi uitzicht hadden.
Hier nog wat foto's van het gebied:
Hier nog wat foto's van het gebied:
Foto 10, 11 en 12: Het landschap is heel erg heuvelachtig. Foto 13: Het spoor over. Een hondekop vertrekt van het station. Foto 14: Een koe en een vermeende graft. Foto 15: Een boomgaard.
Dat waren de landschappelijke waarden van het begied. We gingen weer terug en de terugweg was lang en zwaar. Pas om kwart voor zeven kwamen we bij het hotel aan. Hoewel het avondmaal officieel al drie kwartier geleden zou zijn begonnen, hadden we slechts het voorgerecht gemist. Dat was niet zo erg dus.
Op de terugweg reden we nog langs de akker die ons bijna noodlottig werd:
Op de terugweg reden we nog langs de akker die ons bijna noodlottig werd:
Foto 16: De sporen in de blubber, waar wij uren geleden probeerden de fietsen schoon te krijgen. Foto 17: Meer löss dan je denkt.
Vrijdag 06-06
"Als ik veel geld had, zou ik dit gebied opkopen en helemaal platwalsen."
- "Wil je een van de meest biodiverse landschappen van Nederland naar de Maan helpen?"
"Dat is meer iets voor de NASA."
Behirder en Rolex, op weg naar het hotel, 05-06 2008.
Die ochtend ruimde ik m'n rotzooi op en propte ik alles in m'n tas. Dat is het grote voordeel van niet teveel meenemen: dan heb je het die laatste dag wat makkelijker. Dat ik de laatste week wat weinig schone kleren was, was het nadeel. ;)
De meesten gebruikten de laatste dag om nog maar lekker uit te rusten en aan te klooien.
Foto 18: Vrijdagochtend.
Wij niet. We gingen de laatste locatie bekijken, bij Smeermaas. Het is een gebiedje ten noorden van Maastricht, vlakbij de Belgische grens. Hieronder wat foto's:
Foto 19: Zo laat was het bij vertrek... Foto 20: De Maas is vlakbij. Foto 21: En de grens is om de hoek. Foto 22, 23 en 24: Zo ziet het landschap er uit. Foto 25: Een huisje. Foto 26: Een holle weg. Foto 27: Ziet er niet al te oud uit.
De waarde van het geied is de historie:
Foto 28 t/m 33: Handige bordjes.
Het werd tijd om te gaan. Onderweg kreeg ik allemaal paniekerige telefoontjes. Of we er wel op tijd zouden zijn. Om 13.00 uur zouden we namelijk vertrekken en daarvoor wilde o.a. Mark B nog een soort dankwoordje doen. Het is wel gelukt (ondanks die vervloekte heuvels):
Foto 34: ... en zo laat was het bij aankomst.
Het was oorspronkelijk de bedoeling om naar een treinstation te lopen. Paul C wist echter een bus te regelen, waardoor we zonder veel moeite naar Maastricht gingen. Daar ging iedereen met de trein naar huis. Iedereen, behalve Rolex. Hij wilde nog wat zien in Limburg, had ik begrepen.
Foto 35: In de bus. Foto 36: Een laatste blik op de begeleiders vanuit de bus. Foto 37: Daar gaat de antieke bus.
In de trein kon ik nog één keer de blits maken met een opmerking. We reden net Culemborg (bekend van het eerste veldwerk) voorbij, toen iemand vroeg waar de bodem uit bestond. Ik wist het wel:
"De bodem bestaat uit zand, veen en een laagje klei. Het zand is Pleistoceen zand..."
- "En dat was het!"
Kreeg ik toen te horen. ;)
"De bodem bestaat uit zand, veen en een laagje klei. Het zand is Pleistoceen zand..."
- "En dat was het!"
Kreeg ik toen te horen. ;)
Ik stapte uit in Utrecht. M'n pa haalde me uiteindelijk op. Ik moest nog wel wennen aan de nieuwe auto, die zwart is in plaats van grijs. Twee lange weken waren voorbij. Ik voelde me erg leeg.
Gerelateerde artikelen:Veldwerk Limburg (4); 30-06 2008
Veldwerk Limburg (3); 28-06 2008
Veldwerk Limburg (2); 24-06 2008
Veldwerk Limburg; 10-06 2008
Veldwerk Limburg (het begin); 08-06 2008
Veldwerk Limburg (introductie); 06-06 2008