13-03-2007

Snelschaken (1)

Eerste avond 10-minutensnelschaken

Gisteren was er een snelschaakavond op de club. Ik ging erheen om te laten zien dat ik in het echt ook kan snelschaken. Op internet schommelt m'n blitz rond de 2100 en 2200, evenals m'n bullet. Dat vind ik acceptabel voor een 1900-knuppeltje. In het echt gaat het me minder goed af. Vaak verlies ik van knuppels, ga ik door m'n vlag of word ik a tempo van het bord geknald. Tegen "goeien" win ik ook niet. Alleen tegen de middencategorie gaat het me wel goed af. Tijd om daar verandering in te brengen!
 
Inschaken
Ik kwam om ongeveer half acht aan. Er waren nog wat kotertjes, maar van de jeugd was nog niemand. Toen bromde Henrich of Heinrich Simonian of ik tegen hem wilde spelen. "Heb ik ook weer wat te doen", dacht ik. Maar ja, wel tegen de snelschaakspecialist. In de eerste partij ging ik langs afgronden, om na een trucje toch opeens voordeel te hebben en uiteindelijk met moeite remise. De tweede partij won ik. Ik had na de opening voordeel, maar dit verwaterde steeds meer. Met een toren tegen twee lichte stukken ging ik de strijd aan. En met succes, want ik kon een loper insluiten, waarna ik won. In de derde partij kwam ik twee pionnen voor en bood ik remise aan, omdat de indeling werd opgelezen.
 
De partijen
In de eerste ronde kwam ik weer een ouwe bekende tegen: Guido Vijn. Ditmaal speelde ik met wit. Wel moest ik even wachten totdat hij kwam. Ook hoorde ik dat er een treinongeluk was, waardoor een aantal spelers, waaronder Peter later zouden komen. Toen Guido er eindelijk was, konden we beginnen. Hij vroeg zich af hoe lang hij het zou kunnen volhouden.


In de partij weet ik al snel voordeel te krijgen. Ik mag zelfs een pionnetje meegraaien, al komt de g-lijn opeens open. Vervolgens wordt het een spannende strijd, wie komt het eerst? Ik wist een toren op a7 te krijgen, maar opeens komen zijn dreigingen. Na ...Txg2 wordt het erg moeilijk. Ik besloot de dame te winnen, maar opeens dreigt hij mat. Na lang nadenken offer ik m'n dame terug, maar ik sta dan slecht en ik heb weinig tijd. Gelukkig laat hij zich vlaggen en mocht ik een puntje laten bijschrijven.

In de tweede ronde speelde ik tegen Gert Pijl. Tijdens het oudjaarstoernooi liet ik hem nog glippen, dit keer niet. Net zoals de vorige keer speelde ik een gambiet (Tweepaardenspel of zo?) Ik kwam erg goed te staan. Hij kon niet meer rokeren. Het verbaasde me dat een handig snelschaker als hij zo'n opening speelt. Hoe dan ook, hij wist de partij een andere wending te geven door een kwaliteit te offeren. Het zag er dreigend uit, maar ik kon wat pionnetjes oppeuzelen, waarna ik kon afruilen en met de a-pion doorrende. Dat was het tweede punt.

Het derde punt werd geleverd door Bert Balke. Vanuit een Hongaarse opening kwam een middenspel op het bord waarin ik weliswaar druk had op de ernstig zwakke d-pion, maar daarvoor in de plaats had zwart actief stukkenspel. De partij was beslist toen hij een loper weggaf.

In de vierde ronde speelde ik tegen niemand minder dan Theo Slisser. Voor het eerst kon ik een aardige partij tegen hem spelen. Ik dacht voordeel te hebben vanwege een mooi veld op d5, maar dat viel tegen. Zwarts loper was sterk (Hij miste volgens mij ergens ...Lh4 met de dreiging Df2#. Ik wist er in ieder geval geen bevredigende oplossing voor.) Nadat alle zware stukken van het bord waren, restte een eindspel waarin ik een handig paard had. Hij bood remise aan, wat ik maar aannam. Eenmaal tot rust gekomen zag ik nog wat leuke mogelijkheden voor mij. Maar met 3½ uit 4 was ik nog steeds tevreden.

In de vijfde ronde speelde ik tegen Emile Wüstefeld. Ik had hem onlangs nog op remise gehouden, maar dat was met wit. Z'n openingskeuze met wit is altijd 1.e4 2.Pc3. Of je nou 1...c5 of 1...e5 speelt. Ik deed dat laatste. De laatste keer dat ik dit tegen me kreeg was waarschijnlijk op het OKU in 2004. Ik had inderdaad op c3 moeten ruilen. Dat deed ik niet, waardoor ik wat minder stond. Maar goed, er was nog niks verloren... Totdat ik Pg6 over het hoofd zag en gelijk grof materiaal verloor. Na afloop zei Emile dat hij me beduidend sterker vond dan anderhalf jaar terug. Dat hoor ik graag. Overigens herinner ik me nog wel een partij die ik in de zomercompetitie van 2005 tegen 'm speelde. Ewoud lag bijna krom van het lachen toen hij Emiles stelling zag. Toch won de titelloze FM. :-( Misschien bedoelde hij dat met z'n uitspraak dat je vroeger kon wachten totdat ik een foutje maakte.

In de zesde ronde speelde ik opnieuw tegen een bekende. Bekend in de zin dat ik onlangs nog tegen 'm speelde. Het was die oude Bert Kieboom. Hij had het over "revanche", waarmee hij bedoelde dat ik nu revanche mocht nemen vanwege m'n uitschakeling in de beker.

Ik speelde weer m'n maffe systeempje. Weer ging alles zoals het moest en hield ik een goed paard over tegen een slechte loper. Ik kon echter niet veel doen in de stelling, waarin op de koningsvleugel veel dynamische pionnen waren. Tegelijkertijd begon hij over de a-lijn aan m'n stoelpoten te zagen. In tijdnood liet ik m'n paard ruilen voor zijn loper, waarna ik met m'n torens zijn pionnen ging veroveren. Ik hield een pion meer over, maar vanwege de passieve stand van m'n stukken moest ik oppassen. Uiteindelijk stuurde ik aan op een verliezende afwikkeling. Een zure nederlaag.

In de zevende ronde speelde ik tegen een voor mij onbekende tegenstander. Het was Johan Karman. Wetende dat nieuwe leden vaak een rating van 1400-1600 hebben, ging ik aan de slag. Hij had dus een behoorlijke score, maar tegen mij had hij geen kans. Ik ontfutselde hem al snel een pion, later een stuk en tot slot tructe ik hem z'n dame af.

In de achtste ronde speelde ik tegen Cees Beijen. Hij speelde een SOS volgens mij. Ik kwam moeilijk te staan, maar uiteindelijk kwam toch nog alles goed. Via een penning won ik een kwaliteit, waarna het beslist was.

In de laatste ronde speelde ik tegen de verrassende koploper Peter Drost. Hij had de eerste ronde gemist vanwege de trein, maar was daarna niet te houden. Als een stoomtrein denderde hij over iedereen heen. Zelfs de grote Emile Wüstefeld moest het ontgelden. In de laatste ronde speelde ik tegen hem. Z'n oom en Edwin Baart zaten erbij. Dan wil je natuurlijk geen modderfiguur slaan, dus zette ik 'm op. Het was een redelijk correcte partij. Hij speelde 1.c4, waarna het een rustige partij werd. Uit het niets wist hij de zaak op scherp te zetten. Hij schoof een pionnetje door naar h6, waarna ik 'm maar sloeg. Opeens kwam de dame op g4 met schaak en moest m'n koning vluchten. Gelukkig wist ik m'n koning nog net te beschermen, waarna hij in tijdnood kwam en verloor.

Ik was blij dat ik uiteindelijk als derde eindigde met 6½ punt. Peter verloor door mij de eerste plaats (:$), maar scoorde wel 7 punten (uit acht partijen!), een halfje minder dan Emile, die mij erg dankbaar was.
Over twee weken het vervolg!

3 opmerkingen: