25-11-2006

ERU Goudkuipje-schaaktoernooi

Vanochtend moest ik weer eens vroeg op. Tja, wie gaat er ook schaken op z'n vrije dag... Ondanks dat ik nauwelijks een oog dicht had gedaan, ging ik vol goeie moed op pad. Ik was vol vertrouwen :P.

Bij aankomst in het Minkema-college (zo heet 't toch?) zag ik dat ik in de tweede groep was ingedeeld, in tegenstelling tot het aapje en wortel 1, die in de hoogste groep meededen. Zegt wat over 't niveau. :P

Partijen
Om een uur of tien begonnen de partijen. Ik speelde met zwart tegen Gert Legemaat. Ik kwam met voordeel uit de opening en toen hij een fout maakte, won ik een kleine kwaliteit. Ik genoot even van zijn gepeins, maar vervolgens richtte ik me weer op mijn eigen stelling. Zo simpel was het nog niet. En ja hoor... Ik dacht nog wel ff tijd te hebben voor ...h5?? Toen ik even later naar de stelling keek, zag ik dat h4! erg vervelend was. Dit werd even later ook gespeeld. Mijn dame moest een paard dekken en werd nu aangevallen. Het zou me gewoon twee stukken achter elkaar kosten... Dus gaf ik maar een toren. Met twee kwaliteiten (later één) minder vocht ik nog door tot in een eindspel, dat verloren ging. Erg jammer. :-(
In de hoogste groep won Ewood van Sten Goes, terwijl wortel 1 remise speelde.

In de tweede ronde speelde ik tegen een Duitser/Duits sprekend persoon met Duitse naam. Opnieuw had ik zwart, maar dat vond ik niet erg. Ik kreeg tegen Matthias Ehrhardt al direct uit de opening voordeel: Hij had een geïsoleerde pion en ik had een sterke loper. Met een vrij simpel stappenmethode-trucje (...Pg5, met op Pxg5 Dxg5 en aanval op g2 en c1) kreeg ik beslissend voordeel. Mijn tegenstander ruilde niet op g5, maar deed Pe5, waarna Ph3+ gevolgd door Dg5 weer erg sterk was. Deze zwartoverwinning deed me goed.
Ewood verloor met een stuk meer. Wat antiloop deed, weet ik niet meer (zal wel niet veel soeps zijn).

In de derde ronde had ik eindelijk een keer wit. Ik speelde tegen Hans van Nieuwenhuizen, die op dat moment al twee keer had gewonnen. Misschien zou deze partij al de winnaar aanwijzen. Ik wilde graag winnen en ik kreeg alle gelegenheid om een aanvallende stelling op te bouwen. Hij speelde namelijk Pirc. Al snel leek de stelling op een "Draak", waarin zwart weinig tegenspel had op de damevleugel. Helaas waren er al wat stukken geruild en kwam zwarts dame via f6 in de verdediging. Daarna was de aanval afgelopen en hoopte ik op een klein voordeeltje te kunnen spelen. Daarbij liet ik nog bijna een toren insluiten, waardoor ik besloot ook de lopers af te ruilen. Het enige probleem was dat ik minder tijd had. Verder was de stand behoorlijk gelijk. Ik slaagde erin mijn koningsvleugelpionnen op te laten rukken, maar het leverde niet meer dan een goed verdedigbare vrijpion op. Ik dacht nog een stuk te winnen, maar het werd een kwaliteit, waar mijn tegenstander twee pionnen voor had: remise.
Ewood won met een kwal minder van Willem Moene, ook geen onbelangrijke zege.

Tussen de derde en vierde ronde was een pauze. Om twee uur werd de één-na-laatste ronde gespeeld. Ik speelde tegen ene C.E. de Leeuw, een local hero. Het verhaal van deze partij was ongeveer hetzelfde als dat van de eerste twee: ik kwam weer eens met voordeel uit de opening, want hij vergat in het Spaans c3 te spelen, waarna ik met Pa5 het loperpaar veroverde. Het kostte me tijdelijk het centrum, maar toen ik dat met een tegenstoot egaliseerde, had ik een betere stelling. Helaas verknolde ik hier weer wat van. Ik liet een zet toe, waardoor ik het loperpaar weer kwijtraakte een zwakke e-pion kreeg. De herinneringen aan de partij tegen Pafort op het PK vervaagden. In het eindspel van paard tegen loper stopte ik heel wat tijd in het berekenen van de consequenties van de overgang naar een pionneneindspel, maar hij ging er niet op in. Ik probeerde nog altijd het kleine voordeel om te zetten in een punt, maar gezien de geringe bedenktijd die ik nog had, was ik allang blij met remise. Gelukkig voor mij, maakte hij een fout, waardoor mijn koning kon binnendringen. Toen was de zaak wel zo goed als beslist, maar er moesten nog wat nauwkeurige zetten gedaan worden. Dit lukte me, ondanks dat ik in tijdnood zat.

In de laatste ronde moest ik winnen en hopen dat mijn concurrent zou verliezen. Ach, wat maakt het ook uit... Als ik eerste zou zijn geworden, had ik mogen kiezen uit een kist met wijn of de boekenbon. Nu hoefde dat niet... Natuurlijk wilde ik wel winnen, om in ieder geval in de prijzen te komen.
Ik had wit deze partij. Ik speelde tegen Kees van den Berg, een mindere speler in de groep. Hij speelde Scandinavisch en offerde een pion. De Playchess-ervaringen aan deze opening waren niet best, maar dit is toch anders. Tot mijn opluchting zette zijn initiatief niet echt door en had ik een gezonde pion meer. Vervolgens werd kwam er een stelling met ongelijke lopers op het bord, waarin ik aanvalskansen had. Ik offerde (correct) een stuk, maar ik ging een toren winnen in plaats van dat ik op de koning afging. Nu werd het een spannende klopjacht, die gelukkig goed afliep voor mij. Zo eindigde ik met 3½ uit 5 op de tweede plaats: mijn concurrent had een salonremise gespeeld. Ik was best tevreden eigenlijk.

Ewood speelde in de laatste ronde tegen wortel 1 en ondanks dat dit remise werd, won hij het toernooi en mocht hij de wijn mee naar huis nemen (hij had beter die boekenbon kunnen kiezen, veel lichter!)

4 opmerkingen: