Vandaag zal het winterseizoen om 23:18 beginnen. De vallende bladeren, de steeds langer durende nachten, de kachel die 's avonds weer aan gaat, het zijn de tekenen van de herfst. De winter komt er dus aan en dus ook de KNSB-competitie.
Zaterdag begint het spektakel. BSG 1 zit weer in de eerste klasse - waar het hoort - en begint het seizoen met een thuiswedstrijd tegen Utrecht 2. Vorig seizoen sloten we een hard (lees: leerzaam) seizoen af met een nederlaag in Hilversum tegen Utrecht 1. Na de 7-3-aframmeling zat het seizoen er gelukkig weer op. Echt een succes werd de meesterklasse niet. Wat betekent dat voor de eerste klasse? Gaan we opnieuw een moeizaam jaar tegemoet, of gaat het net zo soepel als twee jaar geleden?
Transfer
Vorig jaar konden we één versterking presenteren: het was Vin$. Na twee wedstrijden werd al gefluisterd dat hij de enige was die het niveau in de meesterklasse aankon, maar dat bleek niet zo te zijn: de man die in 2006-2007 nog 6 uit 9 scoorde, bleef nu steken op 2 uit 8. Al met al was 2009 een desastreus schaakjaar voor 'm, maar hij lijkt er weer bovenop te komen. Dat kunnen we alleen maar toejuichen. Juich mee, Vin$!
Dit jaar zullen we het zonder Vin$ moeten doen, maar er is ook goed nieuws: we konden de uitgebluste Hans Ree "ruilen" voor Alexander Berelowitsch/Berelovich. Deze redelijk sterke GM maakte vorig jaar al reclame voor zichzelf door in dienst van HMC Hans Ree te verslaan. Hoewel het speelsterkteverschil tussen deze spelers op papier "maar" 100 à 150 elopunten is, is het in de praktijk veel meer. En zeg nou zelf... Is het niet stoer om met een 2500-GM in de eerste klasse te verschijnen?
Al met al is BSG één van de favorieten in de eerste klasse. Hieronder de spelersprofielen:
1. Alexander Berelowitsch (2 juli 1967)
FIDE: 2551
KNSB: 2539
Titels: GM (1997), IM (1993)
Statistieken:
Witscore: +0,67 =0,27 -0,06
Zwartscore: +0,33 =0,48 -0,19
Overduidelijk de kopman van BSG 1. Vooralsnog een vraagteken. Hoe zal hij binnen de groep passen? Blijft hij een buitenstaander, of hoort hij er ook echt bij? Kende vorig jaar vier goede invalbeurten in de meesterklasse. Stond prima tegen Ivan de verschrikkelijke en scoorde uiteindelijk 3 uit 4 tegen goede tegenstanders. En dat met drie keer zwart, wat volgens de statistieken toch z'n zwakke kleur is.
2. Leon Pliester (20 augustus 1954)
FIDE: 2365
KNSB: 2353
Titels: IM (1982)
Statistieken:
Witscore: +0,54 =0,23 -0,23
Zwartscore +0,33 =0,45 -0,22
Hoelang kan de leraar zijn leerlingen voorblijven? Ziet zichzelf als een matig getalenteerd schaker, die door veel studie een "redelijk" niveau heeft bereikt. Door zijn ijzeren discipline en eindspelkennis weet hij niet zelden de partij alsnog te winnen, waar geen mens meer op gerekend had. Kan voor iedereen lastig zijn, maar helaas bleek daar weinig van in de meesterklasse. Zes nullen op rij was zijn deel. In dat opzicht was zijn score van 2 uit 9 nog best goed, maar het leed was al geschied. De leraar is nu leerling geworden.
3. Lars Ootes (16 april 1991)
FIDE: 2384
KNSB: 2295
Titels: -
Statistieken:
Witscore: +0,43 =0,25 -0,32
Zwartscore +0,53 =0,31 -0,16
Toen hij in 2006 voor het eerst voor BSG speelde, was hij nog "het kleine broertje", maar inmiddels is hij uitgegroeid tot een zeer volwassen speler. Ieder jaar behaalde hij fraaie resultaten in de KNSB-competitie en na één jaar derde klasse was het meteen tijd voor de eerste klasse. Dat zou een stuk zwaarder worden. Hoewel... Daar heeft niemand wat van gemerkt. De monsterscore van 8 uit 9 zou toch genoeg zijn voor de titel "klassetopscorer". Niet in dat seizoen. Vorig jaar was hij een van de weinige BSG'ers die niet door de mand viel, hoewel z'n score van 3½ uit 9 voor verbetering vatbaar is. Krijgt hij in 2010-2011 een nieuwe kans?
4. Ton van der Heijden (20 april 1961)
FIDE: 2266
KNSB: 2268
Titels: -
Statistieken:
Witscore: +0,59 =0,18 -0,23
Zwartscore +0,53 =0,26 -0,21
Tijdens het Pinkstertoernooi van 2006 merkte John van der Wiel enigszins lacherig op hoe het toch kon dat Ton geen grootmeester is. Schuif een stelling voor z'n neus en Ton weet uit welke partij -ie komt en in welk jaartal-ie gespeeld is. Hij weet hoe het spelletje gespeeld moet worden en hoe je moet aanvallen. Zijn probleem is dat hij nog wel eens een off-day heeft. Op zo'n dag kanie van werkelijk waar iedereen verliezen. Het mooie nieuws is echter dat die dagen de laatste jaren minder vaak voorkomen. Vorig jaar scoorde hij als enige 50 procent en het jaar daarvoor scoorde hij - net als Lars - 8 uit 9 in de eerste klasse. Respect!
5. Henk van der Poel (18 december 1958)
FIDE: 2273
KNSB: 2253
Titels: FM
Statistieken:
Witscore: +0,40 =0,36 -0,24
Zwartscore +0,30 =0,40 -0,30
De stille kracht van BSG. Doorgaans een zeer betrouwbare speler, die niet vaak verliest, hoewel winnen 'm ook niet heel gemakkelijk afgaat. Was bij de gemiste promotie in 2006 één van de weinigen die niet verzaakte. Juist in die wedstrijden laat hij zich niet gek maken. Zeer geconcentreerd voert hij de partij dan tot winst, het liefst in een eindspel. Toch is juist het afmaken zijn zwakte. In de meesterklasse morste hij onnoemlijk veel punten in de slotfase, als de punten worden uitgereikt. Had vorig jaar makkelijk topscorer van BSG kunnen worden.
6. Ewoud de Groote (20 april 1989)
FIDE: 2273
KNSB: 2253
Titels: -
Statistieken:
Witscore: +0,46 =0,27 -0,27
Zwartscore +0,35 =0,33 -0,32
Tijdens het ONJK te Hengelo in 2005 vond Ewood het leuk om mensen tactisch te trucen. Het was een succesvolle, maar ook een a-typische periode in zijn schaakcarrière, want niet lang daarna vertelde hij me dat hij juist een positioneel talent is. Op trainingen komt hij ook vaak met sterke zetten en snel rekenen kan hij ook wel. Des te vreemder is het dat het in een partij nog wel eens misgaat. Als alles goed gaat, is hij tot fraaie dingen in staat, zoals twee jaar geleden in de KNSB-competitie. Toch ligt die competitie hem niet zo, getuige de vele magere jaren. Afgelopen seizoen was met ½ uit 7 natuurlijk wel een triest dieptepunt. De "oneven" jaren gaan hem echter beter af en het wachten is op het moment dat zijn potentieel er wel weer uitkomt. Dit seizoen misschien weer?
7. Jesper de Groote (23 juli 1986)
FIDE: 2051
KNSB: 2145
Titels: -
Statistieken:
Witscore: +0,34 =0,37 -0,29
Zwartscore +0,23 =0,36 -0,41
8. Peter Drost (27 maart 1988)
FIDE: 2093
KNSB: 2088
Titels: -
Statistieken:
Witscore: +0,38 =0,23 -0,39
Zwartscore +0,34 =0,31 -0,35
Peter leerde op relatief late leeftijd schaken, maar schoot toen als een komeet omhoog. In 2005 bereikte hij zijn (voorlopige ?) top en kwam hij op de FIDE-ratinglijsten binnen als 2200-speler. Van die rating bleef weinig meer over. Nog in datzelfde jaar verloor hij een deel van zijn rating en de afgelopen jaren is hij geleidelijk aan ruim honderd elopunten kwijtgeraakt. Door zijn opleiding als piloot is hij een tijdlang uit beeld geweest, maar nu is hij weer terug. Hij werd overtuigend zomersnelschaakkampioen (met een overall-TPR van 2300) en gaat proberen zijn terreinverlies terug te winnen.
9. Coen van der Heijden (1 augustus 1945)
FIDE: 2100
KNSB: 2079
Titels: -
Statistieken:
Witscore: +0,33 =0,20 -0,47
Zwartscore +0,27 =0,09 -0,64
Alles-of-niets is het bij Coen. Helaas voor hem (en voor BSG) staat hij uiteindelijk vaak met lege handen, iets waar hij zeer slecht tegen kan. Schaken is een beetje Coens leven. Vroeger leverde zijn aanvallende speelstijl geregeld punten op. Maar de jaartjes beginnen te tellen. Bovendien heeft Coen moeite om met zijn tijd mee te gaan. Zijn openingsencyclpedie is achterhaald en veel verstand van computers heeft-ie niet. In zijn poging om ijzer met handen te breken, staat hij vaak in het standje "selfdestruct", waar consolideren meer op z'n plaats zou zijn geweest. In de jaren dat BSG 1 in de tweede klasse speelde, scoorde hij steeds mooi 6 uit 9. In de hogere klasses gaat het beduidend minder goed, zo hebben de afgelopen jaren bewezen.
10. Lennart Ootes (8 juli 1988)
FIDE: 2135
KNSB: 2056
Titels: -
Statistieken:
Witscore: +0,47 =0,18 -0,35
Zwartscore +0,32 =0,29 -0,39
De ijverige student Lenaart had vorig seizoen een heel slecht jaar. Tot 2004 was hij maar een "gewoon" jeugdschakertje, maar vanaf dat moment is hij snel beter geworden. Zijn openingskennis is goed te noemen en daarnaast is hij tactisch vaak ook alert. Het gekke daarbij is dat hij vaak "moeilijke" trucs scherp ziet, maar "eenvoudige" niet. Zijn tactiek is vaak om zijn tegenstanders het spel te laten maken, waarna hij bij een onnauwkeurigheid countert. Goede stellingen schuift hij vervolgens met een vaste hand uit. In vorm is hij een aanwinst voor ieder team, uit vorm is hij meteen tig keer slechter. Dat bleek vorig jaar, toen hij in de meesterklasse veel kansen op meer miste en uiteindelijk bleef steken op ½ uit 9. Tegelijkertijd zakte zijn rating honderd punten. Als hij in vorm is, zal hij ze snel weer terugwinnen.
Nou, dat was de beschrijving van het team dat volgens een poll grote kans heeft om kampioen te worden. We zullen gaan zien of we die verwachtingen kunnen waarmaken! Vooralsnog voel ik geen druk.
24 opmerkingen: