27-11-2010

De eeuwige jeugd


Opa stelt teleur in Eindhoven

Het is weer november, dus stond het NK Rapid te Eindhoven weer op het programma. Dit jeugdtoernooi dacht ik in 2006 te hebben afgesloten, totdat vorig jaar ineens een extra leeftijdsgroep werd aangemaakt: er was een groep "U25", ofwel voor mensen jonger dan 25 jaar. In de praktijk werden echter ook 25-jarigen toegelaten, zoals vorig jaar, toen Sizzel (1984) van de partij was. Vandaag was ik 24 jaar en 127 dagen oud, dus mocht ik ook nog meedoen.

Wie heel graag aan het toernooi mee wilde doen, was Ptr. Hij had het er tijdens het regionale snelschaaktoernooi en tijdens de KNSB-competitie al over. Ik schreef me kort voor de deadline nog in en maakte zeven euro over. Een jeugdtoernooi spelen was dus bijna onbetaalbaar voor mij, want ik weet nog goed hoe jammer ik het vond om bijvoorbeeld bij de Jeugdclubcompetitie in 2006 (!) als toeschouwer te moeten fungeren. Inmiddels is er heel veel water door de Rijn gegaan, heb ik de studie Aarde en Economie met succes afgerond en heb ik er een paar vetrollen en grijze haren bij gekregen. Ik wilde me dus weer een beetje "jong" voelen. Het probleem was dat de tegenstanders, afgezien van Benjamin Bok, ook niet meer de jongsten waren. Het was meer een soort veteranenschaak.

Wie ook meedeed, was kleine Claudia. Zij, of eigenlijk haar vader, bood aan om me op te halen als ik in Amstelveen zou zijn. Ik zat echter in Bussum en ik werd opgehaald door Ptr. Nou ja, dat zou hij doen. We hadden afgesproken om 8 uur. Ik stond om 7 uur op en zenuwachtig wachtte ik totdat er een auto zou voorrijden. Het was inmiddels acht uur geweest en de minuten bleven wegtikken, zonder dat er iets gebeurde. Ik begon nog zenuwachtiger te worden. Ten einde raad belde ik maar naar zijn huis, omdat ik zijn mobiele-telefoonnummer niet had. Er werd echter niet opgenomen en ik besloot maar op te hangen voordat ik zijn moeder uit bed had gebeld. Maar van Ptr ontbrak nog steeds ieder spoor, dus belde ik maar naar zijn oom, die aan Ptr zijn auto zou uitlenen. Hij was heel relaxed, alsof er niks aan de hand was. Ptr zou eraan komen, hij had zich alleen verslapen.

In de auto vertelde Ptr dat zijn telefoon niet was afgegaan, waardoor hij te laat was. Ook moest hij nog even geld PIN-nen, waarna we eindelijk richting de uithoek van Nederland gingen. Het was flink koud en het landschap zag er in de vroege ochtend ook winters uit. Tegen het einde van de rit prikte de Zon echter door de bewolking heen en in Eindhoven was er weinig aangevroren mist meer te zien.

Het toernooi was een weerzien van bekenden. Ik heb op de een of andere manier vrij weinig met anderen lopen lullen, vaak was ik lang met de partijen bezig. Wel kwam ik mijn metgezellen ook nog achter het bord tegen, zoals op dergelijke toernooien gebruikelijk is.

Toernooi
Ik zat in de eerste ronde aan bord 13, schuin tegenover Ptr. We zaten aan de staartborden, wat betekende dat we een "makkie" kregen. Nou, dat heb ik geweten. Ik speelde tegen Maurice van Mourik. Kent u die naam? Ik in elk geval niet. Hij speelde 1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pc3 Pf6 4.e4 Pe4 5.Pxe4 dxe4 6.Lc4. Ik had zoiets weleens tegen Tom de Ruiter op het bord gehad met snelschaken en destijds won ik makkelijk. Zo makkelijk ging het nu in ieder geval niet. Ik dacht de pion op e4 op den duur op de korrel te kunnen nemen, maar zwarts stelling was zeer actief en in tijdnood werd ik akelig verrast door een pionzet die de hele partij al in de stelling zat. Gelukkig kostte me het niks, maar ik kon de pion, die inmiddels was opgerukt tot e2, ook niet onschadelijk maken. In tijdnood gaf ik maar een kwaliteit om de pion onschadelijk te maken. Mijn tegenstander bood remise aan, maar ik had ruim een minuut meer, dus besloot ik door te spelen. Ik zat uit een soort reflex schaakjes te geven, waarbij ik een paardvork over het hoofd zag en gewoon op tijd won. Mijn tegenstander verliet stilletjes zijn plekje. "Die wil nooit meer met mij praten", dacht ik.

Peter had al eerder gewonnen, KC kreeg daarentegen een nul te slikken. De eerste ronde verliep voor mij al moeilijk, dus dat beloofde wat voor de tweede ronde.

Ik speelde namelijk tegen Thijs Laarhoven, die niet alleen qua rating wat forser is dan ik. Vorig jaar verloor ik op m'n verjaardag van hem, dus wilde ik graag van 'm winnen. Echter, aangezien ik met zwart speelde, was ik al lang blij als ik niet zou verliezen. Hij speelde 1.e4 en ik besloot maar 1...e5 te spelen, niet wetend wat ik op het Spaans zou doen. Echter, zodra ik de kans kreeg, besloot ik op e4 te timmeren, waardoor ik meer kans dacht te maken. Hij speelde het daarna niet op zijn best tegen en ik bereikte een eindspel waarin ik een loper had tegen een paard. Aan beide kanten waren er verder nog twee torens en op beide vleugels drie pionnen. Ik begon dus voorzichtig aan de winst te denken. Het paard werd verdreven, waarna ik mijn torens activeerde. Ik schatte mijn kansen in als 50 procent kans op remise, 50 procent kans op winst. Zoals zo vaak resulteerde dat uiteindelijk in een nul. Ik begon te klooien, waardoor ik de ene na de andere pion weggaf. Binnen enkele zetten had ik een lichtelijk voordelig eindspel vakkundig om zeep geholpen. Ik gaf een hand en zei niks meer. Mijn tegenstander uit de eerste ronde was gek genoeg wel spraakzaam. Hij was benieuwd naar mijn verrichtingen. Helaas had ik weinig goeds te melden. Het was zo'n moment dat je het liefst door de grond zou willen zakken, of jezelf de rest van de dag in het toilet zou willen opsluiten. Dat kon niet, ik moest verder.

Er waren nog zeven ronden te spelen en in de derde ronde speelde ik tegen Henriet Springelkamp. Tegen haar heb ik vaak de degens mogen kruisen. Vaak, of misschien wel altijd, was ik wit. Daar kwam nu ook geen verandering in. Waar wel verandering in was gekomen, was het openingsrepertoire van de zwartspeelster. Ze kwam namelijk met een heuse Caro-Kann op de proppen. Een lastige opening. Balancerend op een smal koord dat wits voordeel moest voorstellen, besloot ik aan te vallen. Ik had inspiratie geput uit een partij van het "schaakwonderkind" Sahaj Govert. Die speelde een Caro-Kann met ergens Pf1 in plaats van het vervlakkende Pe4. Geen idee of de stelling hetzelfde was, maar ik wilde het wel een keertje proberen. Het was een avontuurlijke Caro-Kann, waarin wit lang rokeert en zwart kort. Wit wil dus graag g2-g4 doen, dus dat maakte ik mogelijk met Pg3-f1-e3. Zwart kwam echter door het centrum, wat mij tot een lastige keuze noopte: ik moest lijnen rond mijn koning openen en velden weggeven, of ik moest een pion offeren. Dat deed ik maar en ik kreeg in ruil een mooi veld op f5 voor mijn paard. Dat is volgens Kasparov ook een pion waard. In ieder geval won ik niet lang daarna een stuk op de d-lijn, waarna ik de partij uitschoof.

Ptr had ondertussen verloren van Benjamin Bok, wat hem met een remise tegen Bart Namuurs op 1½ punt bracht. Ik was hem weer (even) voorbij. Het "leapfroggen" zou nog een tijdje aanhouden.

Om te beginnen kreeg ik een nederlaag te slikken tegen Sebastiaan Smits. In een Schotse partij deed hij ongeveer hetzelfde als Johan Booij van SOPSWEPS. Bijna, want hij liet f2-f3 en f3-f4 achterwege. Ik speelde vrolijk verder zoals ik in die partij ook deed, waardoor ik onaangenaam werd verrast door Le3-g5. Desondanks had ik waarschijnlijk nog wel een remise kunnen pakken door naar een ongelijkelopereindspel met torens af te wikkelen. Dat deed ik echter niet. Vervolgens werd ik nog eens onaangenaam verrast door een doorbraak, waardoor ik een gedekte vrijpion op e7 moest toestaan. Dat was te veel van het verkeerde. :(

Ondertussen was KC door een tweede overwinning ook op twee punten gekomen. Ik speelde dan ook in de vijfde ronde tegen haar. Ptr had weer gewonnen en stond een halfje boven ons.

Dat ik nu de tweede Caro-Kann tegen me kreeg, vond ik niet zo verrassend. Ik speelde 6.Pf3, waar verrassend 6...h6 op volgde. Ik deed maar 7.Pe5 Lh7 8.Ld3, waardoor ik de opstoot van m'n h-pion had uitgespaard. Ik dacht dat dat goed was. Achter de brede rug van het paard bouwde ik een ruimtevoordeel op. Uiteindelijk had ik pionnen op c5 en e5. Tijd om aan te vallen dus. De pionnen werden echter wel zwak, dus moest ik snel zijn. Ik moest eerst f2-f4 doen om e5 te dekken, maar de zet erna kon ik al f4-f5 doen, waarna de zwarte koningsstelling werd gebombardeerd. Mat ging het niet direct, maar het leverde me wel heel wat materiaal op. KC speelde nog wat verder, waarbij ik haar door een paar keer van dezelfde penning te profiteren nog wat materiaal won. Het eindigde in mat, maar dat had ze zich kunnen besparen. Het was voor mij immers leuker dan voor haar. Het resultaat was wel in lijn met de eerdere ronden, waarin we allebei steeds met wit wonnen en met zwart verloren. We waren snel klaar en nadat Ptr, die remise speelde tegen een sluwe Vos, zich bij ons voegde, merkte KC zuchtend op dat het toernooi nog vier ronden duurde. Ik keek op m'n horloge. Het was alweer drie uur. Voor m'n gevoel waren we net begonnen...

In de zesde ronde speelde ik dan tegen Jan-Pieter Vos. Hij is zo'n speler die vroeger sterker was dan ik, maar nu niet meer. Althans, dat zegt meneer Elo. Hij speelde verrassend 1.e4, om er vervolgens een gaar flankspelletje van te maken. Ik probeerde me op te stellen zodat ik in het centrum wat terug kon doen. Met mijn lopers zat ik fanatiek op wat diagonalen te dreigen, maar erg veel was er ook niet aan de hand. De belangrijkste diagonalen werden gauw gesloten, waarna ik het gevoel had slecht te staan. Uiteindelijk kon ik een pion offeren om mijn overgebleven loper tot leven te wekken. Wits koningstelling was zwak, maar in ruil voor de pion ruilde ik uiteindelijk maar de dames. Ik dacht met mijn tot leven gewekte loper in het voordeel te zijn, maar het ongeluk zat opnieuw in een klein hoekje. Opeens was m'n toren ingesloten en moest ik met een kwal minder door het leven gaan. Dat betekende vrijwel meteen het verlies van de partij.

