23-01-2008

Schaken...

...In Wijk aan Zee
Afgelopen zondag ging ik voor het eerst in mijn leven bij het Corustoernooi kijken. De sterren waren enigszins te zien achter de grote monitoren, waar de partijen live te zien waren.
 
Ik was samen met het aapje, Robin Oscar en Ton met Monique S. meegegaan naar het sterkste schaaktoernooi ter wereld. Binnen kwam ik Pascal, Marco en Sizzel tegen. We gingen in het cafxc3xa9 lekker doorgeefschaken. Sizzel was alleen niet zo goed.

In het café leek iedereen Robin Oscar te kennen. Toen Emiglio was aangeschoven, kwam Fliffer nog even langs. Hij groette Sizzel en RO. "Jij gaat volgend jaar bij onf fpelen," zei hij tegen RO. "Timman komt volgend jaar ook." Ook tegen Sizzel was hij alleraardigst. Hij hoopte met dit opzichtige geslijm een wit voetje te halen bij deze pubers. Mij zag hij zeker niet en in het vervolg zal ik hem ook niet meer zien.
 
Wie ik helaas niet zag, was kleine Claudia. Misschien dat ze door haar geringe formaat niet zo opviel. Jammer was het wel, want met de meeste schakers heb ik geen contact. Niet met Foppe Gele en ook niet met Erik Oosterom, die ik in het restaurant zag. Vorig jaar speelde ik op het PK tegen hem en toen wist hij mij al te verwarren met de gebroeders Ootes.
In het restaurant zag ik ook nog iemand die ik identificeerde als Nigel Short. Misschien moet ik 'm binnenkort maar eens op Playchess vragen hoe die pizza was.

Overigens had ik niks meegekregen van de "rel"; het niet-handje schudden van Cheparinov.

Hoewel we al om zes uur 's avonds waren gaan eten, waren we pas om een uur of half tien weg. In de stromende regen fietsten aapje en ik naar huis. Bij een van de scheelste zijstraten van Bussum moest ik plotseling remmen toen ik de lichten zag van een auto in de zijstraat. Rechts heeft hier "gewoon" voorrang, dus ik besloot te remmen, waarna het aapje bovenop me knalde.
 
...In Bussum
Meer succes had ik bij het snelschaken afgelopen maandag. Vanwege het Corustoernooi zijn er twee snelschaakavonden ingeroosterd. Volgende week is de "finale".

De opkomst was niet erg hoog. Vooral de sterkere spelers lieten het afweten. Toch waren het Loensreptiel en Coen helemaal naar Bussum gekomen. Niet om te snelschaken, maar om tegen elkaar te spelen of zo. Dat hadden ze beter in Amsterdam kunnen doen...

Het resultaat was een uitgekleed "toernooi", waar Le en ik voor de dagzege gingen strijden. Ik begon het toernooi goed met een zege op Mel B. Dat mag ook wel, maar na m'n nederlagenfestijn van zondag wist ik dat alles kon gebeuren. Gelukkig voor mij gaf hij al gauw een stuk weg, waarna ik rustig won.
 
In de tweede ronde speelde ik tegen Tom Haenen. Ik ruilde een mooi paard voor een passieve loper om zijn koning onder vuur te kunnen nemen. Het leverde me grof materiaal op, genoeg voor m'n tweede puntje.
 
Tegen Bert Balke moest ik de hele partij op m'n hoede zijn. Ik had steeds licht nadeel, maar in tijdnood wist ik al het gif uit zijn stelling te halen, waarna ik zelfs beter stond. Met 27 tegen 28 seconden op de klok accepteerde ik zijn remiseaanbod.
 
In de vierde ronde speelde ik tegen Wim Roeten (!). Tot mijn verbazing had hij drie uit drie, waarvan een punt tegen Le. Dat verbaasde me wel, al had Le wel eens voor de lol van 'm verloren. Maar niet deze keer, zo bleek. Roeten had gewoon de verkeerde uitslag ingevuld.
Kalm aan bezorgde ik het oudste lid van BSG zijn tweede nederlaag.
 
In de vijfde ronde speelde ik tegen Le. Het was een bizarre partij. Ik speelde de opening niet bijster goed, om het maar zo te zeggen. Verder gaf ik nog van alles weg, maar zie de verrassende ontknoping.
Na 23 zetten (waarvan de 23e van mij ongetwijfeld een hele slechte, iets als 23...Tb8) stond het ongeveer zo:
 
 
Ik had hier al een pion verspeeld en nu werd het nog erger. Wat speelde wit? Na 24.Lb3+ Kh8 (24...Lf7 ziet er niet uit, maar verliest niet direct een stuk) 25.f5 kon ik mezelf wel voor m'n kop slaan.

Ik hield echter hoop en speelde mijn enige troefkaart: de koningsaanval. Na 25... Lxg3+ 26.Kxg3 stond de koning wat op de tocht. Ik verzon 26...c6, om zo nog een schaakje te kunnen geven. Le pareerde dat nog effe snel met 27.Dd6?, wat toch niet zo goed is als het lijkt.
 
 
Ik won wat tempi met 27...Pe5 28.fxg6 Td8. Ik had weer compensatie voor het stuk. Na 29.Dc5 Pd3 30.De3 begon het penibel te worden voor wit. Niet beter is 30.Dh4, want 30...Dc7+ 31.e5 h6 32.Tf1 Te8 is al winnend voor zwart.
Na 30...Dc7+ miste Le zijn beste kans. 31.e5 is hier het taaist. Zwart moet nu wel materialistisch spelen. Na 31...Pá 32.Dá Te8 staat zwart beter.
Le deed het voor de hand liggende 31.Kg2, waarna 31...Pf4+ heel vervelend was. Zelfs de immer stug verdedigende Le kon het niet meer houden: 32.Kf1 Td3 33.Df2 Txh3 34.Kg1 Pd3 35.Dg2 Tg3. Hier was 35...Db6+ zelfs al mat, maar materiaal is toch wel het meervoud van mat. 36.Te2...
 
 
Hier deed ik een hele gemene zet. 36...Pf4! en na 37.Dxg3 Pxe2+ 38.Kf2 Pxg3 stond zwart een dame voor.

Een hele harde schwindel, eentje die je je ergste vijand nog niet aan wil doen. Le vond het eigenlijk wel logisch, verwijzend naar de onderontwikkelde damevleugel. Het had mij ook zomaar kunnen overkomen.

In de zesde ronde speelde ik - met de zenuwen en adrenaline nog volop in mijn lijf - tegen Bert Kieboom. Bert had thuis problemen en kon op de club lekker chillen, zo vertelde hij tegen Le. Wel klaagde hij dat het invloed had op zijn schaken. Tegen mij probeerde hij weer een Caro-Kann. Ik kan niet zeggen dat ik echt voordeel had. Eerst ruilde hij de witveldige lopers, later ruilde ik de zwartveldige lopers, zodat ik met a2-a3 zijn pion op b4 kon kietelen. Hij sloeg, waarna ik op de damevleugel een b- en een c-pion had tegen een a-pion. Die a-pion ging al snel het kistje in hoen hij met ...Db4 op avontuur ging. Ik had de mazzel dat ik het dekkingszetje c3 bij de hand had, waarna zowel pion b2 als d4 gedekt was en de dame niet langer pion a5 kon dekken. Met een pion meer kon ik me langzaam naar de overwinning schuiven.

In de zevende ronde speelde ik tegen Eddy of Squares. Hij offerde een kansrijk een stuk. Dat moest ook wel, anders had hij een slechte stelling. Ik probeerde me zo goed mogelijk te verdedigen, maar zonder echt een blunder te maken gleed mijn stelling steeds verder weg. Ik verloor mijn stuk weer en in tijdnood had ik nog kansjes om het in een stelling zonder lichte stukken misschien nog te rekken. Maar dat deed ik niet en in een hopeloze stelling viel m'n vlag.

De ronde erna speelde ik tegen Mark Pieterse. Hoewel ik vrijwel nooit van hem win, had ik iets nieuws bedacht. Ik beantwoordde 1.b4 met 1...f5!? Het leek me een goede keus. Wit klooit wat op de damevleugel en zwart op de koningsvleugel. Helaas voor mij deed ik het ergens niet helemaal goed en kreeg hij met simpele zetten (Pieterse ten voeten uit) een goede stelling. In plaats van (groot) voordeel te behalen, rokeerde hij achteloos kort, waarna ik er weer een beetje uit kwam. Maar het oplossen van kleine problemen bleef me tijd kosten. Hij begon op trucjes te spelen, waarna ik nog een kwaliteit kon winnen. In m'n haast sloeg ik per ongeluk een paard. Dat is niet zo slim in het bijzijn van Eddy Sibbing.

In de laatste ronde speelde ik tegen Jan Derksen. Hij speelde Aljechin, waarop ik mismoedig 2.Pc3 speelde. Na 2...d5 kwam er een afruilactie, die een gelijkwaardige stelling tot gevolg had. Het enige voordeel was het gemis van zwarts g-pion. De partij werd beslist toen hij op h7 liet slaan.

7 uit 9, één punt minder dan Le, die verder ALLE partijen won. Daar was dus niet tegen te vechten. Toch kon ik nog enigszins blij zijn dat ik de man in vorm naar zijn enige nederlaag had gespeeld. Ik vond ook niet dat ik - op een enkele partij na - slecht had gespeeld. Na de zweepslagen in Wijk aan Zee een hele opluchting.

Volgende week is het vervolg!

5 opmerkingen: