Wel of niet?
Volgend seizoen speelt BSG 1 in de meesterklasse en de vraag is dus met welke spelers. Een interessant geval is Coen van der Heijden. Hij is een bijzonder ongebalanceerde speler. Tactisch is hij meestal behoorlijk goed en rekenen kan hij ook wel, maar er is een ding wat hem af en toe een enorm slechte speler maakt: hij speelt erg eenzijdig. Meestal betekent dat dat hij vol op de aanval speelt, ook in stellingen waar dat niet kan. Tegen sterkere spelers heeft hij echter meer dan eens succes met zijn spel. Tegen zwakkere spelers worstelt hij bijna altijd. Toch sleept zijn tactische handigheid hem wel uit de problemen, maar is iemand die van iedereen kan verliezen wel geschikt voor de meesterklasse?
Afgelopen seizoen bakte Coen er in het begin helemaal niks van. Toen hij op 15 december een zwaarbevochten remise scoorde, (nadat hij in de opening al snel een pion verloor) was hij blij. Blij met ½ uit 4. Na de winterstop verloor hij meteen weer, maar sloot hij het seizoen af met drie zeges. De eerste zege was tegen een n00b die niet kon schaken en de tweede zege was vanuit een totaal verloren stand, maar de laatste ronde maakte zijn seizoen toch een beetje goed. "Je bent zo goed als je laatste wedstrijd", zeggen ze dan.
Coen is vooral sterk tegen goede tegenstanders. In de laatste ronde won hij dus van een speler met bijna 2200 (Paul-Peter Theulings), maar van sterkere spelers heeft hij ook gewonnen. Leon Pliester beet een paar keer tegen hem in het stof, net zoals Dharma Tjiam, die tegenwoordig IM is. Wel grappig dat Coen in dat seizoen (2004-2005) verloor van Bert Both, waar hij laatst dus van won.
De meesterklasse hoeft dus geen probleem te zijn voor Coen, die een echte reuzendoder is. Tot slot nog een partijtje van ondergetekende tegen Coen, of beter gezegd, een fragment.
Volgend seizoen speelt BSG 1 in de meesterklasse en de vraag is dus met welke spelers. Een interessant geval is Coen van der Heijden. Hij is een bijzonder ongebalanceerde speler. Tactisch is hij meestal behoorlijk goed en rekenen kan hij ook wel, maar er is een ding wat hem af en toe een enorm slechte speler maakt: hij speelt erg eenzijdig. Meestal betekent dat dat hij vol op de aanval speelt, ook in stellingen waar dat niet kan. Tegen sterkere spelers heeft hij echter meer dan eens succes met zijn spel. Tegen zwakkere spelers worstelt hij bijna altijd. Toch sleept zijn tactische handigheid hem wel uit de problemen, maar is iemand die van iedereen kan verliezen wel geschikt voor de meesterklasse?
Afgelopen seizoen bakte Coen er in het begin helemaal niks van. Toen hij op 15 december een zwaarbevochten remise scoorde, (nadat hij in de opening al snel een pion verloor) was hij blij. Blij met ½ uit 4. Na de winterstop verloor hij meteen weer, maar sloot hij het seizoen af met drie zeges. De eerste zege was tegen een n00b die niet kon schaken en de tweede zege was vanuit een totaal verloren stand, maar de laatste ronde maakte zijn seizoen toch een beetje goed. "Je bent zo goed als je laatste wedstrijd", zeggen ze dan.
Coen is vooral sterk tegen goede tegenstanders. In de laatste ronde won hij dus van een speler met bijna 2200 (Paul-Peter Theulings), maar van sterkere spelers heeft hij ook gewonnen. Leon Pliester beet een paar keer tegen hem in het stof, net zoals Dharma Tjiam, die tegenwoordig IM is. Wel grappig dat Coen in dat seizoen (2004-2005) verloor van Bert Both, waar hij laatst dus van won.
De meesterklasse hoeft dus geen probleem te zijn voor Coen, die een echte reuzendoder is. Tot slot nog een partijtje van ondergetekende tegen Coen, of beter gezegd, een fragment.
Jesper de Groote (1888)
Coen van der Heijden (2129)
Coen van der Heijden (2129)
Interne competitie BSG ronde 9 (02-01 2006)
1. e4 e5 2. Nf3 Nc6 3. Bb5 Bc5 4. O-O Nd4 5. Nxd4 Bxd4 6. c3 Bb6 7. d4 c6 8.Bc4 d6 9. Be3 Nf6 10. Nd2 O-O 11. Qf3 exd4 12. cxd4 d5 13. e5 dxc4 14. exf6 Bxd4 15. fxg7 Bxg7 16. Nxc4 Be6 17. Rad1 Bd5 18. Qf4
1. e4 e5 2. Nf3 Nc6 3. Bb5 Bc5 4. O-O Nd4 5. Nxd4 Bxd4 6. c3 Bb6 7. d4 c6 8.Bc4 d6 9. Be3 Nf6 10. Nd2 O-O 11. Qf3 exd4 12. cxd4 d5 13. e5 dxc4 14. exf6 Bxd4 15. fxg7 Bxg7 16. Nxc4 Be6 17. Rad1 Bd5 18. Qf4
Ik had niet bepaald voordeel gekregen uit de opening, om het maar zacht uit te drukken. Met zijn volgende zetten ging Coen een aanval voorbereiden over de g-lijn, wat wel voorspelbaar was.
18...Kh8 19. Bd4 Rg8 20. Ne3 Qf8 21. Nxd5 cxd5
En wit stond veel beter.
Typisch Coen, vond ik dit. Soms briljant, soms oliedom, maar altijd aanvallend. In dit fragment stelde zijn aanval niks voor omdat wit het centrum in bezit kreeg.
Coen van der Heijden 4
Coen speelde niet bepaald zijn beste seizoen. Kwam heel vaak slecht te staan en als -ie dat niet kwam, dan overspeelde hij zijn hand wel. Door op het laatst drie keer achter elkaar te winnen, redde hij zijn seizoen nog een beetje, maar of het genoeg is voor een jaartje meesterklasse?
Links:
Statistieken BSG 1; 22-04 2008
4 opmerkingen: