31-08-2010

De ouwelullenclub

TC-vergadering

Gisteravond moest ik er weer aan geloven: ik werd op de club verwacht vanwege de Technische Commissie-vergadering. Ik dacht redelijk op tijd te zijn, maar toen ik binnenkwam, zag ik iedereen al zitten. Had ik me in de tijd vergist? Ik voelde me in ieder geval dom genoeg om er maar niet naar te vragen...

De reden dat ik in het ouwelullenclubje van de TC zit, is dat ik me met de indeling van de teams kan bemoeien (toch, Lennart?). Goede ideeën heb ik nog niet aangedragen. Wel was ik benieuwd naar de indeling van de teams en ik moet zeggen dat me dat enorm heeft verrast. In positieve zin welteverstaan. BSG 1 wordt een zeer sterk team en ook BSG 2 ziet er goed uit. Daarnaast waren er zoveel reserves dat Pieterse zelfs een zevende team wilde formeren. De jeugd van BSG kan dus ook extern gaan spelen. Verder waren er nog wat onbelangrijkere punten, die ik hier niet ga noemen. Sowieso is het schrijven over een TC-vergadering wat verdacht, daarom heb ik de details maar achterwege gelaten.


Zomerschaak
Het werd tijd voor de laatste ronde van de zomercompetitie. De zomer is morgen afgelopen (mijn buurman: "Afhankelijk van welke definitie je hanteert." xD) en na de ALV van volgende week zal de "wintercompetitie" weer beginnen. Ik besloot daarom maar mee te doen. Terwijl ik wat rond liep te lopen, sprak Bert Kieboom me aan. Of ik nog een stukje wilde schrijven over de BSG-jeugd. Het verhaal zou moeten gaan over de trainingen van Leon Pliester. Hopelijk vergeet ik dat niet...


Wie er ook bij was, was Yme B. Hij had ook wel zin om bij onze ouwelullenclub een avondje te gaan snelschaken. Ik had begrepen dat hij bij ons aan de IC zou meedoen. Leuk voor de club dat er eindelijk weer iemand van onder de dertig in de IC mee gaat spelen. Iemand waar BSG veel lol aan gaat beleven.

De witte was ook een keertje van de partij, net als Frans Hazenberg, een gevaarlijke schaker uit Almere. Laatstgenoemde speelde zowat de hele zomer mee en behaalde goede resultaten tegen de snelschaaktalenten die BSG rijk is. Eddy S. kwam pas heel laat meedoen in het toch al erg drukke Denksportcentrum. Ik had mijn eerste nulletje al geteld...

Er waren in totaal 21 spelers, waardoor we in eerste instantie 20 drieminutenpartijtjes zouden spelen. Daar hadden de oudjes (!) geen zin in, waarna er twee groepen werden aangemaakt. Het speeltempo was ineens 10' p.p.p.p. Ondergetekende zat in de hoogste groep met uitdagende tegenstanders. Zou hij ondanks een gebrek aan schaakritme nog wat moois kunnen laten zien?

Tegen Slisser ging het nog wat stroef. In een vreemde Siciliaan ontstond een stelling waarin ik dacht goed en actief te staan, maar dat was voor het grootste gedeelte optisch bedrog. Zwart kwam er redelijk uit en uiteindelijk ging een paard op d4 mijn loper weer eens domineren. Na dameruil was er echter niet zo veel meer aan de hand, waarna ik mijn dubbelpion kon oplossen en de f-lijn in handen kreeg. Toen Slisser de druk probeerde te neutraliseren, raakte hij door een geniepig schaakje een volle toren kwijt, waardoor hij maar opgaf.

Vervolgens speelde ik tegen Yme. Ik was benieuwd hoe hij zou spelen. Hij kwam met het Schots gambiet op de proppen. Dat zal Pascal hem wel geleerd hebben. Doordat hij vervolgens op d4 pakte, kon ik afwikkelen naar een dameloos middenspel waarin ik dankzij het loperpaar de betere kansen zou moeten hebben. Ik moest vrij lang nadenken om wits initiatief in te perken, waarna ik de iets betere stelling probeerde te winnen. Yme ruilde lopers, wat hem een lelijke pion op e3 opleverde, maar het was nog te verdedigen. In het eindspel speelde hij wat te actief, waardoor ik een vrije h-pion kreeg, maar door goed tegenspel was ik niet in staat ook te winnen. Met loper en pion tegen paard bood ik maar remise aan (hij ging bijna door z'n vlag, ik had een aantal seconden meer) en dat werd aangenomen.

Daarna speelde ik met wit tegen de witte. Hij werd blijkbaar verrast door mijn 1.e4, hoewel ik dat al jaren speel. Hij verraste me niet met zijn Caro-Kann, hoewel ik geen idee had wat ik daar tegen moest spelen om een leuke partij te krijgen. Gelukkig speelde hij origineel in de spraakwaterpartij. In VR-stijl ging ik met h4 en h5 naar voren, hoewel zwarts koning nog in het centrum stond. De stukken werden in hoog tempo geruild, waarna ik met een paard ging fladderen en daarmee een pion won. Dat was uiteindelijk voldoende voor de winst, waardoor ik op 2½ uit 3 kwam en de witte op de nul bleef staan.

De eerste kortsluiting ontstond tegen Bert Kieboom, toen ik de verkeerde pion sloeg (hoewel het alternatief ook niet best was) en een pion verloor bij slechte stelling. Ik dacht lang na hoe ik nog wat kon rommelen in tijdnood, maar het leek niet uit te maken. Ik ging door m'n vlag met twee pionnen minder, toen Kieboom niet uit m'n schaakje liep. Ik had er niet zo'n probleem mee (ik had wel twee minuten extra bedenktijd wilen hebben xD), totdat ik me realiseerde dat dat een doodzonde is met snelschaken. Het publiek had de onreglementaire zet gezien en er werd een overwinning voor mij geëist. :P Dat vond ik te veel eer. Met een remise was ik meer dan tevreden. ;)

Tom de Ruiter speelde weer een keer Frans. In een oefenpotje tegen Kieboom speelde hij nog Philidor en maakte daarbij volgens mij dezelfde fout als Armas: 4...Le7 en dan kun je f7 niet meer op een normale manier dekken. Ik kreeg de kans dus niet om dat af te straffen, maar ik had het idee dat ik een lekkere stelling had. Helaas verdween dat goede gevoel toen hij ineens lang rokeerde en mijn stukken ineens de verkeerde kant op stonden gericht. Ik probeerde de damevleugel aan te tasten, waarna er een lastige strijd ontstond. Ik moest zwarts pionnen in het centrum en op de koningsvleugel tegenhouden en zelf wat zien te prutsen op de damevleugel. Uiteindelijk gingen de meeste stukken van het bord, waarna ik probeerde aan te tonen dat mijn loper beter samenwerkte met de torens dan Toms paard. Helaas kon mijn binnengedrongen toren simpel geruild worden. Voor de andere toren was echter wel een heldenrol weggelegd: het ding kon de ene na de andere pion opvreten, waarna ik ineens een gewonnen toreneindspel had en Tom opgaf.

Zo had ik met 4 uit 5 een aardige buffer voor de partij tegen Eddy Sibbing. Hij vroeg naar m'n studie, waarna ik maar een heel verhaal hield over de bulaanvraag die ik die ochtend had gedaan en hoe moeilijk de inschrijving van de master wel niet was. Hij vroeg nog naar Ewood en of hij nog een weblog (!) had, waarna de partij begon. Ik moest in de opening lang nadenken, maar het leverde me wel een aardige stelling op. Ik pakte het loperpaar (!), waarna ik een machtig sterke loper had op e5. Dreigingen als ...Ld4 met een penning op de dame hingen in de lucht. Mogelijk raakte Eddy daardoor een beetje in de war en vergat hij tussendoor lopers te ruilen, waardoor ik de loper maar sloeg. Een verrassend puntje!

Vervolgens speelde ik weer een lastige partij tegen Weidema. Hij deed ditmaal 1.e4 c5 2.Pf3 b6. Ik kreeg weer een gebruikelijke schuifstelling op het bord, maar echt lekker stond ik niet. Zwarts paarden begonnen mooie velden te krijgen. Ik speelde maar rustig door, wachtend op een foutje. Dat moment kwam toen Rik met ...g6-g5? mijn loper op h6 wilde afsnijden van de buitenwereld. Helaas had de zet de vervelende bijwerking dat het paard op h5 ineens ongedekt kwam te staan. Dat beest pakte ik daarom maar van het bord en even later had ik weer een puntje binnen.

Zodoende had ik drie puntjes op rij gescoord, toen ik weer wit had tegen Frans Hazenberg. Hij speelde een Draak en daar had ik weinig zin in. Ik dacht slim te zijn door Lc4 uit te stellen, maar toen kwam ...d5 en kwam ik in een variant die ik helemaal niet wilde. Ik besloot m'n dame maar te offeren voor zwarts torens, waarna ik een tijd lang wel aardig verdedigde. Helaas stapte ik uiteindelijk toch op een mijn met Tc1? Toen ik het speelde, zag ik dat ...De5 best wel pijnlijk was: er dreigde ...Dxb2# en ...Dxe3, terwijl ik het reddende Lc1 niet meer kon doen. In het vervolg probeerde ik met mijn c-pion nog een wonder te verrichten, maar het hielp niet meer: ik liep tegen een pijnlijke nederlaag aan.

In de laatste ronde kwam ik John Markus tegen. In een vaag schuifsysteempje gaf ik pardoes een stuk weg door een tweede kortsluiting. Het was al kinderbedtijd geweest en ik was niet meer zo scherp. Blijkbaar haalde ik twee zetten door elkaar of zo, want toen ik ...Pc4 speelde, zag ik dat Johnny 'm er gewoon af kon meppen. Ik rommelde nog wat door, hopend dat ik door de vele penningen nog ergens een stuk kon terugwinnen. Dat lukte niet, maar mijn nadeel werd ook niet erger. Op een gegeven moment won ik het stuk terug door een gemene penning en in tijdnood kreeg ik zelfs de overhand. Toen Johnny nog iets van tien seconden had, bood ik maar remise aan. Ik vond het wel weer leuk geweest voor vandaag. Daarna analyseerden we nog wat stellingen, totdat het één uur was.

Ik bleek gedeeld eerste te zijn geworden met die Hazenberg. Eddy S. had een mindere dag en eindigde nog een halfje achter ons met drie nederlagen. De witte was nog opgekrabbeld naar 5 uit 9, wat net zo veel was als Slisser en Johnny Markus, die eindelijk weer eens boven de 50 procent scoorde. Tom de Ruiter klaagde dat hij het steeds weg zat te geven, waardoor hij maar op 3 punten eindigde. Yme B. (!) en Bert Kieboom verzamelden evenveel punten. Rik Weidema, die alleen van de witte en Tom de Ruiter won, sloot de rij.

Links:


Gerelateerde artikelen:
Herfstschaak; 03-08 2010

2 opmerkingen: