07-07-2009

Veldwerk Kampen (4)


Woensdag
Het veldwerk was alweer bijna halverwege, maar nu werd het tijd voor wat fysieke arbeid: we zouden gaan boren. Het was namelijk best wel nuttig om te weten wat er nou in de grond zat in verband met de vegetatie, maar ook voor de vaargeul van onze bypass. Zou de bodem bijvoorbeeld uit grof zand bestaan, dan zou het water in de bypass makkelijk naar het lager gelegen land kunnen stromen. Kwel dus en daar zijn de boeren niet blij mee. Bij een kleiige ondergrond zouden deze effecten veel kleiner zijn.

We gingen dus weer het gebied in, op naar ons vertrouwde stekkie. In dit kleine oerwoud zouden we even een boring zetten. Onder toeziend oog van Mark B., die één dag bij het veldwerk kwam kijken en gezellig (?) met ons was meegefietst, stond ik zenuwachtig met zo'n Edelman-geval in m'n hand. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit een boring heb gezet, dus ik had ook geen idee welke kant ik op moest draaien... Tijdens het Brabantveldwerk van vorig jaar was ik meer de man van de analyse.

Gelukkig ging alles goed en had ik al wat zand naar boven gehaald. Het werd tijd voor meer verlengstukken en langzaamaan viel ik weer terug in m'n oude rol als analyticus  Steeds meer verlengstukken werden aan elkaar gezet en we begonnen ons af te vragen wanneer dat zand nou zou komen. De schattingen liepen uiteen van één meter twintig (Rolex, dacht ik) tot drie meter (Simon?), waarna ik maar drie meter tien gokte. Al gauw bleek mijn schatting het meest accuraat, hoewel accuraat... Het deed me denken aan dit mopje:

Martine komt thuis met een kleurboek. Moeder vraagt waar ze dat vandaan heeft. Martine zegt: "Dat heb ik op school gewonen. De meester vroeg hoeveel poten een struisvogel heeft en toen heb ik gezegd: "Drie.""
"Maar een struisvogel heeft toch maar twee poten?" vraagt haar verbaasde moeder.
"Ja, dat zei de meester ook," Antwoordt Martine, "maar de rest van de klas dacht dat het er vier waren, dus ik was er het dichtst bij."

(Uit 1001 superleuke schoolmoppen)

Uiteindelijk zaten al onze meegebrachte verlengstukken in het gat en hadden we alleen nog maar klei omhooggehaald. Het was een moeilijk moment. Zouden we naar de volgende locatie gaan, of zouden we tot het bittere eind doorgaan? Dat laatste gebeurde uiteindelijk. Rolex ging terug naar de camping om nog een stel verlengstukken te halen. Simon en ik zaten ondertussen een beetje wortel te schieten in de felle zon. Mark B. ging (tot onze opluchting) naar een ander groepje dat aan het boren was.

Ongeveer anderhalf uur later kwam Rolex aanfietsen. Hij had een hele zak vol materiaal en een aantal pakken sap. Het werd in ieder geval tijd om verder te boren. We bereikten een diepte van acht of negen meter. Een "Brabantse" diepte, echt ongekend. En het vreemde was dat we nog steeds geen zand hadden gevonden. Alleen maar vette klei. Dus wisten we nog niet op welke diepte het zand begon...

Inmiddels was onze halve dag alweer voorbij en gingen we naar een volgend veld. Ondertussen mocht ik nog wat foto's maken van landschappen en planten, waarna we aankwamen bij ons tweede veldje. Het was een heel licht glooiend grasveldje en we gingen er - brutaal als altijd - meteen een boring zetten. Rolex ging even verderop nog een tweede boring zetten. We zaten direct aan een weg en ik vond het best spannend, want wat als de eigenaar aan zou komen rijden?

Hoewel de tractoren af en aan reden, kwam de desbetreffende boer ons niet verjagen. We konden rustig ons werk doen. Daarbij gingen we nog de waterkwaliteit bepalen met van die leuke indicatorstrookjes. Simon probeerde het nitraatgehalte van het bodemvocht te meten en wachtte daarom keurig steeds een minuut, maar nee hoor, helemaal geen verkleuring. Het - door de Uni (?) verstrekte - testje was over de datum en dat blijkt ook bij indicatorstrookjes nog wel wat uit te maken. 

Het was weer tijd om naar de volgende locatie te gaan. Terwijl een groepje bruggers (?) zich nogal laatdunkend uitte over de drie studenten in het veld, gingen wij ook maar. Daarbij werd de zware tas met boorspullen aan mij overgedaan, wat niet echt een succes was. Blijkbaar ben ik niet zo'n goeie ezel, want om ongelukken te voorkomen, werd ik uit m'n lijden verlost. Wel kreeg ik beschikking over de kaarten van het gebied. Dat was niet zo'n succes, want ze floepten steeds uit de binnenzak van m'n jas.

Er was nog tijd over voor één boring, maar voordat we zover waren, wilde Rolex nog een keer de waterkwaliteit meten van een sloot. Het probleem was alleen dat de oever aan de wegkant vrij steil was. Daarom sprongen Rolex en Simon naar de overkant. Rolex haalde het net. Hij kon mooi de pH meten, terwijl Simon - tegen beter weten in - het nitraatgehalte probeerde vast te stellen. Het leverde een ruwe schatting van de pH op: die was ongeveer zes. Of misschien zeven. Ik kon het niet heel goed beoordelen. De jongens moesten in ieder geval weer terug, de steile en hogere oever op. Simon besloot maar om te lopen, naar een plek waar hij wel over de sloot kon springen, maar Rolex durfde dat niet aan. Hij besloot uiteindelijk maar z'n sokken uit te trekken en z'n broek op te stropen, waarna hij de moed probeerde te verzamelen om te springen.

Daarbij hielp het niet dat een gozertje steeds langs ons zat te skeeleren. Rolex wilde niet dat hij op z'n bek zou gaan en werd uitgelachen. Dat viel wel mee. Rolex sprong net niet ver genoeg, maar hij kwam nog vrij gemakkelijk aan wal. Oef! Hij had alleen natte voeten.

De laatste boring lag redelijk op de route naar de camping. Ook nu kwamen we onaangekondigd en ongevraagd een akker op. Daar gingen we aan de slag en troffen we veel klei en vooral veen aan. Het was inmiddels half zes, wat betekende dat we de bespreking ruimschoots gemist hadden. Niet dat we dat erg vonden. Minder leuk was dat we ook te laat zouden komen voor het eten. Gelukkig zouden ze nog een aantal gehaktballen achter de hand houden.

Het was weer mooi geweest. Ons boorgat werd verdoezeld en we spoelden de boorstukken af met mineraalwater, om vervolgens langs de saaie akkers richting de bewoonde wereld te gaan. Een lange boordag had ons een bodemschat aan informatie opgeleverd. Of niet?

Met onze laatste krachten wisten we de camping te bereiken. Iedereen zat al aan tafel en het jammere was dat het vlees inmiddels op was. Het menu was apart: het was een combinatie van de vorige dagen: friet met wokkels. Rolex kreeg uiteindelijk nog zijn vegahapje: een vis. Hij vroeg of ik ook wilde, maar vol afschuw wees ik het voorstel af. Kom zeg...

De avond viel in en tot mijn genoegen zag ik dat het bewolkt was. Het was weer tijd voor spelletjes, maar ik heb geen idee meer welk spelletje ik nog heb gedaan. In ieder geval had ik nog een aantal mensen ingemaakt met schaken, deed ik nog een keer mee met het - gejatte - wielrenspelletje van Rolex en keek ik hoe het spel Koehandel werd gespeeld, maar wanneer dat nou was...

De spelletjes speelden we bij de "populaire kinderen". Zij hadden op de eerste dag onze bank gepikt, waardoor wij naar de grote groep gelokt werden. Helaas was m'n zaklamp op de eerste dag al leeggeraakt en sorteerden de andere lampjes dusdanig weinig effect, dat het al gauw te donker werd, de lange dagen ten spijt. Er werden plannen gemaakt om het spel "Weerwolven" te spelen, maar daar ging ik niet op wachten. Ik dook vroeg m'n tent in, in de hoop dat ik uitgerust wakker zou worden...

Gerelateerde artikelen:
Veldwerk Kampen (3); 27-06 2009

Geen opmerkingen:

Een reactie posten