20-12-2009

Gedichten


Nu de sinterklaastijd voorbij is, is de tijd van de hemeltergend slechte gedichten ook voorbij. Om te bewijzen dat gedichten niet altijd slecht zijn, heb ik dit artikel gemaakt. Hiervoor dien ik niet mijn eigen werk op, moet ik eerlijk toegeven. De gedichten zijn van Wim Meyles, die iedere vrijdag in De Pers een grappig fabeltje schrijft, dat op de actualiteit gebaseerd is. Daarna komt er een aardig rijmpje.

Het eerste gedicht is van 25 september en gaat over Geert Wilders. Meyles moet - net als driekwart van de Nederlandse bevolking - niets hebben van deze overmatig geblondeerde politicus. Hij geeft zijn ongenoegen fraai weer. Overigens is de timing van de diss ook perfect.

De kopmoddertaks
Waar de blanke top der duinen schitterde in de zonnegloed zat een kolonie zilvermeeuwen loom over de zee te staren. Op korte afstand van het gezelschap streek een kokmeeuw neer. "Mag ik me bij jullie aansluiten?", vroeg ze. "Mijn familie is ten prooi gevallen aan vossen en ik ken verder niemand in deze streek." Een zilvermeeuw met een onnatuurlijk witte kop stapte naar voren en taxeerde de nieuwkomer van top tot teen. "Een meeuw met een zwarte kop?", zei hij laatdunkend. "Dat is toch geen gezicht? Het lijkt wel of je ermee in de modder gezeten hebt. Pure horizonvervuiling!" "Die kop hoort bij me", legde de kokmeeuw uit. "Mijn vader had er een, mijn moeder ook, en als ik ooit kinderen krijg, zullen die er ook wel een hebben." De zilvermeeuw dacht even. "Ik weet het goed gemaakt", zei hij. "Als je hier wilt blijven, moet je betalen. Kopmoddertaks zogezegd. Omdat wij er steeds tegenaan moeten kijken." "Betalen? Hoeveel?", stamelde de kokmeeuw. "Tien wormen per dag", bepaalde de zilvermeeuw. "Wat vinden jullie ervan, jongens?" Hij draaide zijn witte kop om de mening van de anderen te horen. Maar die waren inmiddels weggevlogen en zaten op de vloedlijn verse pieren te pikken.

Ging bij de kapper iets verkeerd
toen Geert zo zwaar werd geblondeerd?
Ik zou hem dringend willen vragen
voortaan een hoofddoekje te dragen

Vervolgens werd Jan-Peter gedisst vanwege zijn geflirt met het Europese presidentschap. Het fabeltje komt uit De Pers van 13 november.

De alkenbende
Alken zijn geen fleurig gekleurde zeevogels. In hun zwart-witte verenkleed doen ze nog het meest aan dominees of pastoors denken. Op het oog lijken het vreedzaam ronddobberende eenden, maar vergis je niet! Als het etenstijd is, veranderen ze in gehaaide vissers, die met een ware VOC-mentaliteit ("Verdedig Onze Consumpties!") de concurrentie te lijf gaan. Doorgaans kon de alkenkolonie waarover deze fabel gaat, zich prima redden. Maar de laatste maanden kampten de vogels met een netelig probleem: er was een voedselcrisis en hun leider was niet bij machte hen naar betere visgronden te leiden. Soms stuurde hij hen naar links, dan weer naar rechts, maar nooit naar plaatsen van overvloed. Nu zijn alken volgzame vogels, die niet snel hun gezagsdragers afvallen. Toch nam een enkeling het woord "zwalk" in de bek [snavel?] en werd algemeen de behoefte aan overleg gevoeld. Vreemd genoeg was hun leider echter nergens te vinden. Dat hij de vliezen genomen had, wilde er bij hen niet in: kort geleden had hij nog beloofd dat hij in deze tijd van beproeving op zijn post zou blijven. Plotseling hoorden ze een bekende stem vanuit de lucht. De alken keken omhoog en zagen hoe hun leider op een overhangende rotspunt een bont gezelschap van viseters stond toe te spreken. In fraaie bewoordingen dankte hij hen hartelijk voor het in hem gestelde vertrouwen: eerst in het Meeuws, daarna in het Sterns en ten slotte in het Zeekoeterwaals.

Ben je een beetje flets gekleurd
en iemand die drie talen kent?
Voordat je weet wat er gebeurt
ben je Europa's president.

Gerelateerde artikelen:
Uit de oude doos; 25-03 2009

3 opmerkingen: