29-05-2011

Wie houdt Fattle nog tegen?


Onvoorspelbare race, voorspelbare winnaar


De Grand Prix van Monaco is niet zomaar een race. Het stratencircuit is niets anders dan historie, dat in al die decennia geen spat is veranderd. Het is geen dertien-in-een-dozijn-circuit: een foutje wordt meteen afgestraft. Hoewel dat niet per se interessante races hoeft op te leveren, komen er wel vaak speciale situaties in voor. Vorig jaar rukte de safetycar bijvoorbeeld vier keer uit vanwege crashes, botsingen en zelfs een loszittende putdeksel. Kortom: het zou een lastig te voorspellen wedstrijd worden.

Op voorhand waren de Red Bulls, zoals overal, in het voordeel. Toch mocht er ook veel tegenstand verwacht worden van de McLarens, die er in Spanje al goed bij zaten. Luis had, tegen iedereen die het maar horen wilde, gezegd dat hij in Monaco en Canada punten wilde goedmaken op Fattle. Verder viel er veel te verwachten van Ferrari: de extreem zachte banden waren geknipt voor de rode bolides. Ook (Lotus) Renault werd kansen toegedicht: vorig jaar startte Kubica nog als tweede.

Kwalificatie: mayday 
De kwalificatie is de beste van het seizoen: de banden blijken behoorlijk duurzaam, ondanks de voorspelling van bandenleverancier Pirelli dat de superzachte banden het niet veel langer dan tien ronden zouden uithouden, maar zij dachten ook dat een éénstopstrategie goed mogelijk was in China, waar Webber uiteindelijk met vier pitstops van een kansloze positie naar het podium reed, dus heel veel waarde hebben de voorspellingen van Pirelli niet. Hoewel de twee zachtste compounds waren meegenomen, was de slijtage zeer beperkt. Banden sparen voor de race was er niet bij: iedereen was constant bezig met rondjes rijden om de banden op te warmen en in een ritme te komen.

De enige rijders die in de kwalificatie niet reden, waren de hrt’s. Door uiteenlopende redenen komen de bolides niet aan rijden toe. Rosberg rijdt door een crash in de vrije training maar een paar ronden. Op de extreem zachte band zet hij een tijd neer die hem in "Q2" brengt. Vooraan zijn de Red Bulls en McLarens tegen elkaar aan het opbieden. Ze proberen elkaars snelste ronde steeds weer te verbeteren. Uiteindelijk zijn de McLarencoureurs op de relatief harde band (de "zachte" band, met het gele Pirellilogo, verwarrend genoeg) het snelst. Minder voorspoedig verloopt de sessie voor Alguersuari, die bij de pitsingang ook nog op Co Biaggi knalt en samen met de Loti, Virgins en hrt’s de rest van de sessie mag toekijken.

In de tweede sessie rijdt wel iedereen op de "rode" superzachte banden. In deze sessie gaat het mis voor de Renaults, die de sessie afsluiten als 11e (Petjerov) en 16e (Hidefeld). De Force India’s en Bümi halen het niet, terwijl Barrichello en Co Biaggi worden geklopt door hun teammaatjes. Luis is opnieuw de snelste man in sessie twee. De strijd om de poleposition wordt zowaar spannend.

In Q3 rijdt Fattle al snel een superronde. Al driftend komt hij tot een fraaie 1:13,5, een tijd waar teamgenootje Webber en Button niet aan kunnen tippen. Luis besluit nog een tijdje te wachten. Als hij naar buiten gaat, wordt hij even opgehouden door Massa, wat hem een snelle ronde kost. Even later slaat het noodlot toe: Perez raakt zijn auto bij het aanremmen voor de havenchicane kwijt en crasht bijna op dezelfde manier als Rosberg in de ochtend. Perez heeft echter de pech dat zijn wagen zijdelings tegen de muur glijdt. Hoewel de crash er niet superheftig uitziet, valt het op dat de rijder geen tekenen van leven vertoont. Langzaam maar zeker wordt het wrak omsingeld door ambulances. Grote schermen houden de nieuwsgierige blikken op afstand. Het ziet er allemaal niet erg hoopvol uit. Zouden er dingen zijn die wij liever niet mochten zien?
Gelukkig klinkt er dan applaus. De verzameling straatauto’s lost langzaam op en het wrak wordt weggesleept. Als ook de vangrail is gemaakt, wordt het restant van de kwalificatiesessie verreden. In die twee en een halve minuut moet Luis alles op alles zetten om nog een snelle ronde rijden. Hij rijdt echter een (voor zijn doen) erbarmelijke ronde, die hem een zevende startplaats oplevert. Die tijd wordt hem even later nog afgepakt ook, als blijkt dat hij de chicane heeft afgesneden. Zodoende moet Luis als tiende starten, maar doordat Perez na zijn crash in de race niet meer in actie komt, erft Luis nog de negende plaats.

Fattle vindt het allemaal wel best. Hij eist zonder problemen de pole op, voor Button, Webber en Alonso. De verrassende nummer vijf is Michael Schumacher, die zo in de wolken is van zijn resultaat, dat hij zichzelf goede kansen toedicht voor het podium. Massa is zesde, voor Rosberg en Pastoor, die voor de tweede keer (op rij) in "Q3" stond.

Race: treintje rijden 
In de top tien rijdt iedereen op de rode banden, behalve Luis. Doordat zijn enige ronde in Q3 werd geschrapt, heeft hij de volledige vrijheid om de band te bepalen waar hij de race mee aanvangt. Daarom kiest hij er verstandig genoeg voor om de hardere band te kiezen, zodat hij eigenlijk alleen maar hoefde te wachten totdat de makkers voor hem naar de pits zouden gaan.

Bij de start is het weer opvallend dat de "oneven" rij slechter wegkomt dan de even rij. Button behoudt zijn tweede plaats gemakkelijk, terwijl Alonso Webber al voor het aanremmen te grazen heeft genomen. Achter hen komt Shoeface erbarmelijk weg en vecht hij een grimmig duel uit met Luis om de negende plek. Door een brutale inhaalactie in de hairpin herovert Shoeface de negende plek in ieder geval; een inhaalactie met gevolgen.

Vooraan rijdt Fattle met zevenmijlslaarzen weg bij Button, die klaagde over een zwaar sturende wagen. Het veld valt al meteen in groepjes uiteen: achter Fattle zitten Button, Alonso en Webber kort achter elkaar, terwijl de goed gestarte Rosberg dat tempo totaal niet bijhoudt. Achter hem dringen Massa en Pastoor (!) aan. Achter hen laat Petjerov een gat vallen, maar al gauw kan Shoeface hem niet meer bijhouden. Achter de Duitser ontstaat een treintje van auto’s. Het is duidelijk dat de Mercedessen het tempo totaal niet bijhouden in de race. De oorzaak zou liggen in het feit dat de grijze bolides banden aan het "eten" waren. Zou de bandenslijtage in de race dan toch een probleem worden? Had Pirelli dan toch gelijk?

DRS-induced overtake
Op Monaco is de DRS-zone gevestigd op het korte rechte stuk van start/finish. Desondanks komt Luis een paar keer in kansrijke positie. Een paar plekken voor hem zit Massa in een vergelijkbare positie achter Rosberg. Luis slaagt er in de tiende ronde in om voorbij de Mercedes te komen. Massa heeft er meer moeite mee: in de veertiende ronde toucheert hij de trage Mercedes, maar even verderop is hij er wel voorbij. Pastoor volgt de Ferraricoureur netjes en ligt vijfde.

De Mercedessen komen kort nadat ze door het halve veld zijn gepasseerd aan de pits en vallen terug tot in de achterhoede. De rest van de race zijn ze veroordeeld tot gevechten met elkaar en met rijders als Timo Glock. Daar ga je dan met je optimistische voorspellingen. Toch gaan de koplopers amper later naar de pits. Het verschil: zij reden wel een goed tempo. Button bijt het spits af, een ronde later komt Fattle binnen. Zijn voorsprong was na zijn indrukwekkende openingsrondjes niet meer opgelopen en bij de pitstop gaat het mis: een wiel wil er niet op en hij verliest kostbare seconden. De verwarring bij Red Bull wordt nog groter als Webber meteen daarna stopt. De monteurs weten amper welke banden ze onder welke auto moeten schroeven. Webbers pitstop loopt daardoor ook volledig in de soep. Hij hervat de race pas als veertiende en kan dus eveneens een inhaalrace rijden. Alonso stopt een ronde later en keert achter Fattle als derde op de baan. Koploper is Button. Hij rijdt na zijn pitstop weer op de superzachte banden en kan daarmee een flink gat slaan naar Fattle en Alonso, die zijn overgestapt naar de hardere band. De race begint ineens erg interessant te worden.

Ondertussen zit Luis zich te verbijten achter Pastoor en Petjerov. De twee zijn op versleten banden niet bepaald snel en Luis ziet zijn achterstand op de koplopers enorm oplopen. Daarom besluit hij maar om eerder dan gepland te stoppen, maar dat lijkt als een volkomen verrassing te komen voor zijn team. Het gevolg is een trage pitstop, waardoor Luis, die is overgestapt naar de superzachte banden, terugvalt tot achter Alguersuari. Pastoor komt pas enkele ronden later binnen. Vreemde lui bij Williams. Blijkbaar hielpen ze liever andermans race om zeep, dan dat ze zelf een goede tactiek verzonnen.

Massa, die in het niemandsland dat de vierde plaats heet rijdt, stopt ook pas laat en valt helemaal terug naar de elfde plaats, tot achter Webber. Luis zit daar weer vlak achter. Het levert een mooi beeld op: een Red Bull, Ferrari en McLaren die strijden om een tiende plaats. Petjerov valt na zijn pitstop terug tot nog ver achter het treintje Hidefeld, Bümi, Webber, Massa, Luis.

Bernd Mayländer is nog niet jarig
Vooraan heeft Button een mooie voorsprong opgebouwd op Fattle, maar als zijn superzachte banden grip beginnen te verliezen, duikt hij voor de tweede keer de pits binnen en laat hij weer de ultrazachte banden omleggen. Als derde komt hij de baan op en zijn missie is om weer terrein goed te maken op de koplopers: de race is een fraai tactisch schouwspel. Ondertussen beginnen de inspanningen hun tol te eisen: Glock valt uit met een kapotte ophanging, terwijl Die Resta voor een aanrijding in de haarspeldbocht een drivethroughpenalty krijgt. Hoe groot is de verbazing dan ook dat Luis even later hetzelfde doet bij Massa. Misschien was het een vergelding van de inhaalactie van Shoeface op hem eerder in de race, of van het vermeende ophouden in de kwalificatie. Waarschijnlijker was het pure frustratie, daar Luis zijn superzachte banden niet ten volle kon benutten. In deze omstandigheden hadden treinwielen ook volstaan. Na de aanvaring in de haarspeldbocht, komen de twee elkaar in de tunnel weer tegen. Massa delft duidelijk het onderspit: hij vliegt de muur in en veroorzaakt een safetycarsituatie. Bernd Mayländer op zijn verjaardag voor het eerst dit jaar het veld aanvoeren.

Tijdens de safetycarperiode duikt bijna iedereen de pits in. Fattle blijft echter gewoon doorrijden, net als Button, want die was al gestopt. Alonso moet bij het binnenrijden van de pitstraat nog uitwijken voor de stilvallende Shoeface en keert terug als derde. Doordat de snelheidsverschillen zo enorm groot zijn, is iedereen vanaf de tiende plek al op een ronde gezet; een groot nadeel bij een safetycarperiode. Subtiel en Co Biaggi hebben hun eerste pitstop uitgesteld tot de safetycarperiode en liggen vierde en vijfde, voor Webber, Luis, Pastoor en Petjerov. Hidefeld is op een ronde gezet en hij doet dus eigenlijk alleen nog voor spek en bonen mee, net als degenen achter hem, waaronder Rosberg.

Als de safetycar halverwege de race de baan verlaat, baant Button zich een weg naar Fattle. Zijn team vertelt de Duitser dat Buttons banden op den duur minder goed zullen zijn dan de zijne, dus dat hij eigenlijk maar kortstondig iets te vrezen heeft. Ondertussen zit Luis zijn drivethroughpenalty uit en valt terug tot de negende plaats, als laatste van iedereen in dezelfde ronde van de leider. Wel had hij eindelijk vrij baan.

Vooraan bezoekt Button voor de derde en laatste keer zijn team. Hij moet noodgedwongen "harde" banden laten omleggen, om weer als derde terug te keren op de baan. Meteen rijdt hij supersnelle ronden, waardoor hij weer inloopt op Fattle en Alonso. Teammaatje Luis maakt even later ook zijn laatste geplande pitstop. Hij heeft dan al bijna een ronde achterstand opgelopen. Wel kan hij weer naar een grote groep tragere deelnemers rijden. Webber zit ook nog steeds vast in het verkeer. Na zijn pitstop rijdt hij naar Subtiel en Co Biaggi. De Duitser is niet bepaald snel en wordt hardhandig door Co Biaggi aan de kant gedrukt. Ook Webber glipt erlangs, waarna een volgende groep op de trage Force India afdendert.

File
Vooraan zit Button in de kofferbak van Alonso, die op zijn beurt in de kofferbak zit van Fattle. De spanning is om te snijden: de achterste wagen is duidelijk het snelst en de voorste wagen is duidelijk het traagst. Maar hoe passeer je op Monaco? En hoeveel risico wil je nemen? Op dat moment is namelijk wel duidelijk dat noch Fattle, noch Alonso gaat stoppen. Fattle gaat dus proberen om 63 (!) ronden op de gele (zachte) banden te rijden. Het lijkt hem nog te lukken ook, want supertraag is hij niet en zijn achtervolgers kunnen ook geen serieuze inhaalpoging doen.

Dat Fattles tempo goed te noemen is, blijkt wel als ze de groep achterblijvers achter Subtiel naderen. De Duitser houdt Pastoor, Petjerov, Luis, Alguersuari en Bümi danig op. Met de leiders in aantocht zet Pastoor zijn bolide ernaast bij het zwembad. Subtiel zit aan de buitenkant en kust de muur, waarbij zijn band beschadigd raakt. Met een kreupele auto probeert hij vervolgens Luis voor te blijven, die Petjerov te grazen heeft genomen. Het gevolg: Subtiel vliegt in de chicane bijna van de baan en Luis moet flink remmen om er niet bovenop te klappen. Het gevolg: Alguersuari klapt bovenop hem, zijn voorvleugel breekt af en schuift onder zijn wielen, waardoor hij in de muur vliegt. Petjerov wordt op dat moment door Bümi de muur in gedrukt, of hij schiet zelf door blokkerende wielen rechtdoor, dat is niet goed te zien. De koplopers kunnen hun ogen amper geloven, maar ze slagen er wel in de wrakken te ontwijken. Voor Petjerov ziet het er dan niet heel goed uit: hij lijkt meer aangedaan te zijn dan je zou verwachten. Hoewel er nog maar zes ronden zijn te gaan, wordt de race stilgelegd.

Race deel 2
Als Petjerov uiteindelijk toch veilig uit zijn auto is, wordt bekend dat het restant van de wedstrijd nog wordt verreden. Er zijn nog zeven wagens in dezelfde ronde als de leider: behalve Alonso en Button zijn Co Biaggi, Webber, Pastoor en Luis nog niet gelapt. Wel heeft Luis schade opgelopen aan de achtervleugel. Gelukkig kan zijn team de nodige herstelwerkzaamheden uitvoeren, waardoor hij weer met een gave wagen aan de start van het tweede deel van de race kon meedoen. Voor Fattle kwam de onderbreking ook als geroepen: zijn team kon namelijk nog vier van die rode jongens onder zijn auto monteren, waardoor hem in de laatste zes ronden weinig meer kon gebeuren.

In het restant van de race loopt hij ook geen gevaar meer: Alonso kan hem op de superzachte banden bijhouden, Button heeft alleen nog zachte banden en hij moet genoegen nemen met een derde plek, daar kon hij moeilijk blij mee zijn. De einduitslag werd overigens bepaald door de totaaltijd van beide races. Misschien dat dat ervoor zorgde dat Luis Pastoor al in de eerste bocht na de herstart van de baan ramt. De Williams knalt in de muur en staat overdwars op de baan, maar kan op tijd worden weggesleept. Zodoende strandde een superweekend van Pastoor letterlijk en figuurlijk in het zicht van de haven. Overigens was Luis zich van geen kwaad bewust. In een interview na de race gaf hij iedereen de schuld van de botsingen waar hij bij betrokken was, waarna hij zijn ongenoegen liet blijken over de beslissingen van de wedstrijdleiding om hem zijn snelste kwalificatietijd af te pakken, een drivethroughpenalty te geven voor de botsing met Massa en later nog een tijdstraf aan het eind van de race voor de botsing met Pastoor, waar hij overigens niks mee verloor. Vervolgens beschuldigde hij de wedstrijdleiding nog bijna van racisme. Ik ben benieuwd hoeveel fans hij na deze race nog heeft.

In de slotfase pakt Webber de vierde plaats nog af van Co Biaggi. Achter hen halen Subtiel en Hidefeld geroutineerd wat puntjes binnen, terwijl Barrichello de eerste punten voor Williams scoort. Bümi haalt nog een punt binnen voor Toro Rosso. De mannen vooraan razen ook zonder veel strijd naar de finish, een beetje een anticlimax. Fattle wint met één stop, Alonso wordt tweede met twee stops en Button wordt derde met drie stops. Tijdens de huldiging krijgen de drie rijders een trofee in de vorm van de circuitplattegrond. Waar Alonso zich nederig opstelt en iedereen een zakelijk handje geeft, zit playboy Button met al die chicks te zoenen. Het deert Fattle in ieder geval niet. Hij spuit zijn champagnefles leeg op de hoogwaardigheidsbekleders, Christian Horny en de rest van zijn team. Wat is de wereld toch mooi voor hem: zelfs als hij niet de snelste is, wint hij. In de kwalificatie werd hij geholpen door de crash van Perez, in de race werd hij een handje geholpen door de crashes van Massa en Petjerov. Opmerkelijk genoeg was Luis in de race bij beide crashes min of meer betrokken, dus hij had zijn rivaal in de titelstrijd in het zadel geholpen met zijn domme gestuntel. In het kampioenschap neemt Fattle met vijf zeges en een tweede plek een voorsprong van 58 WK-punten in op Luis, die nog wel tweede staat, maar vooral tegen zichzelf zit te vechten. De rest ligt nog verder achter. Kortom: wie houdt Fattle nog tegen?

Crashes:

Links:

Gerelateerde artikelen:

28-05-2011

Bah van de maand mei

Uitspeelstellingen


Vandaag is het weer tijd voor de Bah van de Maand. In deze vijfde editie komen vooral uitspeelstellingen aan bod. VR bedenkt namelijk vaak stellingen met aparte materiaalverhoudingen, die op een grappige manier tot stand komen. Deze stellingen worden vervolgens in snelschaakpartijen (meestal) tot een goed einde gebracht.

Maar er is meer: zo zijn er nog wat restjes overgebleven van april en heb ik een paar korte aanvalspartijen geselecteerd als opwarmertjes voor het echte werk. De partijen die in aanmerking komen voor de Bah van de maand, heb ik op het eind geplaatst. In deze partijen probeert VR vaak op creatieve wijze aan te vallen. Hoewel de partijen vaak niet (helemaal) correct zijn, zijn ze wel erg leuk om naar te kijken. Tot slot heb ik nog twee partijen die door een aardig trucje werden beslist. Dit zijn overigens partijen van April die ik volledig op eigen houtje heb geselecteerd voor deze rubriek. Ik hoop dat VR daarmee kan leven.

Genoeg gekletst. Tijd voor de partijen!
















Gerelateerde artikelen:

25-05-2011

Uit de oude doos


Is succes te koop?