Dat schoot dus niet op. Ptr verloor ook, terwijl KC weer op drie punten kwam door een bye. Ik had dus weer een puntje nodig en dat kreeg ik na veel moeite van Willem van den Brink. Het begint wat eentonig te worden, maar ook hij verdedigde zich met een Caro-Kann. Deze partij ging echter nog minder gestroomlijnd dan de partijen tegen de chicks, die op het bord naast me een titanenstrijd uitvochten. Veel heb ik er niet van gezien, behalve dat KC d'r paard de hele tijd rond het veld a3 stond te menstrueren.
Ik had alle tijd nodig om een manier te verzinnen om te winnen. Zwart had veel tegenspel op de damevleugel, terwijl ik nog niet veel had bereikt aan de andere kant. Positiever was dat zwart ook niet meteen mat kon zetten. In mijn ogen ruilde zwart wat te veel stukken, waardoor ik uiteindelijk beter bij zwarts zwaktes kon komen. Mijn loper op c1 deed echter niks, dus moest eerst alles van de dame en toren komen. De afronding was daarentegen onverwachts. Met nog anderhalve minuut op de klok bood zwart dameruil aan, waarna ik opeens zag dat ik mat in twee kon geven door middel van een torenoffer.

Tegen Jup Nabürs pakte ik m'n eerste halfje met zwart. Echt blij was ik er niet mee. In het Spaans (opnieuw 1.e4, een meevaller) liet hij zijn loper op b3 arresteren door mijn kromme knol op c6. Vervolgens werd de damevleugel afgesloten, waarna ik op de koningsvleugel ging klooien. Ik kon kiezen uit ...f5-f4, waarmee ik hem misschien zou dooddrukken, of ...f5xe4, gevolgd door ...Lc8xh3, met pionwinst. Ik koos voor dat laatste, want ik had liever iets concreets. Wits koningsstelling werd verzwakt, dus ik moet gewonnen hebben gestaan. Het afmaken, voor zover makkelijk, lukte echter opnieuw niet. Wit offerde uiteindelijk maar z'n dame tegen mijn toren en paard, waarna de kou uit de lucht was. Omzichtig speelde ik m'n dame nog zijn stelling in, maar ook zij kon in haar uppie de witte verdediging niet uiteenspelen. Ik besloot met iets meer dan drie minuten maar remise aan te bieden, voordat de schade nog groter zou zijn.

Zo ging ik de laatste ronde in met 4½ uit 8, net als Ptr. Doordat we in de laatste ronde tegen elkaar speelden, konden we de gewenste 5½ uit 9 niet allebei meer behalen. Na wat openingszetten, waar ik eeuwen over nadacht, bood hij remise aan, wat ik graag aannam. Daarmee hadden we 5 uit 9 gescoord. Dat was net zoveel als vorig jaar, al had ik toen ook sterkere tegenstanders gehad. Desondanks was Ptr helemaal verrast over de sterke tegenstanders. We eindigden als 12e en 13e, waarna we nog wat met Pascal gingen kleppen, om Eindhoven vervolgens met de staart tussen de benen te verlaten.

Voor KC eindigde het toernooi in mineur met drie nederlagen. Vooral de partij tegen Oude Elias was een dure. Verwacht er van Behirder echter geen commentaar op. Die weet precies hoe je eindspelen kunt verklooien. Ptr was onder de indruk van KC. Hij vond haar tactisch behoorlijk goed. Op de terugweg kakelden we vrolijk verder onder het genot van een pak koekjes. Ptr kreeg de schrik van zijn leven toen hij het raam opende om zijn parkeerkaart in te leveren. Het raam ging helemaal scheef zitten. Gelukkig wist Ptr het euvel vakkundig te verhelpen, waarna we via een omweg in Bussum aankwamen. Het was me het dagje wel.

Scores:
9-13 Ptr, Jip 5
25 KC 3

Links:

Gerelateerde artikelen:

14 opmerkingen: