31-03-2010

De kolom van de maand


Beunhaas

Mocht de kolom van gisteren een beetje zijn tegengevallen, dan hoop ik dat goed te maken door een column op te boeren die ik in de Metro vond. De onderstaande column van Hadjar Benmiloud (1989) zorgde bij mij voor een goed begin van de dag. Omdat ik dit zelf in een artikel niet kan overtreffen, zal ik jullie mee laten genieten:

EERST TOT TIEN TELLEN IN DE TREIN

Balkenendes kabinet van moraalridders mag dan voltooid verleden tijd zijn, Camiel Eurlings komt nog op de valreep met een laatste betuttelende actie: een campagne om "normen en waarden in het openbaar vervoer te stimuleren". Camiel ja, dezelfde die ruim dertig jaar te vroeg met pensioen gaat om meer tijd te besteden aan het gezin dat hij niet heeft. Bij deze wil ik Camiel graag alvast nomineren voor Beunhaas van het jaar 2010.


Het is niet mijn bedoeling om heel populistisch elk "luxeproject" af te kraken met het argument "weet je wel wat dat kost?!", want we leven niet in een derdewereldland. En niet in een derdewereldland leven houdt in dat je heel veel belasting betaalt voor allerlei dingen die helemaal nergens op slaan, zoals reusachtige metalen sculpturen op elke rotonde (kunst) en subsidie op de plaatselijke voetbalclub zodat elk lid een kwartje per maand minder hoeft te betalen. En ja, onder die onzinnige hobbyprojecten (je moet dat begrotingstekort toch ergens vandaan halen) vallen ook grootschalige campagnes die de burger fijntjes uitleggen hoe we ons dienen te gedragen, wat we wel en niet mogen eten en dat met Jezus vloeken heus erger is dan met elke andere willekeurige voornaam.

We kunnen binnenkort dus een campagne verwachten die gaat voorkomen dat er nog meer "schandalige incidenten" plaatsvinden in het OV. Onder deze schandalige incidenten rekent Eurlings de dingen die hij in de krant leest en de dingen die hij heeft "gehoord", want een minister reist zelf natuurlijk niet per trein, daar heeft hij bevriende burgers voor. De druppel was het verhaal over een man die zomaar in een trein stond te urineren. "Dat is toch niet normaal?!", vindt Eurlings. Nee, dat is het inderdaad niet. Het is typisch Den Haag om te denken dat dit soort acties een geaccepteerd verschijnsel zijn en opgelost kunnen worden met een campagne. Maar ik wens ze veel succes. Ik verwacht iets wat lijkt op de "onbewust asociaal" campagne. Leuzen als: "Zin om de conducteur neer te steken? Eerst tot tien tellen!" en "plas niet over je medepassagier, maar over de bril". Ik verheug me op de campagne. Ik ga sowieso een poster proberen te jatten voor in mijn kamer. Oeps, is dat onbewust asociaal? Ach, ik betaal toch genoeg belasting.

Gerelateerde artikelen:
Gedichten; 20-12 2009
Tijdnood, erg dom; 30-03 2010

30-03-2010

Tijdnood, erg dom


Nijboer

De site van de KNSB werd vandaag verrijkt met een verwijzing naar een "kolom" van Karel van D. over tijdnood met schaken. Diverse grootmeesters, waaronder tijdnoodjunk Freezo Neighbour, komen aan het woord en waarschuwen voor het tijdnoodspook. Ze hebben geen goed woord over voor mensen die (geregeld) in tijdnood komen:




Nijboer (boven): "Dom", Averbach (midden): "Karakterzwakte" en Nunn (onder): "Voorkom dat je in tijdnood komt."

Tijdnood moet dus wel iets vreselijk ergs zijn, maar het is een veelvoorkomend fenomeen. Voor een schaakpartij is immers maar een beperkte hoeveelheid tijd beschikbaar. Wanneer een partij maar doorgaat, zal in ieder geval één van de spelers in tijdnood komen. In de praktijk zie ook zelden dat beide spelers in een rap tempo naar de veertigste zet "vluggeren", hoewel dat volgens de eerder aangehaalde grootmeesters wel min of meer is aan te bevelen. Het gevolg is dat de tijd schaars begint te worden wanneer de spelers een zet of dertig hebben gedaan en dan wordt het hectisch, wat blunders weer in de hand werkt.

In grote lijnen beweren degenen die in het artikel worden aangehaald dat tijdnood komt doordat de speler niet besluitvaardig genoeg is en dat hij/zij beter een goede zet kan spelen dan op zoek te gaan naar de beste zet. Bovendien is het volgens onder andere Bronstein zo dat langer nadenken niet leidt tot betere zetten: de tijdsconsumptie en de kracht van een gespeelde zet gaan niet hand in hand met elkaar. Waarom zou je dan nog lang nadenken?

Kritiek
In tijdnood komen is dus erg dom, wordt er beweerd. Zo stellig wil ik niet zijn. Voor een optimaal resultaat moet je je tijd ook optimaal benutten. Een schaakpartij is immers een soort ketting: hij breekt bij de zwakste schakel. Je zwakste zet moet dus zo goed mogelijk zijn. Verder kan een haastig uitgevoerde zet in de beginfase van de partij nare consequenties hebben voor de rest van de partij, waardoor je de hele partij extra problemen hebt, wat weer tot extra nadenken leidt.

Daarnaast ben ik het niet eens met de stelling dat langer nadenken niet leidt tot betere zetten. Vaak gaan mensen lang nadenken omdat ze in moeilijkheden zitten. Dan is het ook makkelijker om in de fout te gaan. Bovendien: als deze stelling wel waar zou zijn, dan is de stelling dat je niet in tijdnood moet komen ook meteen ontkracht.

Verder weet je niet hoe lang de partij duurt. Misschien is-ie binnen drie zetten al afgelopen, maar misschien duurt-ie nog 50 zetten. Daar kun je dus moeilijk je tijdsverbruik op afstemmen. Er is geen algemene regel voor te geven, hoewel dat in de kolom* wel gedaan wordt. 

In grote lijnen is er wel veel bekend over de duur van een schaakpartij. Volgens deze schaaksite duren partijen gemiddeld net geen veertig zetten. Voor correspondentieschaak blijkt dit iets lager te liggen: op 37 zetten. Blijkbaar zorgt het hogere niveau voor kortere partijen. Mijn "big database" geeft hetzelfde gemiddelde en een histogram. Jammer genoeg kan ik de data niet transporteren naar Excel, waardoor mijn resultaten niet veel meer zijn dan schattingen. De meeste partijen worden tussen de 30e en 40e zet beslist. Ik weet niet of dit komt doordat de tijdcontrole op de 40e zet is, waardoor de tijdnoodfase in de zetten daarvoor is, wat abrupte beslissingen in de hand werkt. Daar lijkt het overigens niet op: de grafiek lijkt zeer regelmatig. Blijkbaar is de tijdcontrole op de 40e zet omdat rond die tijd veel partijen beslist worden. Van de ruim drie miljoen partijen worden er per zet zo'n 85.000 beëindigd in deze periode. De 40e en 41e zet hebben zelfs meer dan 100.000 besliste partijen. Al met al wordt ongeveer een kwart van de partijen beslist in de tien zetten voor de tijdcontrole. Naar schatting wordt nog 40 procent van de partijen voor zet 30 beslist, wat betekent dat slechts zo'n 35 procent de tijdcontrole overleeft. Ofwel: de kans is niet eens zo groot dat je aan de veertigste zet toekomt.

Zelf heb ik als klein jongetje al moeten meemaken dat extra tijd op de klok vaak niet opweegt tegen een mindere stelling. Vaak als ik met de externe competitie slecht stond tegen zo'n ouwe knar, hoopte ik dat mijn voorsprong op de klok nog belangrijk zou worden, maar dan zie je hoe traag de klok de minuten wegtikt. Veel trager dan het tempo waarin mijn tegenstander mij van het bord tikte.

Daarom ben ik maar slomer gaan spelen. Je moet pas een zet doen als je er volledig achter staat, anders ga je er enorme spijt van krijgen, is mijn mening. Je tegenstander heeft namelijk ook twee uur bedenktijd waarin -ie ieder foutje van je kan afstraffen. Een schaker moet aanvoelen in welke situaties hij op zoek moet gaan naar de beste zet en in welke situaties een goede zet ook voldoet. Dit kun je niet afdoen met een algemene regel.

Al met al denk ik dat tijdnood te somber wordt voorgesteld in het artikel, dat tot de volgende drie "conclusies" komt:

Conclusie 1: kom niet in tijdnood. 
Conclusie 2: tijdnood kun je op diverse manieren voorkomen.
Conclusie 3: tijdnood kun je op diverse manieren bestrijden.

Ik vind deze conclusies te kort door de bocht. Als niemand in tijdnood zou komen (wat volgens de definitie van Nunn** onvermijdelijk is bij lange partijen), zouden de partijen allemaal ruim voor hun theoretische limiet moeten zijn afgelopen. Dat is niet de praktijk en zal ook niet gebeuren. Bij lange partijen kom je onherroepelijk in tijdnood. Tijdnood hoort bij het schaken. Jammer dat dat niet wordt onderkend in het artikel. Natuurlijk zijn er ook veel mensen die gaan dagdromen of piekeren en daardoor in tijdnood komen, maar het is niet gezegd dat zij gebaat zijn bij (geforceerd) snel zetten, zoals Freezo ondervond:

"Nijboer heeft een keer geprobeerd radicaal te breken met lang nadenken in partijen. 'Dat werd een drama, ik verloor twee partijen als een kind.'"

Dus ja, wat is wijsheid?

* Wikipedia: "Een column is een kort stukje proza waarin de auteur spits en uitdagend zijn mening ventileert." Dat is dit artikel niet, lijkt me.
** "Nunn definieert tijdnood als een situatie waarin een speler minder dan één minuut per zet over heeft."

Links:

28-03-2010

Bahrein en Australië, een wereld van verschil


Eindelijk spektakel

Na de oersaaie GP van Bahrein vroeg iedereen zich af of de reglementen niet moesten worden veranderd om voor wat meer actie te zorgen. Zo werd er geopperd om een extra verplichte pitstop in te voeren, wat raar was, want door het verbod op bijtanken zijn er geen pitstops meer nodig, waardoor de inhaalacties juist op de baan zijn te bewonderen. In Upside-Down ging het er geheel anders aan toe. In geen enkel opzicht leek de race in Melbourne op die van Bahrein.

In tegenstelling tot voorgaande jaren was het dit jaar vrij nat in Melbourne. Het zorgde er ook voor dat de kwalificatie minder voorspelbaar was dan in Bahrein. Hoewel de Red Bulls de eerste startrij voor zich opeisen, met Fattle voor local hero Webbah, moet Luis genoegen nemen een een startplaats buiten de top 10. Daarmee is hij de eerste van de "grote vier" teams die niet door "Q2" komt. Wie dat wel doen zijn Barrichello, Kubica en Subtiel, de subtoppers in het veld. Wereldkampioen Button staat vierde, tussen de Ferrari's. De Mercedessen zijn weer de traagsten van de topteams.
Achterin is wat meer duidelijkheid gekomen: Lotus is Virgin te snel af, hoewel de HRT-bakken daar niet ver vandaan zitten. Wel komen de nieuwkomers meer dan twee seconden tekort op de rest.

Race
De race begint op een halfnatte baan. Fattle komt goed weg, in tegenstelling tot Webbah, die Massa vanaf de vijfde (!) plek langs zich ziet vliegen. Alonso wordt slachtoffer van het gedrang in de eerste bocht. Hij zit klem tussen Schumacher en Button en wordt door laatstgenoemde in de rondte getikt. Schumacher beschadigt zijn voorvleugel over het gras, terwijl Button probleemloos door kan rijden.
Niet lang daarna gaat het in het middenveld vreselijk mis als Co Biaggi op een snel stuk met een beschadigde auto onbestuurbaar in de muur kleunt en niet meer kan remmen voor de aanstaande bocht. Bümi en Hülkenberg hebben de pech om op dat moment in diezelfde bocht aanwezig te zijn en verlaten met een harde klap het strijdtoneel. De safetycar komt de baan op en het is tijd om even uit te gaan voor de reclames. Het is tijd om de tussenstand op te maken. Vier mensen hebben de eerste ronde niet overleefd, Jarno Trulli lag er voor de start van de race al uit.

Michael Schumacher kan de safetycarperiode gebruiken om zijn voorvleugel te vervangen, waarna hij weer achteraan aansluit. Anders dan zijn opvolger lukt het niet om door het veld heen naar voren te komen. Op de baan ontstaat een droog spoor. Button, die op dat moment niet echt lekker in de wedstrijd zat, besluit een gokje te wagen en stapt over op droogweerbanden. Als hij vervolgens uit zowat de eerste bocht vliegt, lijkt de gok volledig verkeerd uit te pakken, zeker omdat er nog regen wordt voorspeld.

Vooraan rijdt Fattle al gauw in niemandsland. Achteraan rijdt Button opeens veelbelovende rondetijden. Opeens duikt iedereen de pits in voor droogweerbanden. Button rukt op naar de tweede plaats, achter Fattle. Webbah heeft tijd verloren doordat hij pas laat overstapte naar slicks. Eenmaal teruggevallen gaat het van kwaad tot erger voor de Australiër, die te geforceerd rijdt. Constant is hij in gevecht met langzamere bolides en schiet hij zich vaker wel dan niet in de voet.

Voor Red Bull wordt het allemaal nog een tandje erger als Fattle opeens uitvalt door een remprobleem. Weg 25 punten! De leiding is nu in handen van Button, met Kubica op een fraaie tweede plaats. Luis is inmiddels derde en hij komt met een opmerkelijke actie: hij haalt een nieuw setje banden om in de slotfase van de race een hoger tempo aan de dag te kunnen leggen, net als Webbah en Rosberg. Ik had een dergelijke actie overigens al verwacht in Bahrein. Toch is het maar de vraag of het een slimme zet is, want hoewel de drie heren in de slotfase Kubica en de Ferrari's opjagen, blijkt inhalen lastiger.

Het moment van de race is dan ook wanneer Luis Alonso probeert in te halen. Hij liet Alonso zichzelf uitremmen, om er vervolgens binnendoor langs te steken, maar hij had buiten Webbah gerekend. Die verremt zich ook en knalt vol op de wagen van Luis. Beide wagens staan in het grind, maar kunnen hun weg weer vervolgen. Alonso kan opgelucht ademhalen, terwijl Rosberg twee posities wint. Webbah komt met een kapot aangezicht bij zijn team en kan na een reparatiepitstop zijn weg vervolgen als negende. Luis komt als zesde binnenhobbelen, voor Liuzzi en Barrichello, die een prima race reden. Schumacher pakt het laatste punt.

Button wint de race uiteindelijk gemakkelijk, terwijl Kubica de Ferrari's knap voorblijft. Op het podium staan dan ook drie blije heren. Button, die net als vorig jaar won, was uiteraard blij, net als Kubica en Massa, die zijn tweede podiumplaats van het seizoen pakte. Daarmee zorgde hij ervoor dat Ferrari het prima doet in de stand voor de constructeurs: met een eerste, tweede, derde en vierde plaats hebben ze al 70 punten. Ter vergelijking: Red Bull heeft maar 18 punten met de beste auto van het veld. Bovendien staat Fattle al 25 punten achter op Alonso in het kampioenschap. Alonso kennende geeft-ie dat niet meer weg. Kortom: het formule 1-seizoen is na twee races in hogere zin al verloren voor Red Bull.

Links:

Gerelateerde artikelen:
De clowns zijn terug!; 14-03 2010 

Grillig BSG slaat opnieuw een flater


Kampioenschap blijft spannend

Wil BSG dit jaar wel kampioen worden? Het lijkt erop van niet. Iedere keer als BSG goede zaken leek te doen voor het kampioenschap, verpestte de volgende wedstrijd dat weer. Tegenover knappe zeges zoals bij Philidor en de grote uitslagen tegen degradatiekandidaten, stonden flaters zoals tegen Unitas en de Eenhoorn. Vandaag/ gisteren is dit laatste rijtje aangevuld met een extra wedstrijd: Caïssa uit.

De dag begon rustig. We gingen met de trein en namen daarbij de route die ik maar al te vaak neem: richting Schiphol. We stapten uit bij de Rai, waarna we met de benenwagen naar de speelzaal liepen. Deze speelzaal herkende ik ineens weer als zijnde de locatie waar we met BSG 2 verloren van Euwe 3, nog voordat de vereniging fuseerde met Caïssa.

Natuurlijk is Caïssa, met twee teams in de eerste klasse, een topteam. Het is een homogeen team, met vrijwel alleen maar 2200-spelers, afgezien van Hans Ree en Arno Bezemer. Ondanks dit Elogeweld hoefden we geen ontzag te tonen. Wij stonden een matchpunt en wat bordpuntjes voor, wat voornamelijk kwam door de twee flaters die Caïssa in het begin van de competitie sloeg. Inmiddels hadden ze de smaak te pakken gekregen, dus het zou een spannende strijd worden.

BSG speelde in een beetje een fantasieopstelling. Large werd aan bord één gezet en Berelowitsch aan drie. Verder speelde FM Henk aan bord zeven en dan hebben we de opmerkelijke verschuivingen wel gehad. Caïssa was met vier teams aanwezig en de zaal zat dan ook helemaal vol. Omdat een zaal vol zweterige schakers gaat meuren, waren de ramen opengezet. Hierdoor was de herrie van de straat en van de steeg voor het gebouw zeer goed hoorbaar. De ambulances en de graafmachines reden af en aan, terwijl de kinderen hun longen uit hun lijf schreeuwden.

Misschien waren deze omstandigheden een verklaring voor het zwakke spel dat BSG op de mat legde, een plausibelere verklaring is dat BSG een collectieve offday had. Een overzicht:

Aan bord twee speelde Leon tegen Rob Witt. Dat is fijn, dacht ik. Twee jaar geleden, toen we nog erg veel moeite hadden met Euwe, won hij in 21 zetten. Toen had hij echter wit en nu had Witt wit en dat bleek een wereld van verschil. Al bij de eerste keer dat ik kwam kijken, zag ik dat hij slecht stond. Even later werden er handen geschud. Large, die ernaast zat, had het erover dat Leon op het eind zat te "bluffen" en daardoor steeds meer pionnen achterkwam.

Naast me deed Ewood het in de opening ergens verkeerd en hield de schade beperkt door op een herhaling van zetten aan te sturen. Even verderop zag ik hoe Ptr werd matgezet en dat op z'n verjaardag. Voor de partij had hij het erover dat hij precies tien jaar geleden zijn eerste schaaktoernooi had gespeeld. Ondanks dat hij destijds zowat alles verloor, had hij er wel schik in. Helaas ging het nu geen haar beter.

Naast Ptr zat Le, onze toernooitijger. Hij kreeg dezelfde opening op het bord als twee ronden geleden, waardoor hij met een dame tegen toren en loper speelde. Hij lette op een vitaal moment niet op, waardoor zwart een kat-en-muisspel kon beginnen. Zwart liet het echter lopen en Le had weer in het voordeel kunnen komen, toen hij voor de tweede keer misgreep en direct kon opgeven.

Aan bord vier speelde Ton tegen Hans Ree. De grootmeester, die tot dusver niet had gewonnen, kreeg met zijn gebruikelijke geschuif een fijne stelling. Ton bleef echter alert en wist door een grapje het tij te keren. De remisemarge werd echter niet overschreden.

Naast me kreeg FM Henk een Pirc voorgeschoteld en stond lange tijd goed. Zwart kwam ineens met een geniepig paardoffer, wat helemaal geen offer bleek te zijn, maar gewoon een kwaliteit opleverde. Henk had echter goede compensatie en leek goede kansen te hebben. De remisemarge werd echter opnieuw niet overschreden.

Ondertussen was Coen bezig met zijn notatie in orde te maken. Zijn tegenstander verliet gauw de speelzaal. Het was Marc Overeem, een speler die berucht staat om de goede stellingen die hij weet te verprutsen. Ditmaal was het andersom gegaan: Coen had een prima partij gespeeld en stond goed tot zeer goed. Vervolgens liet hij het echter glippen, met als gevolg dat hij werd matgezet.

Het enige lichtpuntje van de dag was Large, die tegen Arno Bezemer speelde en door een goed uitgevoerde aanval het punt wist te drukken. De tussenstand was dus een gênante 5½-2½-achterstand. Zelf was ik toen ook nog bezig met verliezen. Voor het slapen gaan had ik met Ewood nog wat theoretische kennis opgedaan van het Nimzo-Indisch en laat de tegenstander ook Nimzo-Indisch spelen! Helaas voor mij week hij al gauw af en haalde ik twee varianten door elkaar. Niet dat wit enig voordeel had. Ik probeerde dan ook een remisetje te pakken, maar vanaf een zet of twintig ging het licht uit en werden de goede zetten schaars. Eerst gaf ik volkomen onnodig een pion weg, daarna miste ik nog tig remisekansen en tot slot liet ik wits damevleugelpionnen doorlopen. Na de veertigste zet klooide ik nog een paar zetjes door, om op te geven na een ondekbaarmatdreiging.

Ik ging nog wat analyseren, waar de ene na de andere verbetering werd gevonden. Op de een of andere manier verlies ik ontzettend vaak stellingen met een klein nadeeltje, die prima te verdedigen zijn. Vaak kan ik - als ik in de problemen zit - nog wel een minder eindspel op het bord krijgen waarvan ik weet dat het te houden moet zijn. Maar vervolgens verlies ik dat nog. 
De enige die nog bezig was, was Berelowitsch. Hij had een stuk tegen wat pionnen meer en kwam uiteindelijk in het beruchte eindspel T+L tegen T. Statistisch gezien schijnt de sterkere partij ongeveer 75 procent te scoren, aldus Ewood. I <3 statistical chess! De verdediging is moeilijk te organiseren, zeker als de verdedigende partij in de hoek is gedrukt en zeker als je je dan ook nog tegen een grootmeester moet verweren. Berelowitsch won dan ook, waardoor de einduitslag werd bepaald op 6½-3½.

Afloop
Na afloop zat ik er goed doorheen. Wat een ellende toch. Waarom spelen we zoveel k-wedstrijden? Is het de angst voor de meesterklasse? Hoewel het bestuur graag wil dat BSG in de meesterklasse gaat spelen, willen de meeste spelers dat niet. In de eerste klasse valt veel meer eer te behalen. In dat opzicht waren onze concurrenten (exclusief Caïssa) ons niet van dienst: Zukertort speelde gelijk tegen Utrecht 2 en Purmerend verloor zelfs heel dik van de Eenhoorn (was onze 5-5 toch niet zo heel slecht...) De stand aan kop ziet er als volgt uit:

1. Caïssa 11 MP, 46 BP
2. Purmerend 11, 45½
3. BSG 10, 45½
4. Zukertort 9, 45½
5. Philidor 9, 39

Caïssa speelt in de gezamenlijke slotronde tegen Utrecht 2, terwijl Purmerend en Zukertort nog tegen elkaar spelen. Als Zukertort dat duel wint, gaan ze automatisch over Purmerend heen. Dit impliceert eveneens dat Philidor geen kampioen meer kan worden, ze staan te veel bordpunten achter. BSG speelt in de slotronde tegen Cuijk, dat met Utrecht 2 in strijd is tegen degradatie. Utrecht 2 heeft een marge van 2½ bordpunt en een beter onderling resultaat, wat betekent dat als Cuijk verliest, ze aan twee bordpunten genoeg hebben. Wie weet gaat dit nog een rol spelen in de strijd om het kampioenschap.

Ondanks de geringe marge lijkt Caïssa de favoriet. Wie had dat halverwege de competitie nog kunnen denken? Stilletjes duimen de BSG'ers dat het de ploeg uit Amsterdam lukt...

Uitslagen

Caïssa [2269] - BSG [2241] 6½-3½
1. A Bezemer f [2336] - La Ootes [2400] 0-1
2. R Witt f [2203] - L Pliester m [2361] 1-0
3. J de Roda Husman [2244] - A Berelowitsch g [2536] 0-1
4. H Ree g [2401] - T van der Heijden [2276] ½-½
5. N Narings [2284] - E de Groote [2249] ½-½
6. A Hovenga [2191] - J de Groote [2124] 1-0
7. G van der Hoeven [2259] - H van der Poel f [2251] ½-½
8. M Wunnink [2299] - P Drost [2065] 1-0
9. R Kikkert [2233] - Le Ootes [2088] 1-0
10. M Overeem f [2237] - C van der Heijden [2059] 1-0

De staart laat het weer eens liggen... :(

Gerelateerde artikelen:

24-03-2010

Erop of eronder


Minst succesvolle tentamenweek ooit?

Vanochtend rondde ik mijn twee dagen durende tentamenweek af. Het was de climax van bijna twee maanden colleges volgen. Nou ja, zo vaak heb ik geen colleges gevolgd. De ene reden was dat ik weinig les had, de andere reden was dat de lessen buitengewoon ongelukkig waren ingepland. Zo had ik op maandagmiddag zowel het vak Paleoklimatologie als Environmental economics. Aangezien Paleoklimatologie mijn keuzevak was, wilde ik dat niet laten schieten. Environmental economics leek sterk op een eerstejaarsvak, dus de keuze was snel gemaakt. Aan de andere kant was er maar één bijeenkomst per week van EE en die liet ik steeds schieten.

Het begin van de afgelopen periode was bijzonder stroef. Ik kwam er op de eerste dag achter dat ik me voor de verkeerde (!) Environmental economics had ingeschreven, waardoor ik me in een klaslokaal vol met onbekenden moest vermaken. Hierdoor miste ik het introductiecollege van het echte vak, het enige college dat niet met Paleo overlapte. Via Blackboard vernam ik dat we een wetenschappelijk artikel moesten uitkiezen en samenvatten. Later moest dat dan worden gepresenteerd, maar omdat er wel erg veel leerlingen waren, zou ervoor worden geloot wie wel moest en wie niet.

Een artikel uitzoeken ging goed, het samenvatten ook en de Powerpointpresentatie maken ook. Toch had ik geen zin om te presenteren in het Engels. Ik had, net zoals de andere leerlingen die zowel Paleo als EE deden, geen zin om de presentaties aan te horen, maar volgens een ingewijde (klassenvertegenwoordiger) was het verplicht. Ik dus als één van de weinige "Paleo"-A&E-student naar die les gegaan. Tot mijn opluchting wist ik de dans te ontspringen. Aan de ene kant had ik graag mijn presentatie willen laten zien, maar met dat steenkolenengels van me...
Het gevolg was wel dat ik vier uur lang presentaties moest aanhoren. Vier verspilde uren, als je het mij vraagt. De woorden gingen langs me heen. Ik had bij de meeste presentaties geen flauw idee waar het over ging. Slides werden vol tekst gezet en hier en daar opgevrolijkt met ingewikkelde formules, die de desbetreffende spreker niet eens leek te begrijpen. En anders werd de tekst wel verzwolgen in een te nadrukkelijk aanwezige achtergrond.

Naast deze vakken volgde ik af en toe het vak "Methoden & Technieken". Dit vak volgde ik in het begin van het schooljaar ook, maar toen begreep ik er niet veel van. Kwam misschien ook omdat het in het Engels was. Nu was er een vergelijkbare cursus in het Nederlands. Ook was de stof over een langere periode gespreid. De lessen waren iets minder slecht dan eerder, maar niet goed genoeg om daar geregeld heen te gaan. Ik snap niet waarom wiskundevakken niet door middel van Powerpointpresentaties worden uitgelegd, dan kun je immers veel beter zien wat er gebeurt. Beter dan in wazige berekeningen zonder tussenstappen in die PDF-files.

In de week voor de tentamenweek begon ik met leren. Maar hoe doe je dat? Voor het vak Paleoklimatologie had ik geen boek. Delen van boeken zouden op Bb gezet worden, maar ik heb er nooit iets van gezien. Dan maar de slides leren. De slides van EE waren helemaal wazig en van M&T heb ik me vooral gefocust op het tentamen van de vorige keer.

Al met al geen ideale voorbereiding op de drie zware tentamens die ik zou krijgen. Ik was gisterochtend al voordat de wekker zou gaan wakker, waarna ik maar naar beneden sloop. Het was half zeven en ik had een humeur om te schieten. Eerst kwam het tentamen van Paleo. Echt veel had ik er niet voor geleerd, maar het eerste deel van het tentamen bestond vooral uit inkoppertjes. Het tweede deel van het tentamen, dat over het klimaat in het verleden ging, was minder leuk. Vooral omdat één vraag ging over het college dat ik moest skippen voor de presentaties van EE. Gelukkig kon ik de vraag ook zonder dat college beantwoorden.

Dat ging dan nog wel goed. Vervolgens moest ik nog een uur wachten op het volgende tentamen, van M&T. Koortsachtig nam ik nog wat tentamenvragen door. De rode draad van het vak waren de matrixbewerkingen. Van matrices heb ik nooit wat gesnapt. Zo was er een vraag om de variantie te berekenen van een regressiemodel. Die berekening heb ik maar uit m'n hoofd geleerd, snappen deed ik het niet.

Het tentamen was in de "TenT", een naargeestig blauw tentamenhok, waar massa's studenten tegelijk een tentamen moesten afleggen. De procedure is altijd heel formeel: jas en tas weg, je mag alleen wat pennen (en een rekenmachine) op tafel hebben. En je studentenkaart.

Het was inmiddels kwart voor twaalf en nog steeds stond een aantal bewakers voor de ingang. Mijn klasgenoten klaagden steen en been over de aanmeldingsprocedure. Ze hadden zich bij de faculteit ingeschreven voor zowel het vak als het tentamen, dachten ze. Bleek dat je je voor het tentamen weer via een andere manier moest inschrijven. Ik had geluk: ik kan op de een of andere manier geen account aanmaken, dus moet ik steeds een mailtje sturen om me voor FEWEB-vakken* in te laten schrijven. Ditmaal kreeg ik een mailtje terug met de mededeling dat ik dat zelf moest doen via "TIS", het systeem waarvoor ik me normaal gesproken voor alle niet-FEWEB-vakken moest inschrijven. Blijkbaar is het systeem veranderd en ik kwam er precies op tijd achter, waardoor ik me op de valreep (sluitingsdatum)wist in te schrijven.

Anderen dachten dat ze zich hadden ingeschreven, maar dat was dan niet zo. Resultaat: om het tentamen alsnog te laten meetellen moesten ze € 20,- per tentamen dokken. Een duur geintje! Mij overkwam bij de eerste keer dat ik M&T deed. Destijds moest ik me bijna op m'n tong bijten om geen lelijke dingen te zeggen tegen die lui die daar werkten. Mijn klasgenoten namen zelfs het woord "Nazi's" in de mond.

Uiteindelijk mochten we dan aanschuiven voor het tentamen. Hoewel de tentamens van het vak steeds op elkaar leken, was dit tentamen voor m'n gevoel beduidend moeilijker. Waar ik dit keer meer wist van de moeilijkere dingen, wist ik weer minder van de makkelijkere dingen. Uiteindelijk zat ik bijna drie uur te zwoegen, waarna ik het wel weer gezien had op de Uni. De zon scheen de hele dag fel, maar desondanks voelde ik me totaal niet opgelaten.

In de middag ging ik maar weer leren voor EE. Na het eten voelde ik de energie wegtrekken en knapte ik maar een uiltje. De wedstrijd in de ICC ging daardoor helemaal aan me voorbij. Uiteindelijk werd ik wakker en besloot ik het boek (!) nog een laatste blik waardig te gunnen, waarna ik maar weer voorbereidingen ging treffen om echt te slapen. Dat ging me wat minder goed af, maar toen ik eenmaal sliep, werd ik pas weer gewekt door de wekker, die opnieuw om half zeven afging. 

Opnieuw toog ik richting Amsterdam, waar ik ruim op tijd was. In de tentamenzaal vond ik al vrij snel mijn plekje, maar daarna moest ik drie keer heen- en teruglopen voor onbenullige dingen. Ik hoorde iets over een rekenmachine en ik besloot het ding uit voorzorg maar mee te nemen. Even later hoorde ik dat je geen rekenmachine mocht gebruiken. En toen het tentamen bijna begon kwam zo'n gast zeggen dat ik m'n etui niet op m'n tafel mocht hebben. Dus ik weer om mensen heen naar beneden... Wat een gezeur. En zo ging het steeds. Als verweer voerde de man aan dat hij gewoon de regels uitvoerde. Over Nazi's gesproken... Maar waarom wordt er niet gewoon even medegedeeld wat wel of niet (rekenmachines) mag? Nu ging zo'n tentamenmuts dat door de zaal roepen, wat de helft niet begreep, omdat de cursus in het Engels is. Ging ze het daarna maar in het Engels proberen te zeggen. Over steenkolenengels gesproken...

Zelf was ik ook lekker bezig. Zonder de spellingscontrole kan ik me amper in het Engels uitdrukken, zo bleek. Misschien was ik gewoon nog niet wakker. Ik haalde betekenissen van woorden door elkaar en ik maakte de ene na de andere spelfout. Wat een k*ttaal is het eigenlijk ook. Het enige waarmee ik me vermaakte was de spelling van woorden als "marginal abatement costs function" --> "marginal-abatementcostsfunction". xD

Het was een kort tentamen, maar er zat wel een vraag in over een onderwerp waar ik nog nooit van had gehoord, maar ik bleek niet de enige te zijn. Na afloop liep ik met een paar medestudenten mee. "Le Snelle" was eveneens slachtoffer geworden van de onduidelijkheid bij de inschrijving en ondanks dat hij niet wist of hij het had gehaald, dokte hij toch maar braaf twintig euri.

Zelf weet ik ook niet of ik het heb gehaald. Zo goed ging het niet. Het enige geluk is dat ik niks hoef te dokken. Alleen van Paleo heb ik goede hoop dat het is gelukt. Echt veel heb ik dit jaar nog niet gepresteerd. Ik wijt het aan moeheid en een gebrek aan zelfvertrouwen. Het veldwerk in Oostenrijk zit eraan te komen, net als mijn Bachelorthesis, twee spannende disciplines. Een goed resultaat zou meer dan welkom zijn!

* Economische Faculteit

Gerelateerde artikelen:
Tentamendag; 23-10 2009
Tentamenweek; 31-03 2008

20-03-2010

Lente!


20 maart

Vandaag is een bijzondere dag, want hoewel de rotatieas van de aarde niet loodrecht staat op het baanvlak, is daar vandaag wereldwijd erg weinig van te merken. De zon staat vrijwel precies op de evenaar. Afgezien van de straalbreking van de atmosfeer duurt de dag overal ter wereld 12 uren, behalve in de gebiedjes in de directe nabijheid van de polen.

De lente begint vandaag om 18:32, ofwel vlak voor zonsondergang. De lente begint overigens meestal op de 20e, wat sommige mensen raar lijken te vinden. Alleen volgend jaar zal de lente nog op de 21e plaatsvinden, na het schrikkeljaar in 2012 zal het niet meer lukken. In 2015 begint de lente om kwart voor twaalf 's avonds. Pas in de 22e eeuw zal de lente weer af en toe op de 21e beginnen, omdat het jaar 2100 geen schrikkeljaar is, maar dat zullen waarschijnlijk weinigen van ons meemaken.

Inmiddels is het ook echt "lente" geworden. Na een lange en koude winter klommen de temperaturen op donderdag naar 17,3 graden in De Bilt. Geen onaardige temperaturen voor maart. Woensdag was het ook al heerlijk weer met een vriendelijk zonnetje dat door het wolkendek heen probeerde te schijnen. Het voelde heerlijk zacht aan.

Winter
Hoewel de meteorologische lente deze maand al was begonnen, was er qua temperatuur weinig verschil met de maanden daarvoor. Het grote verschil was de zon. Na een opnieuw (!) somber verlopen februari begon maart ineens heel uitbundig. Zodra maart op de kalender staat, gebeurt er iets met het weer, zo lijkt het. Een korte terugblik op de afgelopen winter:




Het temperatuurverloop van de afgelopen winter. December begon zacht, maar halverwege de maand daalden de temperaturen fors, waarna een lange periode van winterweer aanbrak, die af en toe werd onderbroken door zachtere periodes (met de kerst, de January-thaw en begin februari.) Eind februari smolt de sneeuw en het ijs in een afschrikwekkend tempo weg.

Dat de winter toen nog niet afgelopen was, bewees maart:


De winter van 2009-2010 duurde ongeveer drie maanden: van 11 december tot 10 maart (voor het gemak heb ik de decadegrenzen gehanteerd.) De eerste tien dagen van maart waren ontegenzeggelijk kouder dan de eerste tien dagen van december.

Een minpunt van de winter was dat er wéér geen Elfstedentocht kwam. Als oorzaken voor de koude winter werden twee dingen genoemd:

2) De zuidelijke ligging van de straalstroom

Zonnevlekken
Hoewel over de zonnevlekken weinig is bekend, zijn warme en koude periodes wel aan de activiteit van de zon toegeschreven. Het aantal zonnevlekken was de laatste jaren laag en het verontrustende was dat de "nieuwe cyclus" op zich liet wachten. De zon bleef wel erg lang vlekloos. Inmiddels lijkt de nieuwe cyclus dan toch te zijn ingezet, tot veler opluchting.

Bij het vak Paleoklimatologie en meteorologie werd meerdere malen verteld dat de Elfstedentochten alleen werden verreden bij een inactieve zon. Op 2 februari, tijdens het eerste college, vertelde de docent, Maarten W., dat hij de kans op een Elfstedentocht voor dit jaar groot achtte. Een opmerkelijke uitspraak, want in februari is de winter op z'n retour, wat ook bleek.

Bovendien was de winter toen tijdelijk tot stilstand gekomen. Uiteindelijk kwam de winter nog één keer echt terug, met een sneeuwrijke periode halverwege de maand, wat historisch gezien een koude periode is. Daarna wordt de zon te sterk en kan er geen kou meer worden opgebouwd, aldus dit artikel.

Overigens zijn 8 van de 15 Elfstedentochten in februari gereden. Het kan dus wel! Waarschijnlijk komt dat doordat een Elfstedentocht vaak pas aan het eind van een vorstperiode kan worden gehouden. Van de acht tochten in februari werden de meeste in de eerste helft van de maand gereden. De Elfstedentocht van 1986 was het verst in het seizoen gehouden: pas op 26 februari.

Straalstroom
Het grillige verloop van de winter had verder te maken met de straalstroom die meestal, maar niet altijd, ten zuiden van ons lag, waardoor er meestal koude lucht over ons landje stroomde. Af en toe werd dit echter hinderlijk onderbroken, maar zelfs de "warme" periodes leken niet op de zachte winters van de afgelopen jaar.

Desondanks was er weer geen Elfstedentocht, ondanks de gunstige omstandigheden. Schuldige hieraan was de sneeuw die op het ijs bleef liggen, waardoor het ijs niet voldoende kon aangroeien. Desondanks vroren her en der in het land meren dicht, maar was het weer een "net-nietwinter". Jammer!

Winter in cijfers
Een Elfstedentocht in maart, dat zou wat zijn. Het is zoiets als een hittegolf in september, wat ook nog niet is waargenomen. Wat zal de volgende winter brengen, wetende dat er weer meer zonnevlekken zijn?

De afgelopen winter was in ieder geval koud, met een gemiddelde temperatuur van slechts één graad. De nachttemperaturen lagen voor alle wintermaanden onder nul. Januari was met een gemiddelde temperatuur van -0,5 graden de koudste maand, februari (1,6) en december (2,2) waren toch beduidend minder fris. In december kwam het koude weer als een verrassing, maar net zo snel als de kou kwam, is-ie weer weg. Laat de lente beginnen!

Gerelateerde artikelen:

14-03-2010

De clowns zijn terug!


Kaf en koren

De formule 1 is een sport waarin de mannen zich van de jongens onderscheiden. In de jaren 90 was dit verschil nog enorm. Het verschil tussen de topteams en de krukken die achteraan bungelden was levensgroot. Zo groot dat sommige coureurs zich weleens vertwijfeld afvroegen hoeveel Forti's er nou eigenlijk rondreden, zo vaak hadden ze die dingen ingehaald.
Ook in de 21e eeuw waren er teams die weinig in de melk te brokkelen hadden. Minardi bleef een achterhoedeteam en Spyker maakte zich in 2007 op alle mogelijke manieren belachelijk, maar sindsdien is het spannender geworden. De Force India's maakten hun achterstand goed en vorig jaar was het niet ongebruikelijk als het hele veld binnen anderhalve seconde zat.

2009 was ook het jaar van de ommekeer. De sport moest goedkoper, zeker toen gerespecteerde teams als BMW en Toyota besloten de formule 1 te verlaten. Een buslading vol nieuwe teams stond te springen om gezellig mee te doen en de meesten mochten in 2010 gewoon meedoen. Uiteindelijk kwamen er zes min of meer nieuwe teams, maar zouden er maar vier aan de start verschijnen:

Lotus
Virgin (voorheen "Manor")
HRT (voorheen "Campos")
Sauber (doorstart BMW-Sauber)

US F1 (Doodgeboren kindje)
Stefan GP (kregen geen startbewijs)

Het was de afgelopen winter interessant om te zien hoe de nieuwe teams zouden vorderen, maar het zag er niet goed uit. Je maakt niet ineens een winnend formule 1-team. Dat weet BAR, dat weet Toyota. Deze teams konden hun gebrek aan ervaring nog compenseren door veel geld uit te geven, waardoor ze redelijk mee konden komen, maar de nieuwe teams, die voor een dubbeltje op de eerste rang wilden zitten, konden dat niet.

Al gauw bleek US F1 in financiële problemen te zitten. Door de Amerikaanse arrogantie deden ze voorkomen alsof alles nog prima in orde was, maar dat bleek een vette leugen. De druiven waren zuur voor het Servische Stefan GP (wie bedenkt die namen toch steeds?), dat zich al helemaal had voorbereid op het formule 1-seizoen, maar geen startbewijs kreeg en noodgedwongen langs de kant staat.

De andere nieuwkomers konden wel meedoen, zoals het Hispania Racing-Team. Dat team reed nog lekker met stalen ophangingen en dito remschijven. In theorie zouden ze iets sneller moeten zijn dan een GP2-wagen; in de praktijk waren ze zelfs daartoe niet in staat.

Een betere indruk lieten Virgin- en Lotus-Racing achter. Hoewel de Virgin de lelijkste kleurstelling heeft en de Lotus er bijzonder lomp uitziet, doen zij het naar omstandigheden best redelijk.

Een vreemde eend in de beits is Sauber, want dat is helemaal geen nieuw team. Het team bestond al voordat het in BMW werd omgedoopt. Sauber is een zwakke middenmoter geworden. Het verval zette zich al in toen het team nog BMW heette, nu is het team terug op de plek waar het rond de millenniumwisseling stond.

Bahrein
Het formule 1-seizoen startte in BAHrein, in het hete Midden-Oosten. Het dit saaie, met een paar bochten verlengde circuit, vond de eerste krachtmeting plaats. Hoe zou de uit de mottenballen gehaalde Michael Schumacher het doen? De 41-jarige Germaan stond de hele winter in het middelpunt van de aandacht bij het eveneens nieuwe team van Mercedes GP, de zilveren versie van Brawn GP. Hoe zou de succesvolste coureur het doen, drie jaar nadat hij gestopt was?

In de kwalificatie kan Shoeface weinig potten bakken. Fattle in de Red Bull is uiteindelijk de snelste, vlak voor Massa. Teamgenootje Alonso plaatst zijn Ferrari op de derde plaats, Luis is vierde op ruim een seconde achterstand. Mercedes kan niet imponeren. Rosberg smaakt nog wel het genoegen zijn veel oudere teamgenoot te kloppen, maar het is toch wat mager voor het kampioensteam van vorig jaar. Renault en Force India zijn dit jaar de gevaarlijke outsiders, zo blijkt maar weer. Kubica (9) en Subtiel (10) zijn de enige coureurs buiten de topteams die tot de laatste kwalificatie weten door te dringen. Williams heeft zich keurig in de middenmoot gehandhaafd, terwijl de Saubers en Toro Rosso's de traagsten zijn van de gevestigde orde.
De nieuwe teams komen veel tekort. De Virgins en Loti zijn praktisch even snel, maar komen ruim vijf seconden tekort op de poletijd. Nog bonter maakt HRT het: de neef van Senna moet ruim negen seconden toegeven. Geen wonder dat Jean Todt de 107-procentlimiet weer wil terugzien.

Kort gezegd is het veld onder te verdelen in vier categoriën: de topteams, de outsiders, de veldvullers en de clowns:

Topteams:
Ferrari
Red Bull
McLaren
Mercedes

Outsiders:
Renault
Force India
Williams

Veldvullers:
Sauber
Toro Rosso

Clowns:
Lotus
Virgin
HRT

Onder veel spanning werd er toegeleefd naar de eerste race van 2010. Een eerste race is altijd speciaal, dus wat maakt het uit dat de baan zo suf is? Vooral het nieuwe gedeelte was een plek waar onmogelijk ingehaald kon worden. Desondanks waren er inhaalacties te bewonderen. Dat kwam vooral door de auto van Mowk Webbah. Die wagen liet in de eerste bocht tot twee keer toe een enorme ruft, waardoor zijn achtervolgers geblindeerd werden. Slachtoffers waren Subtiel en Kubica. Het zou voor Kubica een mooie inhaalrace worden.

Vooraan reed Fattle in de eerste ronde al gelijk hard weg bij Alonso, die zijn teamgenootje in de eerste bocht had verschalkt. De voorsprong van deze jongeman was steeds zo'n drie seconden in de beginfase van de race. Door het verbod op bijtanken is iedereen in de openingsfase loeizwaar. Aan kop worden dan ook rondetijden gereden waar menig knuppelteam in de kwalificatie geen enkele moeite mee zou hebben.

De eerste uitvaller is, hoe kan het ook anders, een HRT-bolide. Het debuut van Chand Hok duurt anderhalve ronde. Hij heeft zijn bolide tegen de enige vangrail in de verre omtrek geplakt. Daarmee is hij ongetwijfeld de recordhouder in het klassement "minste rondjes bij formule 1-debuut". Een ronde later parkeert Di Grassi (Virgin) zijn impotente auto in het grassi naast de baan. De debuterende teams doen het dus weer lekker.

Na een rondje of vijftien gaan de koplopers naar de pits. Hoewel de tankstops zijn afgeschaft, is er wel een regel dat je op beide typen banden moet hebben gereden. Lekker lomp... Het verwisselen van de banden gaat bij de kansloze stakkers stroef, bij de topteams gaat het gesmeerd, hoewel DTM-achtige tijden niet worden gehaald. De monteurs van Red Bull maken indruk door Fattle in een mum van tijd weg te sturen.

Op de baan is Luis eindelijk van zijn plaaggeest Rosberg af. De teamgenoot van de wereldkampioen is beduidend sneller dan de Mercedes, wat ergens best verrassend is. De McLaren komt tekort in het bochtige gedeelte. Op de rechte stukken is de wagen wel erg snel.

Wie ook snel is, is Alonso. Terwijl Fattle als een klokje in de rondte rijdt, doet Alonso er een schepje bovenop en dicht het gat. Wat hij ermee probeerde te bereiken is onbekend, want hij vergt ogenschijnlijk te veel van zijn banden en dus groeit het gat even later weer. Alonso lijkt het zwaar te gaan krijgen, totdat hij aan het eind van het rechte stuk opeens zienderogen inloopt op Fattle. De Germaan lijkt stil te vallen, maar het valt mee. Wel kunnen Alonso en Massa hem makkelijk passeren. Het euvel blijkt een kapotte uitlaat te zijn, precies zoals Räikkönen eens overkwam. Fattle verliest seconden per ronde en ziet Luis in zijn spiegels opdoemen. Die gaat er probleemloos voorbij op het rechte stuk, waar het verschil in snelheid tussen beide bolides enorm is.

De eerste drie plaatsen zijn dan al vergeven, want Massa krijgt het commando Alonso niet meer lastig te vallen. Of is er echt iets met zijn wagen? Als de Ferrari's aan kop liggen, loopt Alonso in ieder geval flink uit op zijn teamgenootje, die ook nog een keer bijna spint.

Op de vierde plaats weet Fattle weer een enigszins acceptabel tempo te rijden. Rosberg weet hem in ieder geval niet te passeren, wat wel vreemd is. Koning Schumacher moet genoegen nemen met een zesde plaats, vlak voor Button en Webbah. Liuzzi doet geen domme dingen en maakt Force India blij met een negende plaats, terwijl Barrichello het laatste puntje pakte.

Alonso's overwinning leverde hem overigens het vorstelijke bedrag van 25 WK-punten op, Massa moest het doen met 18, Luis kreeg er 15, Fattle 12, Rosberg 10, Schumacher 8, Button 6, Webbah 4, Liuzzi 2 en Barrichello 1. Een mooi systeem, als ik het zo zie. De winnaar krijgt veel punten en vanaf dan neemt de beloning ongeveer exponentieel af met de klassering.

Zodoende was de eerste slag voor Ferrari. Hoewel de Ferraricoureurs hun motor moesten wisselen voor de race, moet Red Bull zich echt zorgen maken over de betrouwbaarheid. Een foutloze race van Fattle werd maar matig beloond. Van de achterhoedeteams maakte Lotus indruk doordat beide auto's worden geklasseerd. De andere nieuwkomers, Virgin en HTR konden al lang voor de finishvlag inpakken. De uitvallers waren voorbehouden aan de achterhoedeteams. Zeven wagens kwamen niet in de buurt van de finishvlag, dat hebben we al een tijd niet meer gezien. De clowns zijn terug!

Links:

Gerelateerde artikelen:
Zandbak; 06-04 2008

13-03-2010

Nederland in 2020


Een rare tijd

Het was een rare periode in de Nederlandse geschiedenis. De ergste recessie ooit was net voorbij, maar de littekens waren nog steeds zichtbaar. Het leek wel gisteren, toen de PVV het moest afleggen tegen de VVD. Met succes had de VVD het zwakke punt van het PVV-beleid blootgelegd: de economie was volledig in elkaar geklapt. Wat was er gebeurd? In korte tijd waren miljoenen mensen geëmigreerd, waardoor er een enorm tekort ontstond aan personeel. De lonen gingen omhoog en bedrijven die zich in Nederland hadden gevestigd, trokken ook massaal de grens over. De AEX liet zelfs negatieve cijfers noteren, het begrotingstekort liep pijlsnel op en Nederland werd uit de Europese Unie gesmeten, juist op het moment dat Turkije toetrad.

Het begon allemaal in 2010, toen de PVV de grootste partij werd. Wilders kreeg het CDA en de VVD zo gek om een coalitie te vormen. Het CDA en de VVD wilden de PvdA hiermee een hak zetten, door de PVV niet uit te sluiten en de PvdA uiteindelijk wel. Al direct werd er begonnen met veel besluiten van Balkenende IV terug te draaien. Zo werd de Nederlandse missie in Uruzgan tot onbepaalde tijd verlengd. Als reactie op dit gedraai volgde meteen een bloederige aanslag op Amsterdam Centraal, die door Al Qaida werd opgeëist. Dit was koren op Wilders' molen en hij zag zijn populariteit tot ongekende hoogten stijgen. In de maanden die volgden pleitte hij voor maatregelen als de "kopvoddentaks", maar het CDA en de VVD voelden hier weinig voor. Het was voor Wilders een ideaal moment om het pas geformeerde kabinet te laten vallen.

Eind 2011 waren de volgende verkiezingen alweer en de aanslag op AC lag nog vers in het geheugen. Zeker toen een groep moslims een aanslag probeerde te plegen op Wilders, maar daarbij het verkeerde huis opblies, waardoor een gezin omkwam. Verrassend was het dan ook niet dat de PVV van Wilders in 2011 veruit de grootste partij was. Zonder veel tegenspraak kon hij nu enkele ingrijpende maatregelen doordrukken. Zo kwam er een Patriot-act en werden mensen met een islamitisch uiterlijk op straat preventief gefouilleerd. De bouw van nieuwe Moskeeën werd stopgezet en met steun van de D66 werd het districtenstelsel ingevoerd.

Door zijn daadkrachtige optreden na DE AANSLAG was Wilders nog steeds waanzinnig populair. Veel mensen waren tevreden over de veiligheid op straat. Ondertussen werden de moslims behandeld als vijfderangsburgers en ze besloten massaal het land te verlaten. Ook veel Nederlanders vonden de maatregelen te ver gaan en trokken de grens over. Hierdoor bleven er weinig tegenstanders meer over, waardoor Wilders eind 2015 opnieuw herkozen werd. Vanwege het districtenstelsel had Wilders maar van twee partijen iets te duchten: de VVD in het midden en de PvdA aan de rand van het politieke spectrum. De PvdA wist alleen de grote steden achter zich te krijgen, maar pakte de VVD daarmee wel net een paar belangrijke stemmen af, zodat de PVV de absolute macht greep.

In deze periode was Nederland volledig overgeleverd aan het gedachtegoed van de PVV en de islam werd krachtig uitgeroeid. De paar moslims die nog in Nederland bleven, werden het leven onmogelijk gemaakt door de islamtaks: ze moesten extra belasting betalen. De Nederlanders werden gepaaid door belastingvoordelen, maar desondanks was er iets in gang gezet: Wilders' populariteit nam af. Zelfs de gematigdere Nederlanders vonden dat het niet langer zo kon, hoewel velen van hen inmiddels in het buitenland vertoefden. Nederland was een paradijs geworden voor xenofobe mensen, want er waren alleen maar xenofobe mensen en er was alleen een xenofobe partij aan de macht. Maar ook de xenofobe Nederlanders zagen dat het niet goed ging. De bevolking was sterk gekrompen. Waar dit eerst nog als positieve ontwikkeling werd gezien, want het fileprobleem was opgelost, precies zoals Wilders had beloofd. Maar nu begonnen de nadelen zichtbaar te worden: de belastinginkomsten waren enorm gedaald, veel meer dan de kosten. Scholen stonden leeg en er kwamen steeds meer spookdorpen. Het begrotingstekort liep razendsnel op.
Als na lang onderhandelen Turkije in 2018 eindelijk mag toetreden tot de EU, is de situatie voor Nederland penibel geworden. De staatsschuld is zo groot geworden, dat de euro eraan onderdoor gaat. Financiële grootmachten als Duitsland en Frankrijk waren niet van plan bij te springen: Nederland wordt uit de EU gesmeten. Wilders maakt zich nog één keer populair door de gulden weer in te voeren, maar langzaamaan ziet hij de kiezers weglopen.

De protesten worden groter als Wilders probeert de verkiezingen uit te stellen. Dat mislukt en doet zijn imago dan ook geen goed. Het is ook niet verrassend dat de PVV de verkiezingen, die overigens door een plotselinge sneeuwstorm met een dag worden uitgesteld, ruim verliest. In Nederland, maar ook in België, Duitsland en zelfs heel Europa viert men feest. De VVD wordt uiteindelijk de grootste partij, hoewel het CDA, dat profiteert van de vele gelovige kiezers die de PVV verlaten, nauwelijks kleiner is. Samen staan zij voor de taak de puinhopen op te ruimen van negen jaar Wilders.


Wat zou er gebeuren als Cheert Wilders aan de macht komt? Wordt Nederland dan een gezellig, moslimvrij land, of gaat alles dan mis?

Dit naar aanleiding van de vele politieke veranderingen van de laatste tijd. Eerst stapte Agnes Kant plotseling op na de voor de SP desastreus verlopen gemeenteraadsverkiezingen. Daarna stapten Camiel (bij Maurice de Hond aangeduid als "Camille") Eurlings en Wouter Bos opeens uit de politiek, omdat ze meer tijd wilden overhouden voor de mensen die echt belangrijk zijn voor hun: hun chick (en kinderen). Het is maar de vraag of Cohen, de absolute tegenpool van Wilders, in staat is tegenwicht te bieden aan Wilders. Wilders zet hem al jaren weg als een theedrinkende moslimknuffelaar, dus dit kan als een rooie lap op een stier werken. Hoewel Cohen bij de Nederlanders goed ligt, moet hij oppassen dat Wilders in de debatten geen gehakt van hem maakt. Tegen Bos had hij het veel moeilijker gehad, hoewel Bos zich vier jaar geleden vreselijk liet inpakken door het CDA. Hij werd een draaikont genoemd, omdat hij eerst steeg in de peiling en vervolgens enorm zakte. De harde campagne was overigens een voorbode voor het kabinet dat eruit voortvloeide  waarin het CDA en de PvdA elkaar niks gunden, waardoor er weinig werd gepresteerd. Aanleiding voor Wilders om het het slechtste kabinet sinds de Tweede Wereldoorlog te noemen. Blijkbaar was hij Balkenende I en II alweer vergeten, maar dat terzijde.

Tot slot deze poll: wie wordt de grootse? De partij van de onfatsoenlijkheid en xenofobie, de partij van de relifreaks, de partij van de draaikonten, of de Vreemdelingenhaat, Volksverlakkerij en Demonisering? Laat je voorspelling achter op deze poll. Over drie maanden gaan we kijken wie er gelijk had.


Poll: Wie wordt de grootste?

Tussenstand:
Ook een poll maken? Klik hier



Gerelateerde artikelen:
Uit de oude doos; 25-03 2009

09-03-2010

De juiste kleur


Schaakweekend

Het afgelopen weekend stond voor mij in het teken van schaken. Op zaterdag was de KNSB-competitie ingepland, op zondag stond er een jeugdtoernooi in het Goois Lyceum (spreek uit: Lizeejum) op het programma. En maandag was het dan weer tijd voor de interne competitie, waar een rapidtoernooi werd gespeeld. Maar eigenlijk begon het al vrijdag...

Vrijdag
Voor het eerder genoemde jeugdschaaktoernooi moest het een en ander worden ingeslagen. Om tien uur zou ik Lenaard zien in het centrum van Bussum. In de plaatselijke supermarkt gingen we maar op zoek naar frisdrank. Alleen, hoeveel moest er worden ingeslagen? Ik had geen idee en Le ook niet, zo bleek. Hij had geen flauw idee hoeveel bekertjes je kunt vullen met één fles. De goederen werden gedumpt in het Denksportcentrum, dat verrassend genoeg open was, omdat er twee schoonmakers bezig waren. Daar werd het maar in een vuilniszak gepropt en achtergelaten.
Vervolgens gingen we het Goois Lyceum met een bezoekje vereren. Het was nog pauze en Lenaards kapsel trok meteen veel bekijks. Een groep scholieren kwam op ons af en een gast met een nogal lelijk gezicht begon Le aan te spreken over zijn kapsel. Dat ziet er de laatste tijd inderdaad wel erg extreem uit. Het begon enkele jaren geleden, met eerst rood haar en later zelfs wit haar, maar laatst had hij bijna een halve hanenkam. Ach, inmiddels ben ik er wel aan gewend, dit in tegenstelling tot de middelbaar scholieren. De eerdergenoemde gast begon gelijk allemaal vragen over Le uit te strooien en Le antwoordde daar op zijn eigen manier op, daarmee trachtend het imago van schakers en natuurkundigen op te vijzelen.
Toen de pauze eindelijk was afgelopen, konden we het gebouw in. Daar sprak Le met de conciërge  die na al die jaren nog steeds dezelfde man was als vroeger. Tja, bijna twaalf jaar geleden begon ik als bruggertje met veel te grote tas op het Goois, waar ik in korte tijd kennismaakte met de vele docenten en de conciërge. Een aparte man was het toen al. Maar al te graag verorberde hij weggepleurde lunches van de leerlingen. Vroeger had hij ook nog een soort grijptang waarmee hij in afvalbakken... Nou ja, laat ik maar ophouden. Inmiddels was hij grijzer geworden, maar gezien zijn leeftijd is het verbazingwekkend dat hij nog steeds werkzaam is.
Hoe dan ook, het was een belangrijke ontmoeting. We mochten gratis koffie en thee aftappen van zo'n grote dubbelwandige tank. En vervolgens weer voor een halve euro per beker doorverkopen. Dat zou dus helemaal goedkomen. Als tegenprestatie was de beste man tevreden met een kratje bier. Hij was allang blij dat er geen groot discofeest werd gehouden.

Zondag
Op zondag werd het toernooi eindelijk gespeeld. Ondergetekende zou wat eerder aanwezig zijn, om zo het indelingsprogramma onder de knie te krijgen. Problemen met de laptops en de printers verhinderden dit echter. Het toernooi liep daardoor enige vertraging op. Ewood zat bij de bar, die overigens niet heel lekker liep. De snackautomaat was meer in trek. Desondanks kreeg hij wat klanten, waarna het volgende probleem hem parten speelde: hij had geen wisselgeld. Geregeld kwamen mensen met een tientje betalen voor een consumptie die 50 cent kostte.
Lenaard was de organisator. Hij deelde in, deed de omroepberichten en wat allemaal niet meer. Het toernooi was een ongekend succes. Maar liefst 96 deelnemers waren komen opdagen. Zij werden over twaalf groepen verdeeld. Daardoor ging het toernooi bijna aan zijn eigen succes ten onder: er waren maar voor elf groepen prijzen. Wie weet doet de "nabestelling" wonderen.
Opmerkelijk genoeg zijn de versnaperingen als eerste uitverkocht. De sappen gaan minder snel, wat toch wel een meevallertje is. Ik had verwacht dat die drie flessen cola zo op zouden zijn. In plaats daarvan zijn de gevulde koeken als eerst op, gevolgd door de zakken chips. Steeds meer producten zijn uitverkocht in de lageprijzenwinkel.

Het hoogtepunt van het toernooi is wel de kloksimultaan van Ewood. Als de partijen zijn afgelopen, mogen vijf gelukkigen, die de puzzelopgaven goed hebben beantwoord, het opnemen tegen Evgeny Grotovsky. In een kloksimultaan waarin zowel hij als zijn tegenstanders allemaal vijf minuten bedenktijd hebben, gaat hij er vol voor. Aan alle borden probeert hij een andere opening te spelen, maar waarom eigenlijk? Bij het volgen van de partijen ben ik ontzettend veel herdersmatten tegengekomen. Zo gaat het ook in de simultaan: Ewood wint de meeste partijen simpel, op één na, tegen ene Isaac zonder achternaam. Tegen deze Newton liet Ewood een stuk instaan, waarna de partij op de een of andere manier eindigt in eeuwig schaak. Desondanks had Ewood het niet heel moeilijk in de kloksimultaan.

Meteen na de simultaan kwam de prijsuitreiking en na afloop gingen we maar met proppen papier voetballen. Zo kwam er een einde aan een aparte dag, waarin ik me een beetje een verkeerdehoekloper voelde.

Maandag
Beter ging het gisteren met het rapidtoernooi. Na de eerste dag staat Behirder gedeeld aan kop met 3½ uit 4. Pas op 19 april is het vervolg, ongeveer op de laatste dag dat Behirder nog in Nederland is. De vraag is of ik er dan wel zal zijn.

De eerste avond verliep echter vrij voorspoedig. Het begon echter wat verwarrend bij mij. Ik was nog bezig te kijken naar openingsideeën van Ptr en Racekamp, waardoor ik de indeling niet meer helder voor de geest had. Ik dacht dat ik tegen Kok speelde, maar het was tegen Kuperus. Hij zat al aan een bord, waarvan de stukken nog niet waren opgesteld. Ik meende wit te hebben en eigende me de witte stukken toe. Max manoeuvreerde zich meteen in de rol van underdog en dat is toch lastig. Iedereen verwacht een overwinning van me, maar ik win dit soort duels niet altijd, zo weet ik uit het verleden. Na de opening had ik het dan ook even moeilijk, want ik dacht lang na. Hij speelde namelijk Pirc en ik kwam met het idee aanzetten om een keer Lh6 te doen, waarna zwart met ...e5 kwam en ik besloot te pakken en de dames te ruilen. Vervolgens kwam ik in een stelling die me beviel en met enkele positionele manoeuvres (zoals h2-h4-h5 om ...g6-g5 uit te lokken en dan een paard naar f5 te spelen) kreeg ik al snel groot positioneel voordeel. Dat resulteerde uiteindelijk in een makkelijke overwinning. Bij het invullen van de uitslag zag ik dat ik eigenlijk zwart zou hebben. Ik vulde dus maar "0-1" in...

Vervolgens speelde ik tegen Rik Weidema en stond ik beroerd na de opening. Hij liet mij echter dames ruilen, waarna de stelling weer ongeveer gelijk was. Met ongelijke lopers op het bord leek het eindspel "zelfs" rijp voor remise. Maar na een paar mindere zetten van zwart kreeg ik ineens groot voordeel en al snel was het helemaal uit.

Daarna had ik eindelijk zwart. Ik speelde tegen Fliffer, die de partij noteerde. Ik speelde een vaag soort Nimzo die ik niet kende, maar na een tactisch intermezzo bleef ik toch maar mooi een pion voor. In plaats van gauw te consolideren ging ik wits paard verjagen, maar daarbij was mijn stelling niet gebaat. Ik kwam veel tijd achter, moest de ene na de andere concessie doen en dat resulteerde uiteindelijk in een verloren eindspel. Fliffer gaf toen opeens volkomen onnodig een remise weg door zijn paard te offeren. Daar kwam ik uiteindelijk nog goed weg, maar wat stond ik toch lekker na de opening. :(

In de laatste ronde speelde ik tegen De Ruiter en daar wilde ik wel weer een keer van winnen. 1 uit 2 tegen twee oude knarren is beneden mijn stand, maar vaak verpruts ik goede stellingen tegen ze. Nu kwam er een soort Pirc op het bord, maar dan eentje waarin zwart geen ...g6 deed. Dat had ik nogal laat door, waardoor m'n stelling er raar uitzag. Desondanks kreeg ik een fijne stelling op het bord, waarin ik lekker kon schuiven. Ik had meer ruimte en ik besloot zwarts slechte loper af te ruilen om zo een verdediger van zwarts pionnen te elimineren. Het pakte geweldig uit in de praktijk, want ik won een positioneel potje. Toen er een pion verloren ging had Tom het wel weer gezien.

Ondertussen waren Ptr en Eddy Sibbing nog bezig. Ptr had FM Henk knap verslagen (volgens hem had de FM twee zetten in de verkeerde volgorde gespeeld in een aanval), maar tegen Eddy S was hij in moeilijkheden. Naast een pluspion had zwart enorme druk over de g-lijn. Dat moest toch wel te winnen zijn? Blijkbaar niet, want Ptr kon zijn stelling bij elkaar houden. Vervolgens werd het rommeliger en kreeg Ptr net een ongelijkelopereindspel op het bord, waarin hij onmogelijk meer kon verliezen. Eddy onderkende dat en stelde zich tevreden met remise, ondanks dat Ptr nog maar elf seconden over had.

De vierde man met 3½ punt was Coen, hoewel hij in de eerste twee ronden het maximale resultaat haalde uit zijn slechte stellingen. Hij vertelde nog dat hij zaterdag wel had willen spelen. Sterker nog: als het tweede anders een invaller nodig had, zou hij ZEKER spelen. Het leek me niet verstandig hierop een gevatte opmerking te maken.

Na afloop fietste ik met Ptr mee richting huis, waar hij zijn gedrag van zaterdag toelichtte. Hij voelde zich getergd nadat zijn tegenstander in gewonnen stelling was weggelopen om hem verder te laten lijden. Weet ik dat ook weer.

Gerelateerde artikelen:

06-03-2010

Gemistekansenwedstrijd


BSG voor eigen publiek net te sterk voor Zukertort

Is de lente inmiddels begonnen, of is het nog steeds winter? Die vraag stel ik mij in deze overgangsperiode. Het is buiten nog flink koud, hoewel het zonnetje een hoop vergoedt. De competitie loopt echter tegen zijn einde. Vandaag stond de belangrijke wedstrijd tegen Zukertort uit Amstelveen op het programma. Zukertort is een van de ploegen die er twee jaar geleden ook bij waren in onze eerste klasse. Op de slotdag behaalden we toen een zwaarbevochten overwinning, ruim voldoende voor promotie. Dit jaar gingen we er met hetzelfde resultaat vandoor, waar menig BSG'er steen en been over klaagde.

Zukertort is eigenlijk een raar team. Ze hebben een hoop jonge spelers, maar desondanks slaagden ze er twee jaar geleden in bijna te degraderen. Dit seizoen speelt BSG onregelmatiger en speelt de ploeg uit Amstelveen eindelijk op het beoogde niveau. Het verschil op de ranglijst was voorafgaand aan de wedstrijd slechts een half bordpuntje. Voor beide ploegen gold dat er gewonnen MOEST worden om koploper Purmerend in het vizier te houden. Zukertort had de kansen op promotie nog in eigen hand, in tegenstelling tot BSG.

Wedstrijd
BSG kon ditmaal in een superopstelling spelen. Selfdestruction Coen was verhinderd en voor hem in de plaats speelde Frans Borm, de gebruikelijke vervanger van Berelowiec. Onze grootmeester was echter ook gewoon van de partij en trof aan bord één Sybolt Strating. Zukertort speelde in een beetje een tactische opstelling, met jonkies als Kuling (2) en Ter Schegget (4) op de hogere borden. 

Zelf speelde ik aan bord acht tegen Kevin Tan, de broer van. Ik kreeg een Draak voorgeschoteld en ik besloot John Markus' advies op te volgen: van de witveldige loper afblijven. Zwart besloot echter zijn aanval tegen mijn koning alvast voor te bereiden in plaats van te rokeren, waarna ik maar de gebaande paden verliet en een originele partij van maakte.

Naast me zat Ewood te zwoegen tegen Tobias Kabos (Grim reaper), die de huilvariant van het Spaans speelde. Een opmerkelijke variant voor een tacticus als hij tegen een strateeg als Ewood. Een rij verderop zie ik hoe Ton formidabel komt te staan tegen Sander Los. Wit heeft een ruimtevoordeel van hier tot Tokyo.

Bij mezelf zie ik het na drie uur spelen somber in. Zwart heeft veel spel op de damevleugel en al m'n stukken moeten terug. Gelukkig is er de steun van het publiek (Rvv!) en voel ik me verplicht een resultaat neer te zetten. Een resultaat dat hard nodig is, want achter me is Ptr weggelopen nadat hij een goede stelling (hij kwam in ieder geval prima uit de opening) heeft verprutst. Zelfs voor hem is dat een rare actie, vind ik. Zelf verlies ik ook weleens vanuit een goede stelling, maar dat is toch een beetje het risico van het vak.

De tijdnoodsfase breekt aan en ik verbruik acht (!) van mijn laatste twaalf minuten aan een paardoffer op d6, maar ik zie geen vervolg. De veertigste zet wordt met pijn en moeite gehaald en ik leef nog. Wel heb ik een pion minder, maar daar ondervind ik niet zo heel veel hinder van. Het is de tijd om de schade op te nemen. Aan de hoogste borden hebben onze meesters remise gespeeld. Zo heeft Leon de hele partij het betere van het spel en staat hij in een dame-eindspel een gezonde pion voor, hij slaagt er niet in te winnen. Dat schiet niet echt op. Ook Berelowitsch is blijven steken op remise, volgens de insiders had hij echter moeten winnen. Hij is nog niet echt een puntenmachine.

Na de tijdcontrole moet ik ineens lang wachten op m'n tegenstander. Waar is hij? Na twintig minuten van afwezigheid, komt hij weer aan het bord zitten, waar hij vervolgens een kwartier nadenkt om op de 42e zet remise aan te bieden. Hoewel we nog steeds achterstaan, zie ik dat Ewood gaat winnen. Hij heeft een pluspion in het eindspel en hij kan het ding achter de rug van het paard naar de overkant brengen. Lenny staat ineens een kwaliteit voor en ook Henk kan de partij uitschuiven. Ik besloot dus maar het aanbod aan te nemen, denkende dat ik slecht stond.

Vervolgens gingen we nog maar wat analyseren. Kevin vertelde dat hij deze variant een keer eerder op het bord had gekregen. Van de analyse begreep ik dat hij vooral oog had voor mijn kansen en ik voor de zijne. Zal wel wat over onze karakters zeggen. Zo saai als de partij was, zo levendig was de analyse, met onder andere een eeuwigschaakwending na een dame-offer en een Pacman-variant als ik mijn paard had geofferd.

Het was inmiddels al bijna zeven uur en het bericht kwam door dat BSG met 5½-4½ had gewonnen. Ewood won inderdaad, net als Le, maar FM Henk bleef steken op remise. Bijna hadden we weer zo'n drama gehad als tegen De Eenhoorn, maar dat bleef me gelukkig bespaard.
Toen onze analyse was afgelopen kwam MadU nog even langs. Hij toverde zijn eigen stelling op het bord en liet even zien hoe hij tegen Large was weggekomen. De lolbroek had tevergeefs geprobeerd de stelling van Large te kraken en liep toen in een trucje, wat hem zomaar de partij had kunnen kosten. Large, die weinig tijd had, zag dit niet en deed a tempo een zet die torens ruilde, waarna het remise werd.

Naast deze remises was ook Frans Borm niet verder gekomen dan remise. Naar verluidt stond hij twee pionnen voor in een toreneindspel, maar wist hij dit niet te winnen, in tegenstelling tot zijn eindspel van de vorige keer. De conclusie van de schaakmiddag lijkt te zijn dat we op de eerste zes borden een halfje meer hadden kunnen scoren. Al met al scoorde BSG naast de zeven remises twee zeges, die nota bene met zwart werden gescoord. De nederlaag van de weggelopen Ptr was de enige van de middag voor BSG 1. Dat kan niet gezegd worden over BSG 2. Dat team liep door een 3-5-nederlaag nog verder in het degradatiemoeras in. De promotieklasse lonkt.

Na afloop bleven Rvv en de witte mee-eten. Er werden nog wat partijen geanalyseerd. Zo liet Fliffer zien hoe hij nog remise maakte tegen Ted Barendse, Ewood showde maar al te graag zijn partij, ondanks een aantal schoonheidsfouten. Ook ik werd gevraagd om m'n partij te showen. Eerlijk gezegd schaam ik me een beetje voor de partij. Hopelijk onterecht. Ton en Henk waren zichtbaar aangeslagen na hun halve verliespunt, ik had er niet zo'n moeite mee.

Zoals gezegd moet BSG hopen dat koploper Purmerend een keer een uitglijder maakt, zoals PSV tegen NAC. Ze wonnen echter met 6½-3½ van Aars, dezelfde score als waarmee Caïssa won van Cuijk. Hopelijk prakt Zukertort Purmerend in de slotronde, maar dan moeten wij Caïssa over drie weken wel hebben verslagen, anders hebben we daar nog niks aan. Of moeten we gewoon nog een jaartje in de eerste klasse blijven spelen? Dat bevalt mij ook prima, hoor...

Uitslagen

BSG [2270] - Zukertort [2219] 5½-4½
1. A Berelowitsch g [2536] - S Strating f [2285] ½-½
2. L Pliester m [2361] - L Kuling [2224] ½-½
3. La Ootes [2400] - M Tan f [2348] ½-½
4. F Borm m [2348] - B ter Schegget [2193] ½-½
5. H van der Poel f [2251] - PP Theulings c [2189] ½-½
6. T van der HEijden [2276] - S Los f [2289] ½-½
7. E de Groote [2249] - T Kabos [2218] 1-0
8. J de Groote [2124] - K Tan [2238] ½-½
9. Le Ootes [2088] - J Helsloot [2053] 1-0
10. P Drost [2065] - J Sminia [2145] 0-1

Gerelateerde artikelen:
Koploper na gelijkspel; 07-02 2010