Even een tussendoortje dat altijd tussendoor kan. Het is een voetbalartikel dat ik bijna drie jaar geleden schreef. Inmiddels zijn er veel dingen anders in de voetbalwereld. Ajax en Twente hebben PSV (en AZ) aan de kop van de ranglijst verdrongen, de resultaten in Europa (de Europa-League!) zijn weer om over naar huis te schrijven, het grote geld deed ook Nederland aan en onlangs degradeerde Almere City naar de Flopklasse. Hieronder heb ik op verzoek het verhaal "Is succes te koop?" hergepubliceerd, met een paar kleine veranderingen om het beter aan de actualiteit aan te laten sluiten. Het is overigens de eerste keer dat ik een artikel van mezelf in deze rubriek de revue laat passeren. Zaterdag ga ik weer met VR's veren pronken!


Alles draait om geld
Nadat PSV in 2005 heel Europa verraste door bijna de finale van de Champions-League te bereiken, wordt de Eredivisie steeds verder leeggekocht. Zeker omdat Nederland dat jaar ook in AZ een zeer sterke speler had op het Europese podium. De Alkmaarders misten de finale echt maar op een haartje. Die Hollanders hadden op de een of andere manier goede spelers opgeleid, die gauw voor veel geld bij de clubs werden losgeweekt. De Nederlandse topploegen hadden geoogst en waren nu hun opbrengst kwijt. De laatste jaren wordt er dan ook steeds meer over een "Mickey Mousecompetitie" gesproken en dat irriteert me mateloos.

Als het niet op geld aankomt, zijn Nederlanders tot mooie dingen in staat. Zo wint Jong Oranje zo'n beetje alles wat er maar te winnen valt. En het "oude" Oranje is nog steeds een van de beste voetbalelftallen ter wereld. En dan heb je zo'n competitie, waar iedereen met hoongelach naar kijkt...

Natuurlijk kijken er in Nederland minder mensen naar voetbal dan in Duitsland, Engeland, Italië of Spanje. Die landen hebben meer inwoners. Daarom gaat er in die landen meer geld om in de nationale competitie en krijgen de clubs meer geld. Toch zijn er verschillen waar wij Nederlanders wel wat aan kunnen doen:

1) De bekercompetitie leeft in Nederland bijna nog minder dan bij BSG. Geruchten dat de indeling zou worden beïnvloed, doet dit imago geen goed. Verder hebben maar weinig clubs in Nederland een echte "persoonlijkheid" en is de wil om te winnen vaak afwezig. De bekercompetitie wordt ook vaak gezien als een verplicht bijprogramma. Misschien is de "hoofdprijs" van een plekje in het Europa League-toernooi te mager. Zeker voor ploegen als PSV en Ajax, die vinden dat ze in de Champions League horen te spelen. Amateurploegen zijn vaak al tevreden als ze niet met 10-0 verliezen. De niveauverschillen zijn te groot tussen goede Eredivisieploegen en amateurploegen. Een stap in de goede richting is dan ook dat de Eerste divisie een "open" competitie is geworden en dat de nummer laatst naar het amateurvoetbal wordt verwezen. Alleen een volwaardige competitie houdt ploegen scherp.

2) In Nederland wordt veel buitenlands voetbal uitgezonden. Kijk niet naar die troep! Als er geen vraag meer is naar buitenlands voetbal, houden die zenders wel op met het uit te zenden. Zo braaf zijn ze wel. Die rechten opkopen kost een fortuin en dat fortuin komt niet in Nederlandse handen terecht. Het is toch van de zotte... In het buitenland kijken ze toch ook niet naar Nederlands voetbal?!

Het enige wat de Nederlandse clubs kunnen doen is efficiënt werken en (Europese) successen boeken. In dat opzicht is het mooi dat veel Nederlandse clubs plannen hebben om hun stadions uit te breiden. Dat betekent dat ze ambitieus zijn. Ambitieus zijn is goed. Je kunt misschien een keer op je bek gaan, maar je zult ook mooie dingen presteren. Als er goed wordt gepresteerd in Europa levert dat uiteraard weer wat geld op, wat mooi is meegenomen. En financieel doen de Nederlandse clubs het niet zo slecht. Zo schijnt Ajax de laatste jaren 100 miljoen euro te hebben overgehouden aan de verkoop van hun beste spelers. De vraag is echter: hoe investeer je dat weer?

30 miljoen
Daar is -ie weer... De beruchte 30 miljoen euri die AZ in 2007 mocht investeren. Het resultaat: AZ viel terug van de derde (2006-2007) naar de elfde (2007-2008) plaats in de Eredivisie. Een negatief rendement dus. De vraag is dus of succes wel te koop is.

Vooral in Engeland smijten lugubere oliezwemmers met naar olie stinkende dollars dan wel ponden. De laatste jaren proberen ze elkaar te overtreffen in nog grotere, nog onzinnigere uitgaven. Het ritueel gaat zo: ze kopen een stom loserig clubje op en kopen dan uit elke windstreek de beste spelers die er te vinden zijn. Aan geld geen gebrek, dus worden er bedragen met zeven nullen geboden voor sommige sterspelers.

De competitie wordt zodoende helemaal uit zijn verband gerukt. In dat opzicht mogen we blij zijn dat ze in Nederland alleen via Vitesse hebben besmet. Het is een grote zeepbel en je vraagt je soms af of de uitvinding van geld nou wel een zegen is.

In Nederland kijken de journalisten nog altijd naar de hoeveelheid geld die ieder clubje heeft te besteden. Clubjes die minder te besteden hebben worden afgeschreven voordat er een bal gespeeld is. Wat is het nut daar nou van? Zeker met voetbal zijn er altijd verrassingen. Het grote geld hoeft niet altijd te winnen. Daarvoor zijn effecten als geluk, een sterk collectief, een goede trainer - en ga zo maar door - nog altijd te veel van invloed. Gelukkig maar! Anders hadden we de eindstand wel kunnen opmaken uit de begrotingen van de clubs.

Daarom was het ook teleurstellend om te zien dat FC Twente in de voorrondes van de Champions League tweemaal verloor van Arsenal. Natuurlijk is Arsenal een sterke club., maar zelfs dan ben je niet kansloos. Ajax bewees dat de afgelopen jaren namelijk. Als rijke, sterke club mochten ze het meerdere keren proberen tegen een beduidend zwakker geachte club. En telkens faalden ze. Dat doet de reputatie van het Nederlands voetbal geen goed.

(Bewerking tekst 19-09 2008)

Gerelateerde artikelen:
Is succes te koop?; 19-09 2008
Uit de oude doos; 29-05 2009 

22-05-2011

Fattle: met de hakken over de sloot


Bloedstollend gevecht om koppositie

Het Circuit de Catalunya staat niet bekend om zijn interessante races. Doordat het in 1991 gebouwde circuit vaak wordt gebruikt voor de wintertests, kent iedereen het op zijn duimpje en zijn er doorgaans weinig verrassingen te verwachten. Dit jaar is alles anders. Dankzij DRS en de onvoorspelbare Pirellibanden is elke race een (artificieel) schouwspel geworden. Ook in Spanje werd er tot aan de finishvlag gestreden. Fattle won uiteindelijk nog, maar het ging moeilijker dan gedacht: hij moet Luis in de laatste helft van de race achter zich zien te houden. Nog slechter vergaat het teamgenoot Webber: op zaterdag de man, op zondag was hij niet meer waard dan een vierde plaats achter beide McLarens.

Kwalificatie: weer banden sparen
Het huidige bandenreglement schrijft voor dat iedere coureur voor de kwalificatie en race zes setjes banden mag gebruiken: drie setjes harde ("prime") en drie setjes zachte ("option") banden. Blijkbaar was bij het opstellen van het reglement geen rekening gehouden met de vele bandenstops die tegenwoordig noodzakelijk zijn. Doordat de banden maar een korte levensduur hebben en de meerderheid van de bandensets in de race hard nodig is, loont het niet om in de beslissende kwalificatiesessie veelvuldig de baan op te komen om je snelste tijd scherper te stellen. De kwalificatie is daardoor één van de saaiste in jaren.

Al in de eerste sessie begint het gereken: de toppers proberen op harde banden naar de volgende sessie te gaan. De subtoppers zijn minder zeker van hun zaak en rijden daarom op zachte banden. Hierdoor slaagt Petjerov er zelfs in de snelste tijd neer te zetten. Daarmee doet hij het beter dan zijn teammaatje, die door een brandje in de vrije training niet aan rijden toekomt. Hierdoor moet Hidefeld gedwongen als laatste starten. Zijn geluk is dat hij geen banden heeft gebruikt, wat hem in de race goed van pas kan komen. Ook Barrichello komt niet door "Q1" en hij wijt dat aan een versnellingsbakprobleem. Feest is er bij Co Valainen, die voor het eerst dit jaar "Q2" haalt. 
In de tweede sessie rijdt wel iedereen op de zachte banden. Iedereen, behalve de Force India’s. Zij besluiten vanuit strategische overwegingen om op harde banden te kwalificeren. Doordat Pirelli het prestatie- en slijtageverschil tussen de harde en zachte band voor deze race expres heel groot had gemaakt (in eerdere races bleek dat de "harde" banden dezelfde korte levensduur als de "zachte" banden hadden, waardoor er weinig strategische variatie was), moesten Die Resta en Subtiel zelfs nog achter Co Valainen aansluiten. Beter doet Pastoor het, die ondanks wat fouten in de vrije trainingen zijn Williams in "Q3" wist te krijgen. 
In de beslissende sessie reed eigenlijk iedereen, waardonder Fattle en Webber, slechts één vliegende ronde. Op voorhand was wel duidelijk dat de Red Bulls de eerste startrij onderling zouden verdelen. Uiteindelijk rijdt Webber het snelste rondje van het weekend (1:20,981) en eist daarmee enigszins verrassend de poleposition op. Fattle klaagde dat hij zijn KERS niet kon gebruiken, al gaf hij verder zijn nederlaag eerlijk toe. Helemaal gerust kon hij niet zijn: hij wist als geen ander hoe belangrijk de poleposition was op deze baan: als nummer twee zou hij aan de stoffige kant van de baan starten. De concurrentie kan alleen maar dromen van de kwalificatiesnelheid van de Red Bulls: Luis is nog net derde, op bijna een seconde achterstand. Teamgenootje Button is slechts drie honderdsten langzamer en tussen hen in staat nog Alonso, die een superronde reed. De Mercedessen kwamen weer veel tekort: Rosberg moet anderhalve seconde toegeven op de poletijd en wordt zelfs nog door Petjerov afgetroefd. Shoeface houdt het na een recreatierondje zelfs maar voor gezien, waardoor Pastoor als negende mocht vertrekken. Het lek leek weer boven te zijn bij Williams.

Race: geen Red Bull-dominantie
De start van de race zou bepalend kunnen worden: als de Red Bulls goed zouden wegkomen, stond er weinig meer tussen hen en de zege in. Dat gebeurt echter niet. Opmerkelijk genoeg komt de linkerrij (op de ideale lijn) niet goed weg. Webber heeft geen geweldige start en ziet Fattle al bijna op gelijke hoogte komen. In een soort schaarbeweging steken de Red Bulls het rechte stuk over: Webber gaat naar de binnenkant en Fattle naar de buitenkant. Zij aan zij stormen ze op de eerste bocht af. Daarbij vergeten ze Alonso in de gaten te houden. Die komt erg goed weg en duikt binnendoor in een gat dat Webber openlaat, waardoor hij de leiding pakt. Webber zit in de verdrukking en ziet tot overmaat van ramp ook nog zijn teammaatje passeren. De volgorde na de eerste bocht is dus: Alonso, Fattle, Webber, Luis. Alonso op kop: het Spaanse publiek gaat uit zijn dak. Zo veel had de Spanjaard dit jaar nog niet laten zien, maar uitgerekend voor eigen publiek maakte hij een fenomenale start. Ondertussen is Button door een zeer slechte start teruggevallen tot een tiende (!) plek. Zijn koppeling leek niet goed te werken, waardoor hij eerst nog moet zien af te rekenen met de op de negende plaats rondrijdende reserve-Red Bull Bümi.

Vooraan loopt de top vier hard uit bij de rest van het veld: Petjerov kan het tempo totaal niet bijbenen, terwijl de Mercedessen, waarbij Shoeface alweer voorop reed, dat tempo niet kunnen bijbenen. Op het bochtige circuit is veel downforce vereist en op het gebied van aerodynamica verschillen de bolides nog flink van elkaar. Verhalen dat de snelheidsverschillen klein zouden zijn vanwege het vele testwerk, bleken zoete lulkoek te zijn. De achteropgeraakte Button verliest dan ook veel tijd op de leiders. Ondanks KERS en DRS is het inhalen hier nog onverminderd moeilijk, zo moet hij ervaren.

Eerste serie pitstops
Vooraan is Fattle ook niet heel erg gelukkig. Hij kan achter Alonso niet zijn eigen tempo rijden, dus komt hij al in de negende ronde binnen voor nieuwe banden en komt precies achter Button op de baan. Dat kon toch niet de bedoeling zijn van de strategie van Red Bull? Op nieuwe banden is Fattle echter veel sneller: binnen een ronde verschalkt hij zowel Button als Massa. Vervolgens moet Rosberg eraan geloven. Alonso en Webber stoppen een ronde later. Alonso blijft Fattle nog net voor, terwijl Webber hetzelfde moet doen als zijn teammaatje een ronde eerder: hij valt terug tot achter Massa. Bij McLaren wacht men nog even met de pitstops: Luis stopt als laatste van de topvier en blijft bij zijn pitstop Webber voor. Button blijft nog wat langer doorrijden. Hij stopt pas in de vijftiende ronde en komt na zijn stop als zevende, nog voor Petjerov, op de baan. Op dat moment ligt de op harde banden gestarte Die Resta nog vijfde, maar hij komt even later ook binnen. Direct na zijn pitstop verschalkt Button Shoeface al, waarmee hij zijn inhaalrace vormgeeft. Hij ligt inmiddels alweer vijfde.

Tweede serie pitstops
Vooraan zit Fattle weer behoorlijk in het nauw: hij kan Alonso niet voorbij, terwijl Luis gevaarlijk dichtbij komt. Fattle wordt opgedragen zijn KERS ongelimiteerd te gebruiken, een duidelijk teken dat Red Bull de race niet onder controle had. Om van Alonso af te zijn, laat Fattle al in de negentiende ronde zijn laatste (!) setje zachte banden monteren. Net als bij de eerste serie pitstops gaan Alonso en Webber een ronde later naar binnen, terwijl Luis een aantal ronden langer doorrijdt. Na de pitstops ligt Fattle eerste en is Luis opgerukt naar de tweede plaats. Voor Webber valt er dan weinig meer te lachen: hij zit nu klem achter de naar de derde plek teruggevallen Alonso. Ze liggen nog wel voor Button, die pas één pitstop heeft gemaakt. De Brit is echter erg lief voor de banden en probeert zodoende een pitstop uit te sparen.

Derde serie pitstops
Pas na lang aandringen, lukt het Webber Alonso in te halen, waarna de twee direct de pits induiken. Bij het wegrijden is Alonso brutaler en hij perst zijn auto weer voor die van Webber. Webber moet er gek van zijn geworden: hij zit nog steeds klem achter Alonso, terwijl zijn teammaatje en Luis steeds verder uitlopen.

De derde serie pitstops is het omslagpunt van de race voor Alonso: hij moet, net als de andere rijders in de topvier, overstappen op harde banden, die beduidend trager zijn dan de zachte banden. Button stopt een ronde later voor de tweede keer, wat betekent dat hij nog een extra setje zachte banden heeft overgehouden. Ineens is het snelheidsverschil met Alonso en Webber enorm. Webber probeert de glijdende Alonso in te halen, maar die weet netjes te counteren. En dan is er ineens Button. Hij vliegt de vechtersbazen eenvoudig voorbij.

Vooraan schakelen Fattle en Luis gedwongen over naar de harde banden. Op deze banden blijkt het verschil tussen de Red Bulls en McLarens aan de ene kant en de Ferrari’s aan de andere kant: de koplopers rijden twee volle seconden sneller dan Alonso. Massa rijdt ondertussen in de anonieme middenmoot rond. Op dat moment is Hidefeld overigens de snelste man op de baan. Hij kan lekker knallen op de vele ongebruikte zachte banden die hij nog tot zijn beschikking heeft. Helaas voor hem rijdt hij dan (halverwege de race) nog steeds in de staart van de middenmoot.

Vooraan jaagt Luis Fattle op. De Duitser wordt nu ineens opgedragen geen KERS te gebruiken. "Who KERS?", zal hij wel niet hebben gedacht, want uitlopen is er in het geheel niet bij. Bij McLaren ziet men de kansen op een overwinning verder toenemen. Wie had dat gedacht na de kwalificatie? In de race lijken de tien updates die het team heeft gebracht echt te werken. Luis blijft Fattle volgen als een schaduw, terwijl Button door een uitstekende bandenstrategie op een derde plek ligt. Zijn achterstand op de koplopers is echter opgelopen tot een halve minuut.

Vierde serie pitstops
Alonso heeft al gauw genoeg van zijn vierde setje banden. Met nog 25 ronden te gaan, stopt hij voor de laatste keer. Eindelijk is Webber de Spanjaard voorbij, want Alonso rijdt het restant van de race in een laag tempo uit. Vooraan stopt Fattle nog een vierde keer. Luis neemt de leiding over. Blijkbaar is men er bij McLaren van overtuigd dat Luis de meeste kans heeft op een overwinning door dezelfde strategie te hanteren als Fattle. Luis komt in de slotfase steeds gevaarlijk dichtbij. Fattle moet alles op alles zetten om Luis voor te blijven. Ondanks het DRS-systeem blijft "the Finger-Man" op het lange rechte stuk net buiten bereik. Luis wordt opgedragen om op alle knoppen te drukken, terwijl Fattle krijgt te horen: "Luis is within range". Hij blijft er rustig onder, in tegenstelling tot zijn teambaas, die de zenuwen amper de baas is.

In de slotfase is er naast de strijd om de koppositie vooral strijd om de laatste punten. Vanaf Shoeface is iedereen al op minstens een ronde gezet, achter de Mercedessen rukt Hidefeld nog op naar de achtste plaats. Ook superdebutant Perez komt in de punten, terwijl teamgenoot Co Biaggi, ondanks een lekke band in de openingsronde, het laatste punt pakt. Verliezers zijn er ook: zo finish Petjerov slechts als elfde, valt Pastoor ver terug en grijpen de Toro Rosso’s weer naast de punten. Over Massa, die een frustrerende race door een versnellingsbakprobleem in de grindbak eindigt, wil ik het niet eens hebben. Gelukkig voor hen is de volgende race, de GP van Monaco, al over één week.

Fattle trekt uiteindelijk zijn minieme voorsprong nog veilig over de streep. Luis, die in zijn ene kwalificatierondje op zaterdag meer achterstand opliep dan in 66 ronden op zondag, kon tevreden zijn. Teamgenootje Button zal nog lang nadenken over zijn start, die hem misschien wel een zege had gekost. Webber zal na afloop van de race nog zieliger hebben gekeken dan na het behalen van zijn "pole", terwijl Ferrari ook het nodige had om over na te denken. In ieder geval bleek dat er een behoorlijk verschil zat tussen de snelheid van de Red Bulls op zaterdag en zondag. Dankzij de raketstart van Alonso hebben we een zeer spannende race gezien, hoewel het aantal inhaalacties tegenviel. We zullen maar zeggen dat het glas halfvol is.

Links:

Gerelateerde artikelen:
Red (Istan)Bull; 08-05 2011

16-05-2011

Het kampioensteam BSG 1


Overzicht

Het schaakcompetitieseizoen 2010-2011 kreeg een mooi einde voor BSG 1. Afgelopen zaterdag werd in Purmerend promotie afgedwongen naar de meesterklasse. Met 60 bordpunten scoorde BSG er vijf meer dan in 2007-2008. Toen werden er echter achttien matchpunten gepakt en daar kon het team van afgelopen seizoen niet tegenop. Sterker nog: het kampioenschap was nog tot het einde toe spannend. Pas in de slotronde werd tegen degradatiekandidaat De Wijker Toren, in 2008 nog de concurrent, het kampioenschap veiliggesteld. Hieronder een overzicht van het seizoen:

Ronde 1: BSG - Utrecht 2 9-1
BSG ontmoette in de eerste ronde het tweede team van Utrecht. Zij waren er vorig jaar ternauwernood in geslaagd niet te degraderen. Toen won BSG met 8½-1½, nu werd het zelfs nog erger voor de bezoekers, die eigenlijk nooit in een stuntje geloofden en daardoor naar een nog grotere nederlaag werden gespeeld. BSG begon goed aan het seizoen, Utrecht 2 stond al vanaf de eerste ronde onderaan.

Ronde 2: SOPSWEPS'29 - BSG 5½-4½
Twee weken kon BSG van de koppositie genieten. Tegen een gemotiveerde tegenstander werd opeens verrassend verloren. Een merkwaardige nederlaag van Robert Ris in een vooruitgespeelde partij voorspelde al moeilijkheden, in het Amsterdamse cafxc3xa9 haalden veel BSG'ers niet hun normale niveau. Gecombineerd met een tactische opstelling van de thuisploeg, slaagde BSG er niet in de achterstand ongedaan te maken. Sterker nog: BSG mocht nog blij wezen dat het niet meer schade opliep. Het contrast met de eerste wedstrijd kon niet groter.

Ronde 3: BSG - Philidor 1847 5½-4½
Ruim een maand later was BSG nog van slag: tegen Philidor werd met het kleinst mogelijke verschil gewonnen. De "BSG-beertjes" verloren bijna allemaal, waardoor de veteranen de kar moesten trekken. Uiteindelijk werd de winst behaald door drie eindspelen: Robert Ris wint in een gelijkstaand pionneneindspel, Leon Pliester wint een eindspel met een kleine kwaliteit meer en Behirder houdt een toreneindspel met een minuspion remise.

Ronde 4: Dr. Max Euwe - BSG 2½-7½
De uitwedstrijd tegen Dr. Max Euwe draaide uit op een klinkende overwinning. De thuisploeg had verrassend weinig in te brengen tegen de "tactische" opstelling van BSG: aan bord één speelt Die Tatjana tegen Evert Rademakers. Hoewel laatstgenoemde tot in de lengte der dagen zal volhouden dat hij niet was opgeofferd, wijzen de ratings anders uit. BSG richt een waar bloedbad aan aan de borden 2 t/m 9, waar 7½ uit 8 wordt gescoord. De prijs: Die Tatjana verliest uiteindelijk onnodig, net als Lenaard overigens. Desondanks boekte BSG op de valreep zijn eerste (officiële) uitzege in 2010.

Ronde 5: BSG - Purmerend 7-3
De eerste wedstrijd van 2011 was voor BSG een iets-of-niets-wedstrijd. Tegen koploper Purmerend moest gewonnen worden, anders was het voorbij met de kampioenschapskansen. In een overvol Denksportcentrum gaat BSG gelukkig goed om met de druk: het wordt maar liefst 7-3, waardoor BSG Purmerend qua bordpunten ook nog passeert: 33½ om 30. De koppositie wordt nog gedeeld met De Eenhoorn, dat alleen van Purmerend had verloren. Kortom: we waren er nog lang niet, we moesten immers nog tegen De Eenhoorn, maar een belangrijke slag was gewonnen.

Ronde 6: SMB - BSG 3½-6½
In een foutenfestival versloeg BSG SMB in Nijmegen. Na een hoop eenvoudige overwinningen op de laagste borden, verzuimden de hoogste borden om BSG een flinke schep bordpunten uit te laten lopen bij de concurrenten. Desondanks raakte Purmerend nog een half bordpunt verder achterop, door met 6-4 te winnen van Unitas, onze volgende tegenstander. De Eenhoorn had erg veel moeite met een uitgekleed Dr. Max Euwe en verloor ook weer een bordpunt.

Ronde 7: BSG - Unitas 6-4
Het was geen makkelijk duel, BSG thuis tegen Unitas. Vorig jaar boekten de Groningers een knappe overwinning. Dat gebeurde gelukkig niet nog een keer. Hoewel BSG aan de hoogste twee borden twee merkwaardige nederlagen kreeg te slikken, scoorde het middenrif dit jaar aan de lopende band punten. Desondanks was het nog lang spannend: bij een 5-4-stand wist Behirder een slecht toreneindspel zowaar te winnen. Al met al was de einduitslag wel terecht.

Ronde 8: De Eenhoorn - BSG 3-7
De topper tegen De Eenhoorn werd verrassend eenvoudig gewonnen. Robert Ris had weer vooruitgespeeld en ditmaal had hij een halfje gepakt. Op de wedstrijddag kwam BSG al snel op voorsprong door een overwinning van FM Henk. Dat invaller Ptr vervolgens eveneens een punt pakte, was helemaal mooi. BSG liep uiteindelijk uit naar een 7-3-overwinning. Met nog één ronde te spelen was de voorsprong op Purmerend 4 bordpunten. De titelkansen van De Eenhoorn waren puur theoretisch geworden.

Ronde 9: De Wijker Toren - BSG 3-7
In Purmerend liet BSG er geen twijfel meer over bestaan: door middel van een gedegen 7-3-overwinning op De Wijker Toren werd het kampioenschap binnengehaald. De inhaalslag die al vanaf de tweede ronde was ingezet, was tot een goed einde gebracht. Een spannend seizoen werd daardoor positief afgesloten.

1. BSG 16 MP, 60 BP
2. Purmerend 16 MP, 55 BP
3. De Eenhoorn 14 MP, 50½ BP

Spelersrapport
Voor de competitie kwam ik met een voorbeschouwing op de proppen. Hieronder een beschrijving van het seizoen per speler, gevolgd door een rapportcijfer. De rangschikking is gebaseerd op de ratings van het begin van het seizoen.

Alexander Berelowitsch 2554 (6 uit 8, TPR 2484)
De kopman van BSG slaagde erin als enige vaste speler ongeslagen te blijven, maar toch was zijn score niet heel erg denderend. Slaagde erin Reinderman (ging aan het verkeerde bord zitten), Riemersma (door absentie) en Assendelft (zat ook niet aan bord 3) te ontlopen. Desondanks moest hij vier remises toestaan, iets te veel van het verkeerde. Statistisch gezien zou hij in drie kwart van de gevallen beter hebben gepresteerd, een krappe zes dan maar.

Robert Ris 2420 (3½ uit 7, TPR 2226)
Nieuwkomer Robert Ris speelde een belabberd seizoen. Het zat hem ook niet altijd mee: tegen Tom Bottema liet hij zich in een betere stelling trucen en tegen Jaap Houben (SMB) gaf hij opeens een toren weg. Uiteindelijk scoorde hij slechts twee overwinningen, allebei in de eerste seizoenshelft. Na zijn nederlaag tegen Bottema leek er wel iets te zijn geknapt. Op basis van de prestaties kom ik tot een vier.

Lars Ootes 2356 (7 uit 9, TPR 2452)
Met zeven overwinningen was Large weer een aanwinst voor BSG. De tweevoudig Nederlands Jeugdkampioen drukte zijn puntjes doorgaans op een rustige manier, niet direct vanuit de opening, maar door zijn tegenstander later in de partij weg te spelen of tactisch te trucen. Door een ongelukkige nederlaag tegen de "Kodovaraan" slaagde hij er niet in zijn 8 uit 9 van 2007-2008 te evenaren. Een lijkt me wel op zijn plaats.

Leon Pliester 2355 (7½ uit 9, TPR 2524)
Leon Pliester begon met 6 uit 6, om in de laatste rondes "slechts" 1½ punt aan zijn score toe te voegen, ongeveer wat Ewood in 2007-2008 overkwam. Desondanks werd Leon gedeeld topscorer van BSG en behaalde hij de hoogste TPR. Met zijn constante stroom punten nam hij BSG in de eerste seizoenshelft op sleeptouw. Zijn spel was echter niet om aan te zien. Op basis van de prestaties moet ik wel een negen geven.

Frans Borm 2346 (2½ uit 6, TPR 2098)
Dat de ene IM de andere niet is, bewees Frans Borm wel. Jarenlang speelde hij verdienstelijk voor BSG 1 (en heel even voor BSG 2) en ook dit seizoen begon hij goed. Vanaf de wedstrijd tegen SOPSWEPS kwam er echter alleen nog maar ellende uit zijn vingers. Door twee zwartnederlagen kwam zijn score zelfs nog onder par te liggen. Ook maar een vier?

Ewoud de Groote 2287 (5 uit 9, TPR 2239)
Als Ewood in de even-oneven jaren een slecht seizoen heeft, dan was het afgelopen jaar een heel goed slecht seizoen. Hoewel hij vier dikke nullen kreeg te slikken, stelde hij er ook vijf palen tegenover. Was bij vlagen erg goed met zwart. Helaas niet altijd. Een zes is daarentegen wel altijd goed.

Ton van der Heijden 2281 (7½ uit 9, TPR 2426)
Op de lage borden scoort Ton weer als een beest. Dit jaar stopte de productie pas bij 7½ uit 9. Vorig jaar scoorde hij slechts zes punten. Zijn score in de laatste drie seizoenen in de eerste klasse: 21½ uit 27. Vaak gaan de partijen gepaard met offers, gehak en gebeuk, waarvan je je soms afvraagt of het nou allemaal nodig was. Wel leuk om naar te kijken. Helaas scoorde hij zijn enige nederlaag tegen SOPSWEPS. Puntje eraf: een acht.

Henk van der Poel 2244 (7 uit 9, TPR 2374)
Ook Henk hoort bij de vier veelvraten van BSG, die samen bijna de helft van het totale aantal bordpunten van BSG scoorden. Het had niet veel gescheeld of Henk was zelfs de topscorer van het team geworden. Hij verslikte zich niet in de zwakke tegenstanders die hij kreeg, terwijl hij sommige sterkere tegenstanders (soms overtuigend) van het bord wist te spelen. Ook hier lijkt een acht me op zijn plaats.

Jesper de Groote 2128 (6 uit 9, TPR 2272)
Het afgelopen competitieseizoen was ongetwijfeld één van de beste ooit van ondergetekende. Hij hengelde een mooie plusdriescore binnen tegen vergelijkbare tegenstand. Alleen Dimitri Reinderman was te sterk, tegen de rest van het veld scoorde hij vier remises en vier zeges. Niet elke zege was even fraai en niet alle remises kwamen even soepel tot stand. Het resultaat is om te koesteren, het spel kan nog beduidend beter. UItgekookt als altijd bewaarde de geboren teamspeler zijn nederlagen voor een stom regionaal toernooitje. Wie durft er een rapportcijfer te geven?

Lennart Ootes 2121 (4½ uit 9, TPR 2149)
Lenaard was de enige speler die zijn rating door middel van andere toernooien flink wist aan te vullen. Binnen enkele maanden steeg hij bijna 150 punten. In dat licht bezien is zijn vijftigprocentscore teleurstellend. Kreeg wel gelijk met zijn opmerking dat de nederlaag tegen SOPSWEPS niks uit zou maken. Piekte daarna op het juiste moment: namelijk tegen Purmerend. Hopelijk motiveert een studententien* hem om vaker te pieken op cruciale momenten. Die zullen er volgend jaar namelijk vaak zijn.

De invallers speelden te weinig om in aanmerking te komen voor een beoordeling. Wel liet Ptr een geweldige indruk achter door zijn enige partij te winnen tegen concurrent De Eenhoorn. Verder was Coen met 1½ uit 2 ook goed op dreef.

Significantieniveaus
Hieronder heb ik geprobeerd aan te geven hoe "uniek" een bepaalde score (TPR) is. Het is niet veel meer dan een overschreidingskans meten: hoe groot is de kans dat een speler met een rating X een TPR Y haalt? Hierbij treden trouwens complicaties op: als je ervan uitgaat dat de variatie in TPR en rating volledig door de geobserveerde speler komt, dan is de standaarddeviatie kleiner dan wanneer je uitgaat dat de werkelijke speelsterkte van de tegenstanders ook afwijkt van hun rating. Ik neem aan dat dit wel het geval is. In dat geval zijn de kansen dat een speler het (nog) slechter had kunnen doen als volgt:

L Pliester 0,964
T van der Heijden 0,937
J de Groote 0,937
H van der Poel 0,916
La Ootes 0,846
Le Ootes 0,617
E de Groote 0,305
A Berelowitsch 0,248
R Ris 0,035
F Borm 0,016

Ik vind het behoorlijk apart dat eigenlijk niemand netjes in de buurt van zijn rating heeft gepresteerd. Een aantal spelers heeft ver boven zijn verwachting gespeeld en een aantal spelers zat daar een eind onder. Zo had Leon misschien wel zijn beste seizoen van de afgelopen 25 jaar, terwijl Frans Borm misschien wel zijn slechtste seizoen ooit had. Wie weet...

Hiermee wilde ik het overzicht in ieder geval afsluiten. Tot in de meesterklasse!

* Een 5½.

Archief:
Statistieken BSG 1; 22-04 2008

Gerelateerde artikelen:
BSG - Utrecht 2; 26-09 2010
SOPSWEPS'29 - BSG; 10-010 2010
BSG - Philidor 1847; 21-11 2010
Dr. Max Euwe - BSG; 12-12 2010
BSG - Purmerend; 09-01 2011
SMB - BSG; 13-02 2011
BSG - Unitas; 13-03 2011
De Eenhoorn - BSG; 10-04 2011
De Wijker Toren - BSG; 15-05 2011